Ontstaan van de Langedijk in de Middeleeuwen De kerk van Zuid-Scharwoude aan de Koog, hier nog in het open veld, ligt oostelijk, ver van de verlegde Langedijk. De kerk staat op de oorspronkelijke oude plaats van de eerste kapel uit omstreeks 1050 en ligt in rechte lijn met de oude kerk van Noord-Scharwoude aan de Kerklaan en de kerk van Oudkarspel aan de Dorpsstraat. Achter de Koogerkerk in zuidelijke richting de Trofveert, mogelijk een restant van het oude tracé. hebben genomen, totdat de inwoners voldoende waren gevestigd om zich een eigen stenen kerk te kunnen ver oorloven. Aanvankelijk zullen de bewoners van deze bei de dorpen tot de parochie Oudkarspel hebben behoord. Mogelijk werd de wekelijkse tocht naar de kerk in Oud karspel te bezwaarlijk en had men behoefte aan een ei gen kerk (Halbertsma, 1996). Toen de kerkjes in Zuid- en Noord-Scharwoude werden gebouwd, veranderde de situatie. De bewoners zullen hun kerkjes wel hebben willen beschermen tegen de voortdurend terugkerende overstromingen vanuit het westen, veroorzaakt door de eb en vloedwerking van de zee die via de Rekere tot de Langedijk reikte. Waarschijnlijk is er omstreeks 1050, in de periode van de bouw van de kerkjes, een beschermen de dijk langs de Burggracht aangelegd ten westen van die kerkjes. De oorspronkelijke Langedijk is dus moge lijk aangelegd als bescherming tegen het water, maar dan niet vanwege een dreiging vanuit het oosten, de Heer- hugowaard, maar vanuit het westen. Van een meer de Waard, oostelijk van de Langedijk, was toen immers niet of nauwelijks sprake. En zo kwamen de eerste kapellen aan de Langedijk aan de oostzijde van die dijk terecht, in plaats van aan de westzijde. Zijdewind Aan de voortdurende overstromingen van het Geestmer- ambacht en de pikklei-sedimentatie kwam pas een einde toen er rond 1200 dijken langs de Rekere werden aange legd (Westenberg, 1974). Vanaf Koedijk is ter hoogte van de Diepsmeer dwars door het ambacht van west naar oost, op de grens van Oudkarspel en Noord-Scharwou- de eveneens een dijk, een zijdewind, aangelegd. Deze moest het gebied ten zuiden ervan beschermen tegen de Rekere overstromingen vanuit het gebied Sint Maarten- Warmenhuizen. Delen van deze Zijde wind zijn terug te vinden op oude kaarten. Hierdoor ontstond een voor het buiten water afgesloten gebied die 'Vronlegeister ambacht' werd genoemd, naar de belang rijkste plaats in die tijd Vronen. Daartoe behoorden ook de dorpen Koedijk, Noord en Zuid-Scharwoude, Broek en Oudorp. Uit de naam 'Vronlegeister ambacht' is de huidige naam Geestmerambacht ontstaan (Geus, 1973). De Grote Waard Het meer de Grote- of Zuider-Waard (de huidige Heerhugowaard) nam pas na on geveer 1200-1250 in grootte toe. Het water gevaar kwam toen wel vanuit het oosten en vanaf het moment dat de Huigendijk werd aangelegd kon het water van de Waard niet meer via de zee afgevoerd worden. Er wer den wel sluizen in die dijk aangelegd, zo dat het teveel aan water geloosd kon wor den op de Schermer. Maar als er niet geloosd kon worden, kwamen de landen ten oosten van Langedijk onder water te staan. Die oostelijk gelegen gronden slibden daardoor op en vormden later juist de hoogste delen van de Lange- dijk. Heerhugowaard is in het zuiden het diepst. Naar het noorden toe loopt het op (Van den Hurk, 1962). Ter hoogte van Oudkarspel en Noord-Scharwoude lag nog veel land tussen de Langedijk en Veenhuizen. Vooral in het zuiden kwam de Waard gevaarlijk dicht bij de Langedijk en werd veel voorland weggeslagen. De Langedijk verlegd De oorspronkelijke ontginningsas lag vanaf Oudkarspel in zuidelijke richting haaks op het oude verkavelingspa troon en evenwijdig aan de Winterweg en Zomersloot, mogelijk eindigend ter hoogte van de oude dorpsgrens tussen Zuid-Scharwoude en Broek op Langedijk. De ka pellen van Oudkarspel, Noord- en Zuid-Scharwoude zijn aan deze ontginningsas gebouwd. Broek is ontstaan aan een andere ontginningsas welke oostelijk van Sint Pan- cras lag, evenwijdig aan de Vronergeest. In het verlengde van de Dijk in Broek ligt in zuidelijke richting de Dijkstal- weg. Samen vormden ze indertijd een ontginningsas welke vanuit Vronen was aangelegd. Beide ontginnings assen, die van Broek en die van Oudkarspel/Zuid-Schar- woude, sloten aanvankelijk niet op elkaar aan. Om meer voorland te creëren en de afstand tussen de bewoning van de dorpen Noord- en Zuid-Scharwoude en het water van de Waard te vergroten, is toen de ontginningsas van Noord- en Zuid-Scharwoude omstreeks 1250 verlegd (Ko men, 2006 en 2008). Vanaf het Gorterdiep (dat is tegenover de Jacob Jongbrug in Noord-Scharwoude) werd een nieu we Voorburggracht (de huidige) gegraven, schuin door de oude veenverkaveling heen, richting Broek. 34 Oktober 2014 -Jl__- I1>~- m

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2014 | | pagina 35