Ontstaan van de Langedijk in de Middeleeuwen noemde pikklei is daar neergelegd door overstromingen vanuit de rivier de Rekere. Deze rivier stond namelijk via een doorbraak in de kustduinen ter hoogte van Callant- soog in open verbinding met de zee en haar eb en vloed werking (Schoorl, 1973; Rappol, 1994). Land onder water Bij vloed stroomde het water over het Geestmerambacht tot de oevers van de Heerhugowaard, dus voorbij waar nu de kerken in de Kerklaan en de Koog staan, trok zich vervolgens weer terug om steeds een laagje slib achter te laten. Zo is er een kleilaag op het veen terechtgeko men. De meeste historici zijn het er over eens dat in het Geestmerambacht eerst de veenontginning heeft plaats gevonden (zo tussen 900 en 1100) en dat later de pikklei daarop werd neergelegd door de Rekere-overstromin- gen (plm. 1050-1100) (Kasse, 1987). Deze steeds terugke rende inundatie heeft het slotenpatroon in het ambacht nauwelijks aangetast. Het water steeg, de sloten vulden zich, het water stroomde vervolgens over de akkers, om, als het waterpeil weer daalde, via de sloten zich terug te trekken. Herstellingen aan het slotenpatroon zullen soms wel nodig zijn geweest. In ieder geval is, on danks deze inundatie - het ambacht was een wadvlakte gelijk - het oorspronkelijke kavelpa troon van de middeleeuwse veenont- ginningen in het landschap zichtbaar gebleven tot de grote herverkaveling in de vorige eeuw. In het noorden van het Geestmeram bacht (ten noorden van Warmenhui- zen) hebben de bewoners geprobeerd zich tegen deze voortdurende over stromingen te beschermen door ter pen op te werpen en daarop te gaan wonen. In het Langedijker deel van het ambacht komen geen terpen voor (Diederik, 1989). De vraag rijst of de veenontginners, toen zij in de derde fase van de veenontginning van het ambacht, behalve een noord-zuid ge richte sloot groeven (vanaf de kerk van Oudkarspel), zij daarlangs ook een dijk opwierpen? Aangezien de Rekereklei tot onder de Kooger Kerk ligt, dus voorbij de huidige Langedijk, betekent dit, dat als er een dijk lag, deze door de Rekere- overstromingen moet zijn doorgebro ken, wat ik zeer onwaarschijnlijk acht. Daarvan zijn geen sporen in het land schap achtergelaten. Het ligt meer voor de hand te veronderstellen dat er aanvankelijk geen lange dijk lag, alleen maar een veensloot waarlangs de ontginners hun boerderijen bouwden. Daardoor kon de opslibbing van het veen in de periode 1100 tot 1200 zich uitstrekken tot voorbij de huidige Langedijk. Het voort durend onderwater komen van het ambacht hoefde men niet als een ramp te ervaren, immers het had als groot voordeel dat het land door de klei vruchtbaar werd. Dat er hier geen terpen werden gebouwd, heeft mogelijk te maken met de zeer geringe bewoning in dit deel van het ambacht. Boven de lijn Petten-Warmenhuizen was het land relatief dichtbevolkt met veel dorpen. Het Geestme- rambacht van de Langedijk was leeg. Men woonde alleen aan de derde ontginningsloot ter hoogte van de huidige Langedijk. Het ambacht liep van west naar oost in hoog te op (Heerhugowaard en Veenhuizen waren hooggele gen), zodat de opslibbing van de pikklei in het westen bij Koedijk het grootst was en naar het oosten toe steeds minder werd. Oostelijk van Broek en Sint Pancras is geen pikklei op het veen aanwezig (Du Burck, 1957). Eerste lange dijk aangelegd De eerste generatie kolonisten in Noord- en Zuid-Schar- woude zal nog niet in staat geweest zijn tot de bouw van een eigen kerkje. De tweede generatie wellicht evenmin. Maar men kan eerst met een houten kerkje genoegen De stippellijn is het oorspronkelijke tracé van de Langedijk, haaks gelegen op de kavelrichting met daarop de kapellen van de drie dorpen Oudkarspel, Noord-Scharwoude en Zuid-Scharwoude. Duidelijk is te zien dat de Langedijk in zuid-westelijke richting is verlegd, schuin door de oorspronkelijke verkaveling, om verbinding te maken met de ontginningsas van Broek. Dwars door het Geestmerambacht, van west naar oost liep de Zijdewind, een dijk op de grens tussen Oudkarspel en Noord-Scharwoude die waarschijnlijk is aangelegd tegen wateroverlast vanuit het noorden. Oktober 2014 33 f Dergmeer ^ALDENKERCHA KI-i; k m ,:nr NORTSCORLEWALT of Bernarduskercha SUDSCORLEWALT of Sudrakercha

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2014 | | pagina 34