De eeuwigheid van de jeugd Liefdelaan De schuren met de 'dars' waren her en der bij de huizen getrokken. In de huizen was meer leefruimte nodig en kool werd er niet meer bewaard. De 'klompenhossies' waren ook verdwenen. Zo'n afgesloten afdak voor de buitendeur, van hout gebouwd met twee deuren tegen over elkaar en een raam. Je deed er je klompen uit en hing er je jas op aan een spijker. De vrouw en de man raakten met elkaar aan de praat over hoe sinds de verkaveling alles zich heeft veranderd en wie er zoal nog woonden. Ze kwam van Warmenhuizen, een 'roomse' dacht hij. Zo ging dat. Hij kon er niets aan doen, maar in een flits had hij haar het etiket opgeplakt. Het betekende verder niets, je bleef gewoon met respect met elkaar omgaan. Zo ging dat vroeger ook. Hij moest weer verder en ging langs de oude zuurkool- fabriek van Hart. Het terrein was nu omsloten door een hek omdat er geen sloot meer was. De gebouwen leken nog veel op vroeger en hij meende nog de plek van het trapveldje te herkennen, waar op gevoetbald werd. Op de plek waar vroeger de brug was naar de oude zuur koolfabriek keek hij recht op het oude Engelenburg. Een prachtig plaatje van weleer tekende zich op z'n net vlies. De Voorburggracht met rechts de Laansloot naar de 'Kerkmeer' en de huisjes voor het personeel van de zuurkoolfabriek. En links tegenover die huisjes de toe gang naar de sluis van Oudkarspel. Engelenburg Met de renovatie destijds van de sluis waren er moderne brugleuningen gekomen, gemaakt voor de eeuwigheid. Van de sluis zelf is helemaal niets meer terug te vinden. De klucht in de weg van de sluis is er uitgehaald en de grond is geëgaliseerd. Omgeploegd en helemaal plat. Geen enkel aandenken is nog te vinden van de 'oude' sluis van Oudkarspel. Het huisje van de sluiswachter is verdwenen. Hij miste de brugleuningen om met z'n handen erop z'n herinneringen de vrije loop te laten gaan en na te den ken. Naar het westen de Laansloot en de huisjes van de zuurkoolfabriek. Aan de andere kant, naar het Oosten het zicht op de Koog. Aan de overkant van het water in de weilanden van de Koog stonden nog de twee bouwsels van de oude vee stallen van de gebroeders de Boer: Thijs en Freek. Samen boeren was nooit goed gegaan. Het was water en vuur geweest. Het is trouwens helemaal niet goed afgelopen, want zo te zien werd er helemaal niet meer geboerd. Voor het rood-stenen huis van Thijs de Boer tot de sluis was er een groot open grasveld geweest. Hij kan zich nog herinneren dat hij daar met z'n vader op de kermis van de Luizeknip in de botsautootjes heeft gezeten. De kermis bestreek toen het hele 'Noordend': vanaf het café van Dekker tot de sluis. Al jaren staan daar nu al huizen en het rood-stenen huis is bijna verborgen geraakt tussen de bebouwing van de omgeving. Oktober 2014 17

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2014 | | pagina 18