OEseryen: fabrikant V eir bum ercx ercK T CL Cl ajL Henk Komen In het noorden van het meer de Waard lag een groep eilanden die eigendom was van de inwoners van Noord- en Zuid-Scharwoude. Een deel van deze eilan den werden de Bercx Werck of ook wel de Bassewer- ken genoemd en daartoe behoorden ook het Kleine Geldebos en het Plaetmans Bos. Zuidelijk hiervan lagen de eilanden Soutberch Ackers, Hasselaers Bos en 't Zuijder Bos.1 Voor de inpolderaars van de Waard werd het te duur om deze Langedijker gron den aan te kopen. De noordelijke eilanden bleven dus in eigendom van Noord-Scharwoude (dit werd de Noord-Scharwouderpolder) en de zuidelijke van Zuid-Scharwoude (de Zuid-Scharwouderpolder). Om dat de ringvaart van de nieuwe polder Heerhugowaard langs de Oostdijk werd gegraven, kwamen deze eilan den binnen de Heerhugowaard te liggen. Daartoe was het nodig om rond deze eilanden een dijk te leggen, waardoor dit gebied een polder in de polder werd, met een eigen waterniveau en afwatering. De oude eilandenstructuur, die dateerde uit de Middeleeuwen, bleef gehandhaafd tot de verkaveling in de tweede helft van de vorige eeuw. Sluis en molen van de Noord-Scharwouderpolder Tot de jaren tachtig bleef de Noord-Scharwouderpol- der behoren tot de gemeente Langedijk. Nu ligt hier het Altongebied in De Noord en zijn deze voormalige druiplanden bedekt met glastuinbouw. Op de kaart van Heerhugowaard uit 1631 zien we dat de afwatering van de Noord-Scharwouderpolder plaatsvond via een door laat in de ringdijk van de Waard. Het gebied lag oor spronkelijk veel hoger dan het omliggende land van de polder Heerhugowaard, zodat de afwatering op natuur lijke wijze via een spuisluisje zal hebben plaatsgevon den. Maar snel werd deze vervangen door een schutsluis, want al in 1634 is er sprake van het Noord-Scharwou- der polderverlaat. Het is zelfs mogelijk dat men bij de drooglegging van de Heerhugowaard in 1631 meteen een schutsluis bouwde en dat de spuisluis alleen op te kening was gepland, maar nooit is uitgevoerd. In 1754 stond er een molen met scheprad, gebouwd op de ring dijk van de Waard, de huidige Westdijk. Het land van de Noord-Scharwouderpolder was blijkbaar door in klinking zo gedaald, dat een gelijk waterpeil als de ring vaart daar niet meer kon worden gehandhaafd. De mo len moest het water uit de Noord-Scharwouderpolder in de ringvaart malen. In 1855 werd de schepradmolen vervangen door een wipwatermolen. Deze is gesloopt in 1916. Er kwam een zuiggasmoter voor in de plaats, maar deze voldeed blijkbaar niet, want in 1922 werd een Amerikaanse- of Herculeswindmolen geplaatst, die in 1966 werd gesloopt.2 1 molen shiiswachteiwonins ringvaart Heerlnigoivaard De Noord-Scharwouderpolder, vroeger Bercx Werck genoemd, lag weliswaar in Heerhugowaard, maar was al vanaf de Middeleeuwen van Noord-Scharwoude. Op de kadasterkaart van 1830 zien we bewoning in een stolpboerderij met rechts ernaast een sluiswachterswoning en geheel rechts een windmolen voor de bemaling van deze polder. Beneden is de ringvaart van Heerhugowaard. De stolp stond er al vóór de inpoldering van de Heerhugowaard in 1630. Op de plaats van de stolp ligt nu de Westerweg. De oude stolp Aan de noordkant van de Noord-Scharwoudersluis heeft indertijd een stolpboerderij gestaan.3 Wanneer deze is gebouwd, is niet bekend. De boerderij stond nog binnen de Noord-Scharwouderpolder, dus de bewoners waren ingezetenen van Noord-Scharwoude, hoewel ze binnen de ringdijk van de polder Heerhugowaard woonden. De boerderij stond er al in 1634. Dat is kort na de droogleg ging van de Waard. Verondersteld mag worden dat de boerderij er al stond voordat de Waard droogviel. In 1634 verkocht Gert Gerritsz. Dollen, wonend aan de Waarddijk (zo heette indertijd de ringdijk langs de huidige Wester- weg), zijn hofstede met keet 'benoorden het Noordschar- wouder polderverlaat' aan Jan Folckertz.. Kort erop, in 1637, deed hij zijn bezit over aan Cornelis Jacobsz. Prins uit Zuid-Scharwoude.4 In de verponding (belastinglijst) van Heerhugowaard uit 1730 wordt genoemd 'Een huijs benoorden de noort scharwouder sluijs' en in de verpon ding van 1734 wordt op dit adres Jan Pietersz. genoemd als bewoner. De volgende bewoner is Cornelis Rietbroek, in een bron uit 1779 genoemd. In 1792 verkocht hij de boerderij aan Arien Prins voor 151 gulden, die de stolp een maand later doorverkocht aan Jacob Lighthart.5 Hij bleef er tot 1801. 10 Oktober 2014

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2014 | | pagina 11