Het rijk der duizend eilanden wel wilde betalen. Daarna riep dan de afslager: "Wie doet een hoger bod? Wie heeft er fl. 1100 voor over?" Het was de bedoeling, dat de prijs op die manier zou oplopen en dat gelukte veelal. Totdat het oplopen van de prijs stopte. Er kwam geen hoger bod meer en de afslager riep: "Een maal!.. Ander maal"! Voor de derde maal, waarna hij een ferme tik met een houten hamer op een tafeltje gaf. Daarmee was het pleit beslecht. De hoogste bieder was de koper. Of.... er zou gemijnd moeten worden. Want na een korte pauze met een kopje koffie, of wat sterkers, kwam opnieuw de afslager aan het woord. Hij vertelde nog een keer duidelijk wat dat gunstig gelegen akkertje 'in opbod' had opgebracht, namelijk fl. 1.400,- en zei dat hij boven deze prijs fl. 600,zou zetten. Het was de be doeling, dat er zo hoog mogelijk afgemijnd zou worden. De prijs waarop gemijnd werd, kwam boven op de prijs, die het akkertje in opbod had opgebracht. De afslager be gon dus met een bedrag van fl. 600,te noemen. Kwam er uit de zaal geen reactie, dan ging hij achtereenvolgens verder: "fl. 575,- om nog fl. 550,-" en ertussendoor: "Denk om Uw mijnen". Maar iedereen was zeer attent en tot aan zijn tenen gespannen. Bovendien was het muisstil in de zaal. Totdat bij fl. 400,- ineens iemand uit de zaal "Mijn!" riep. Dat werd de nieuwe eigenaar. Hij betaalde de fl. 1.400.die het akkertje in opbod opbracht plus het bedrag waarvoor hij had 'gemijnd', totaal zodoende fl. 1.800.De koper, die het hoogste bod had gedaan, was daarmee ontslagen van zijn koopplicht en had het zogenaamde 'strijkgeld' (fl. 100.- of fl. 150,-) verdiend. We hebben het hier over vooroorlogse prijzen. Het was toen zeker de moeite waard 'het strijkgeld' of 'de plok' op te halen. Een andere zaak was het, indien er helemaal niet werd gemijnd. Dan werd de hoogste bieder de nieuwe ei genaar. Of hij dat wilde of niet. Hij was er, zoals men dat noemde, 'aan blijven hangen'. Onder het publiek van een openbare veiling bevonden zich altijd wel enkele 'strijk- geldhaalders'. Zij wilden er door een gokje te wagen wat beter van worden. De vader van mijn moeders kant, opa Kuiper, was er altijd voor in om zo'n gokje te wagen. Hoewel hij werk zaam was bij de veiling N.M.B. (Noordermarktbond) in Noord-Scharwoude en geen tuinder was, bood hij menigmaal mee in de hoop het strijkgeld te verdienen. Dat lukte vrij vaak wel maar uiteraard ook wel eens niet. Zodoende was Jan Kuiper de eigenaar van een akkertje hier en een akkertje daar. De akkers bewerkte hij niet zelf, maar dat was geen probleem. Er was altijd wel iemand die wilde pachten. Zo verhuurde hij twee naast elkaar gelegen akkertjes aan Brammer voor fl. 64,- per jaar, nog Luchtfoto van Broek op Langedijk. Onderaan de foto een deel van de polder Heerhugowaard, met daarboven het kanaal Omval-Kolhorn. Iets verderop naar boven het Oosterdel, dan de langgerekte bebouwing van de Langedijk, doorlopend naar Kalverdijk (rechtsboven) en Warmenhuizen (links boven) 36 Oktober 2013

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2013 | | pagina 37