Laatste contacten met C
OF
i
Arie Kaan
"Deer zal ik den wel onder komme te staan". Ik kan daar
niets op terug zeggen want het is maar al te waar. Het is
12 juni 2012 en ik bezoek Cor om met hem de Otterplaat
van 2012 door te spreken. We lopen de inhoudsopgave
door en bij de regel 'In memoriam Wietze Dreijer' maakt
hij deze opmerking. Hij heeft dit in memoriam zelf nog
geschreven en beseft dat hij daarna zelf beschreven zal
worden. Half mei hebben wij via de mail het rampbericht
over Cor vernomen: Cor is ernstig ziek en zal niet meer
beter worden. Ik stuur Cor een mail en zeg dat ik hem
snel zal bellen. In die mail zeg ik ook "Zoveel plezier heb
ik al met je gehad met activiteiten over de historie van
Langedijk, zoveel leuke gesprekken en vergaderingen.
Dan denk je toch dat doen we nog zeker 20 jaar lang".
De laatste jaren hadden we veel contact met elkaar om
dat we vol energie de Otterplaat zo mooi en interessant
mogelijk wilden maken. Ik probeerde hem daarbij waar
ik kon werk uit handen te nemen, want hij deed al zo
veel voor Langedijker Verleden. Als ik hem bel hoor ik
meteen aan zijn stem dat het vrolijke en enthousiaste dat
hem kenmerkt weg is. Hij vertelt over zijn bezoek aan
de specialist in het ziekenhuis die hem het fatale bericht
meldt en of hij nog vragen heeft. "Nou, op zo'n moment
heb je geen vragen hoor", zegt Cor gelaten. "Ja, dat is dan
je beloning", stelt hij teleurgesteld vast. Ik voel aan dat
hij dit zegt tegen de achtergrond van altijd je best doen.
Werk, hobby, maar ook privé, Cor kon niet anders dan
zijn best doen.
Hij zal me bellen wanneer het uitkomt om hem
te bezoeken.
Dat wordt die 12e juni. Cor ligt in bed en zal er even uit
komen om alles aan mij te geven voor de Otterplaat van
2012. Even later komt er langzaam bewegend een magere
man de kamer in, Cor, die na de begroeting naast me gaat
zitten. Ik begin om hem op te vrolijken een komisch en
interessant historisch verhaal te vertellen over Langedijk.
"Stop", zegt Cor, "geen lange verhalen met veel informa
tie want ik kan dat niet meer aan."
We gaan snel aan tafel, waar Cor na elke zin moet bijko
men. Ik krijg van hem de computergegevens die er voor
de Otterplaat al zijn, mappen en foto's. "Je kan me nog
twee weken bellen, daarna ben ik er denk ik niet meer."
Dan geeft hij een wanhopige schreeuw van onmacht en
moet zijn bed weer in. Ik voel zijn peilloze verdriet om
zijn passie voor de Langedijker historie definitief los te
moeten laten. "Doe alles maar in een plastic zak, die ligt
in de gang, anders valt er misschien wat uit de mappen",
roept hij nog vanuit zijn slaapkamer.
Zwaar aangeslagen vertrek ik na dit laatste bezoek.
De Otterplaat, zijn trots, zal net als zijn dierbaren zonder
hem verder moeten.
Cor bij de opening van het museumjaar in 2011
10
Oktober 2012