Houthande 1/ecen Ikarspe I11MJ Wouter Eecen "7* TLKÖ De grondlegger van het bedrijf is Cornelis Jzn. Eecen. Hij werd geboren op 11 oktober 1761 in Schagen. Zijn vader was Jan Eecen en zijn moeder was Geertje Jans van der Stok uit Nieuwe Niedorp. Echter al veel eerder, namelijk in 1594 bij de drooglegging van de Diepsmeerpolder, werden de namen van Cornelis Czn. en Jan Czn. Eecen getrouwd op 25-05-1584) al ge noemd als houtleveranciers in het bestek voor de bouw van een molen genaamd "De Swarte Molen". Er is tot nog toe in de geschiedenis geen verbinding ge vonden tussen de genoemde generaties, maar men mag veilig aannemen dat genoemde Cornelis Jzn. gezien naam en beroep een afstammeling is van de hierboven genoemde Cornelis en Jan Czn. Cornelis groeide op in Schagen waar hij door zijn vader werd opgeleid in de kennis van hout, het bewerken hier van en de handel er in. Zijn eerste zelfstandige beroep werd echter turfschipper en handelaar. Hiertoe kocht hij in Kolhorn een schuur waarin hij in de zomer een voorraad turf opsloeg van waaruit hij in de winter zijn klanten kon bedienen. Wanneer hij turf ging halen, nam hij in zijn lege schuit agrarische producten mee die hij in Alkmaar en Amster dam verhandelde. Rond 1780 verhuisde hij met zijn ouders naar Oudkar spel. Hij was toen nog vrijgezel. Hij trouwde in 1793 met Teetje Contant. In de loop der jaren kocht hij aan de Dorpsstraat drie panden naast elkaar op de plek waar nu het kantoor van de Noordhollandsche van 1816 staat. Hier vestigde hij een timmermanswerkplaats met opslag mogelijkheid voor een grote voorraad hout. In 1803 kocht hij ca.11.000 m2 grond in de polder de Zui derkoog, zodat hij daar de door hem gekochte Paltrok- molen genaamd de Kievit vanuit Alkmaar kon overbren gen en opbouwen. Hij vernoemde de molen al snel "De Vier Gebroeders" omdat hij vier zonen had. In 1805 kon hij met de productie van gezaagd hout beginnen. In 1828 werd de bestaande Paltrokmolen afgebroken en vervangen door een bovenkruier die ook weer "De Vier Gebroeders" werd genoemd. In 1816 kocht Cornelis het tien jaar oude verzekeringsbedrijf de "Bataafse Brandwaarborg- Maatschappij." De koopprijs van 9.000,00 gulden moest door een hypotheek worden ge financierd. Hiertoe bracht hij al zijn bezittingen in. Op 22 April 1831 overleed hij. Een man met visie en on dernemingsgeest. Zijn vermogen was op dat moment 121.825,53 gulden De vier zoons, Jan, Gerbrand, Klaas en Pieter zetten de houthandel en de verzekeringsmaatschappij verder door. De zonen van Gerbrand, Jan en Cornelis nemen in 1824 Ter gelegenheid van het 175-jarig bestaan werd in 1980 een schaalmodel van de eerste paltrokmolen van Cor nelis Eecen gebouwd. Een paltrok is een vroeg voorbeeld van een houtzaagmolen. De naam is afgeleid van een klederdracht van Duitse emigranten uit de Pfalz, waar de vorm van de molen aan deed denken. en 1833 respectievelijk de houthandel en de verzekering onder hun hoede. De zoon van Jan, Matthijs, kocht in 1900 een terrein in Alkmaar aan de Hoornse Vaart dat tot 1969 als houtwerf gebruikt werd voor de klanten in Alk maar en omgeving. De windmolen in Oudkarspel werd in 1922 door brand verwoest, hierna ging het bedrijf over op elektrische- en stoomenergie. In 1940 werd Matthijs opgevolgd door Jan Jacob, ge trouwd met Folmina Schipper. Hij begon in 1943 (2 de Wereldoorlog) in Emmeloord een houthandel. Deze le verde tijdens de opbouw van deze polder grote hoeveel heden geprefabriceerd hout voor de boerderijenbouw. Tijdens de oorlog was Emmeloord een schuilplaats voor vele onderduikers. De activiteiten bij het bedrijf beston den toen voornamelijk uit het zagen van palen die uit de zeewering kwamen van het voormalige eiland Schok land. Oktober 2010 19

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2010 | | pagina 20