sarspe. tlmU door Marijke Hoving-Tauber en Greta Schelhaas-van den Abeele Inleiding door de redactie Marijke Tauber en Greta van den Abeele waren leerlin gen van de Openbare Lagere School in Oudkarspel in de dertiger jaren van de vorige eeuw. Naar aanleiding van de tentoonstelling in 't Regthuis over het lager onderwijs in Langedijk, hebben beide dames hun herinneringen aan die tijd opgehaald. Sieto Hoving heeft er een verhaal van gemaakt. heid, wel wetend dat ze iets verbodens deed, en daarom toch, ietsjes schuldbewust, maar zo dicht mogelijk langs de kant van de weg lopend, haar naar het hek van de onderwijzerswoning gevoerd. Toen, achter dat hek, daar was dat meisje. En dat meisje had een fietsje. Het had een schilderijtje van de in die tijd opkomende schilder Jan Mankes kunnen zijn. Zo haarscherp is dat beeld van dat meisje met dat fietsje in die tuin voor dat schoolhuis voor altijd in haar hoofd opgeslagen. Dit is tevens de basis van een vriendschap geworden die de tijd tot vandaag de dag ongemoeid heeft gelaten, wat een groot wonder genoemd mag worden. Want als er een tijd geweest is, die er een spel van heeft gemaakt levens van mensen naar hartelust door elkaar te gooien, te breken en te vernielen, dan schaart de tijd waar over wij het nu hebben zich toch wel in de rij van de zacht gezegd meest menson- vriendelijke tijden. Greta van den Abeele voor het schoolhuis (Dorpsstraat 882) Het was een meisje met een fietsje In het gezin van Meestertimmerman Hendrik Tauber en Anna Ootjers met drie jongens en een meisje, was het na tuurlijk een belangrijk onderwerp van gesprek geweest dat er een nieuwe hoofdonderwijzer was benoemd op de lagere school, waarlijk een niet alledaagse gebeurtenis in een dorp als Oudkarspel. Hij heette Van den Abeele, hij was getrouwd en ze hadden een dochtertje. Ze woon den uiteraard als hoofd van de school in het schoolhuis aan de Dorpsstraat op loopafstand van huize Tauber. Bij meisje Tauber, Marijtje gehe ten, uitgesproken in dagelijks Oudkarspels als Meroi Tober, maar thuis 'zus' genoemd, had zich dat van 'dat dochtertje' in dat kleine vierjarige hoofdje op een of andere manier vast gezet. Misschien was het wel het woord dochtertje, wat be tekende dat het een meisje was. Ze had helemaal geen meisjes om zich heen, alleen broers en ander manvolk als timmerknechts van haar vader. En hoewel het natuurlijk niet mocht, op die leeftijd van vier alleen langs de hoofdstraat lopen, had de nieuwsgierig- Ot en Sien gevoel Die lagere school blijft een vertederend verhaal met een groot "Ot en Sien ge halte", waarbij de dochter van het school hoofd toch fijntjes opmerkt dat de Minister van Onderwijs in die dagen niet anderhalf miljoen uit hoefde te trekken om het re- kenniveau van de lagere schoolverlaters op te krikken. "En stel je voor," zegt de ander, "dat die schoolverlaters van nu, zoals wij moesten, als straf, cijfersommen zouden moe ten maken met een lange staartdeling! Zouden ze nog wel weten wat dat is, een staartdeling?" "En doen ze nog spelletjes als 'tikkertje' en 'haasje over'," wat bij de jongens 'bokspringen' heette, omdat het jon gens waren. Meisjes sprongen touw, soms zelfs wel met drie touwen in een driehoek, en 'van de een in de ander', en de 'dubbele' deden we ook graag." Klassenfoto uit 1929 50 Oktober 2008

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2008 | | pagina 51