van d ^tanc nige lid 110m ne üj)TO0K0jr mid Paul den Hartigh Inleiding In het onderstaande stukje toon ik u enige flitsen uit de jaren '50/'60 van de vorige eeuw. Ware gebeurtenissen bij de Broeker middenstand. In die jaren kwamen bakker, kruidenier, slager één maal per week aan de deur om de bestelling van de week op te vragen. Een paar dagen later werden de boodschap pen keurig verpakt afgeleverd. Betalen ging toen nog op de lat. Meestal gingen ze dan maandagmorgen langs de klanten om hun geld. Dan moesten ze nog maar afwach ten of ze wat kregen. Nu moeten we alles zelf pakken en zonder pardon betalen: niks meer op de lat dus! En als je de boodschappen niet snel van de lopende band in je tas pleegt te stouwen, dan staat degene die na je komt vaak lelijk te kijken als het iets langer duurt! Bij de kruidenier werd toentertijd voor 50% op de lat gekocht. De boodschappen plus bedrag werden dan in een boekje bijgeschreven, waardoor het wel even duurde voor de volgende klant aan de beurt was. Zo hoorde je wel eens het een en ander, getuige de volgende anekdo tes. In diverse families waren er wel drie of vier die een "op de pof briefje" hadden. Zo kwam een jonge vrouw, die nog bij haar ouders woonde, om maandverband. "Voor wie moet ik het opskroive, Janny", vroeg de krui denier. Ze antwoordde bits terug: "M'n moeder is over de pokke en mazele heen. Doen maar op mijn vaders brief- fie, want die z'n klompe benne te groot". Weer een ander moest closetpapier hebben. "Nou, doen moin maar van dat dikke want ik heb nagal een stoive greep over me". Een andere keer had een mevrouw een vraag aan de jonge verkoopster. Het was vrouwen praat, zo sprak zij. Er werd omzichtig en met gedempte stem gesproken, ingetogen en zich van de volle ernst bewust, vroeg ze aan de jonge verkoopster: "Heb je nag een zalfie voor me, want ik heb ambaaie van voren." Ik zag de verkoopster ingehouden lachen, maar toch met duidelijke bewoordingen haar naar de dokter te verwij zen. Ik vond het heel sterk van haar. De vol gende klant: "Wat wenst u mevrouw?" "Nou dat zal ik je zegge: ik zoek een lekker luchie of zo, voor mijn buurvrouw want die is jarig." Slim en doortrapt liet deze mevrouw zich weelderig bespuiten met allerlei heerlijke geuren door de verkoopster. Ze was wel een kwartier met haar bezig. De vrouw kon maar niet beslissen, maar toen kwam het verlossende woord van haar: "Doen me maar een stukkie zeip van lux, en graag een mooi papiertje erom". Ik dacht, wat een zuinige uitgekookte krent, maar ja de klant was koning. Er waren veel kleine grutterswinkels op Broek. Zo was er op de Dijk een kruideniertje, waar alles nog vanuit die ouderwetse bakken werd geschept. Deze familie was niet al te zindelijk, maar de klanten kwamen even zo goed. Op een morgen, zo ging het verhaal, opende de kruide nier zijn winkeltje en zei tegen zijn vrouw: "Gort, Guurt, wat stinkt 't in de winkel. Wacht, ik zien 't al, heb die rot kat weer in de krente sketen!" "Wacht maar," zei Guurt en schepte kordaat de smurrie er ruim bemeten uit en de volgende klant kon weer te recht voor zijn krenten. Zo had de melkboer ook zijn problemen met slecht beta lende klanten. Vrouwtje Stam, ook heel slecht van beta len, wilde twee liter melk hebben. "Goed," zei de melkboer, "maar ik lever niet meer aan jou zonder te betalen". "Oke" zei vrouw Stam, "doen 't hier maar in". Ze kwam met een pispot. "Ja, al m'n panne benne in gebruik, maar hai is skoon hoor, gien probleem voor moin". Toen de melkboer om zijn geld vroeg, zei ze: "Heb ik niet, maar je kenne 't terug kroige als je dat wulle". Maar dat ging de melkboer te ver. De slager had weer andere problemen. Voordat de vlees- MELK 36 "Wat wilt u, van dat dikke of dunne papier" was de vraag. Oktober 2008

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2008 | | pagina 37