D
e
ie vroec
ivroiiw van
sarspe.
Mjj&eiMj
Arie Kaan
TLMJ
te verlenen.
De afronding zien we in de notulen van de gemeenteraad
op 22 februari 1900: Trijntje blijkt zich een bril te hebben
aangeschaft en dokter Vogelenzang heeft haar weer on
derzocht. Conclusie: ze moet in staat worden geacht haar
praktijk naar behoren te kunnen uitoefenen.
Rest nog de vraag aan de raad of die alsnog genegen is
haar traktement te verhogen en in dat geval met welk be
drag? De raad is echter algemeen van gevoelen, met het
oog op de hoge leeftijd van verzoekster, geen verhoging
te verlenen.
Ja, Trijntje is geboren op 10 april 1834 en is dan al bijna 66
jaar, maar dat argument kan toch voor de gemeente ook
een voordeel zijn? Hoe lang zal ze haar werk nog kunnen
doen en dus voor hoeveel jaren zal er nog fl 25,- extra
betaald moeten worden? Of kan ze door die hoge leeftijd
minder goed haar werk doen?
Hoe dan ook, ze heeft zich waarschijnlijk toch bij het be
sluit neergelegd, want het onderwerp komt niet meer ter
sprake.
Tot haar dood op 19 februari 1907 werkt ze door. Haar
overlijden 's ochtends om 09.30 uur wordt al om 10.00
Dokter Vogelenzang blijkt
haar ogen intussen onder
zocht te hebben en heeft
haar gezichtsvermogen zeer
onvoldoende bevonden. Hij
heeft haar aangeraden bij
een "specialiteit" een bril
te verkrijgen in de hoop dat
zulks kon helpen.
De raad is van mening dat
de vroedvrouw naar beho
ren haar betrekking moet
kunnen vervullen en wil
graag zekerheid in deze
kwestie. Ze mag zich op
kosten van de gemeente
door een 'geneeskundige
specialiteit' in de oogheel
kunde verder laten onder
zoeken. Mocht deze specia
liteit onverhoopt geen kans
zien Trijntje een bril te ver
schaffen, dan is de raad ver
der van mening haar alsdan
te ontslaan en een pensioen
Gezellig samenzijn in tuin dokter Vogelenzang omstreeks 1900
Burgemeester Fuhrhop (uiterst links) stuurde Trijntje naar dokter Vogelenzang (rechts boven).
Verder zien we v.l.n.r. juffrouw Scalé, mevr. Vogelenzang, Willem Vis en Jan Vis
Jan Vis was hoofd van de openbare lagere school in Oudkarspel tot 1896,
Willem Vis zal dit gaan worden in 1903.
De notulen van B&W van Oudkarspel stellen soms een
onverwacht onderwerp aan de orde.
Zo ook op 8 december 1899, waar opeens een verzoek
wordt besproken van de gemeentevroedvrouw Trijntje
Visser. Ze wil namelijk graag verhoging van haar jaar
lijkse inkomen en is persoonlijk naar de burgemeester
gegaan om dit te vragen. Op zich een oprecht verlangen,
want wie wil dat nu niet.
Burgemeester Fuhrhop twijfelt echter aan haar geschikt
heid, hij meent tijdens het bezoek van Trijntje opgemerkt
te hebben dat ze zeer bijziende is. Zo kan ze haar werk
toch niet goed doen en hoe moet dat nu verder. De wet
houders Pranger en de Boer buigen zich ook over dit pro
bleem en wethouder Pranger heeft een goed idee: hij stelt
voor om een onderzoek naar de gezichtssterkte van de
ogen van deze vrouw in te stellen.
Aldus wordt besloten en ze mag kosteloos haar ogen la
ten onderzoeken bij dokter Vogelenzang.
De gemeenteraad beraadslaagt er vier dagen later al over
en daar blijkt het om een verhoging van fl 25,- van haar
jaarsalaris van fl 225,- te gaan. Maar dat niet alleen, ze wil
ook dat behoeftigen een vrije geneeskundige behande
ling krijgen. Een nobele ge
dachte, deze vrouw denkt
dus bepaald niet alleen aan
zichzelf.
34
Oktober 2008
o o a
,:1