Het VOC
chip Outcarspe
CEr Oudendijk
Inleiding
In 1602 werd uit diverse reeds bestaande compagnieën
de Verenigde Oostindische Compagnie, kortweg VOC
genoemd, gesmeed. In de tweehonderd jaar dat de VOC
heeft bestaan, zijn door of namens de VOC veel schepen
gebouwd. Vanuit Nederland hebben er naar schatting
4600 afvaarten plaatsgevonden met ongeveer 1500 grote
schepen, die retourschepen werden genoemd. Gemid
deld maakte een VOC-schip dus ruim drie tochten in zijn
bestaan. Een reis naar de Indische archipel duurde heen
en terug twee tot drie jaar. Daarnaast bleven veel schepen
binnen de archipel in gebruik voor vervoer tussen de ver
schillende handelsposten in Nederlandsch Indië. Soms
werden ze na hun 'vaarleven' in Indië of bij terugkeer in
Nederland verkocht. De gemiddelde levensduur van een
VOC-schip komt op een leeftijd tussen de 14 en 20 jaar.
De eprichting van de VOC
Zoals gezegd, was de VOC een vervolg op reeds eer
der bestaande handelscompagnieën van Amsterdam,
Zeeland, Rotterdam, Delft, Hoorn en Enkhuizen. Deze
werden nu afdelingen van de nieuwe onderneming en
werden 'kamers' genoemd. De kamers leverden niet alle
een evenredig aandeel aan het startkapitaal. Van de totaal
6,5 miljoen gulden bracht Amsterdam 3,7 miljoen in. De
kleinste was Rotterdam met 170.000 gulden, terwijl een
plaats als Enkhuizen toch ruim een half miljoen wist bij
te dragen.
De oprichting en het bestaan van de VOC hebben zeker
en in grote mate de ontwikkeling van de zeevaart en de
scheepsbouw gestimuleerd. Veel schepen kwamen in
minder dan een half jaar tot stand. Zo is bekend dat de
bouw van het VOC-schip Amsterdam op 2 april 1748
werd begonnen en dat het in oktober van hetzelfde jaar
op de rede van Texel lag.
De Outcarspel
De Outcarspel, zoals de naam toen werd gespeld, werd
gebouwd voor de Kamer van Amsterdam op de werf te
Amsterdam. In 1747 liep het schip van stapel. Gezien de
gemiddelde levensduur van een VOC-schip heeft de Out-
carspel het niet slecht gedaan. Het is in gebruik geweest
vanaf 1747 tot 1768. Het was een grote Oost-Indiëvaarder
van 1150 ton. In vijf reizen naar Indië en Ceylon bracht
het schip in totaal voor fl 1.266.147,- aan handelsgoede
ren naar Nederland. Steeds waren er op de heenreis meer
dan 300 opvarenden aan boord. Onder die opvarenden
waren zeelieden, soldaten voor de handelsposten en ge
zinnen. Soms voegden vrouwen en kinderen zich in In-
dië bij het gezinshoofd dat daar al langer verbleef. Vaak
kwamen er van alle opvarenden niet meer dan 130 terug
in het vaderland. Scheurbuik, een gevolg van gebrek aan
verse groenten, was vaak de oorzaak van grote sterfte on
der schepelingen. Ook gevechten met de inlandse bevol
king en schipbreuk behoorden tot de mogelijkheden van
nooit meer terugkeren in het vaderland.
Reizen die de Outcarspel heeft gemaakt
Voordat het schip vanuit Amsterdam bij Texel aankwam,
had een retourschip al een tocht in halfbeladen toestand
afgelegd over de Zuiderzee. De Zuiderzee had een ge
middelde diepte van 3% tot 5 meter en geulen die slechts
een paar meter meer waren. Op ondiepe plekken werd
vaak gebruik gemaakt van zogenaamde scheepskamelen,
die het schip gedeeltelijk optilden en over de ondiepten
'heendroegen'. Het complete schip voer in een drijvend
dok waarna uit de beide zijstukken het water werd weg
gepompt. Hierdoor rees het dok met schip en al omhoog.
Ook werden kogels gebruikt om het dok te verzwaren.
Was het schip eenmaal in het dok dan werden de kogels
via een houten goot in een vlet gerold. Het drijvende dok
werd vaak gesleept door Marker vissersschepen.
Wanneer het schip op de rede van Texel lag afgemeerd,
werd de resterende lading aan boord genomen en werd
ook een groot deel van de bemanning met sloepen aan
boord gebracht. De eerste reis van de Outcarspel begon
op 4 november 1748 op de rede van Texel. Van 1 tot 20
maart 1749 deed het schip Kaap de Goede Hoop aan. Op
24 mei kwam men onder schipper Ficco Eybo van Rhee-
de aan in Batavia, het huidige Djakarta.
Een paar jaar verbleef de Outcarspel in de Indische wa
teren. Het zal daar zijn ingezet voor transporten binnen
de Indische archipel. Op 10 november 1752 vertrok het
onder Samuel Wanjon weer van Batavia.
Ze meet de Outcarspel er hebben uitgezien.
Fragment van een ets van Reinier Zeeman
18
Oktober 2008