Meester Veenstra vertelt
pakte de zondaar, die niet goed op zijn
tegel stond, eens flink in de kladden.
Rijtje voor rijtje gingen wij naar binnen
en konden de lessen beginnen.
Op school werd twee keer per jaar ver
gaderd. Eén keer om de schoolreisjes af
te spreken en één vergadering vlak voor
de overgang, waar we een leerlingbe
spreking hielden. Dat vond het hoofd
der school voldoende. Soms kwam hij
dan mijn klas binnen met een stapeltje
nieuwe leesboekjes, waar ik echt niet
om gevraagd had.
Het gezin Veenstra woonde aan de toen nog nieuwe
Gladiolenstraat 1 in Noord-Scharwoude
Aan de slag
Het salaris werd op de hulpsecretarie in het oude ge
meentehuis van Zuid-Scharwoude uitbetaald. We moes
ten het zelf halen. Ik mocht niet bij de juf van de tweede
achter in de auto zitten. Dat was niet gepast. Ondergete
kende zat dus mooi voorin, naast het hoofd der school.
Op de achterbank zat zijn vrouw, die ook voor de klas
stond, samen met de blonde juf.
Ik had een combinatieklas 3-4. Het waren wel meer dan
dertig leerlingen en sommigen spraken ook nog West
fries. Maar ik vond het geweldig.
Op de woensdagmiddag nam ik ook een knutselclub
van de Langedijker Jeugdvereniging "De Spoorzoekers"
van het hoofd over. Ik was toch eenmaal in het dorp. We
timmerden boven op de zolder bij de timmerfabriek. We
staken eerst een heel smal bruggetje
over, we zaten immers in het land
der duizend eilanden, en kwamen
dan in de fabriek. Hout hadden we
gelukkig genoeg en we knutselden
wat af. Als voorbeeld maakte ik een
bakje voor de knijpers. Het staat nog
steeds in ons huis. Ik vond het leuk
werk. Als het mooi weer was, gin
gen we op de fiets naar de duinen en
struinden daar wat rond. Zo leerde
ik de kinderen ook beter kennen.
Op school hadden we in de Lange-
dijk een leuk team: Meester Kriek
en zijn vrouw Jannetje Kriek-Baas,
Frits Endstra, Annet Hoveling, Elly
Das-Dekker en ik, zei de gek. Als de
school begon, had iedere klas zijn
eigen plekje om zich op te stellen.
Meester Kriek liep langs de rijen en
Lesgeven aan Langedijker kinderen
Ook ik was nogal streng. Een leerling, die
te veel kletste, zette ik voor straf in de hoek
en ook na schooltijd liet ik hem daar nog
even staan, natuurlijk met zijn gezicht in
de hoek. Dat had ik al te lang gezien. Hij
stak zijn vinger op en vroeg of hij naar het
toilet mocht. Dat kon natuurlijk niet, want misschien peerde
hij hem wel. Ik kende immers mijn pappenheimers.
Even later had hij de kleine boodschap in zijn broek
gedaan. Natuurlijk liet ik hem toen gauw gaan. Ik was
bang, dat hij de volgende dag de krant niet in mijn bus
zou doen, maar gelukkig vond ik mijn krant op mijn
vloermat. Om het weer goed te maken, mocht hij mij
helpen om de klas van meester Kriek te versieren, want
die werd jarig. Samen trokken wij vroeg het lokaal van
meester Kriek binnen. Hij mocht de bovenramen dicht
doen, want het was fris genoeg in het lokaal. Hij pakte
de lange stok met de ijzeren haak en sloeg het bovenste
raam aan gruzelementen. Dat was een mooie wraakactie.
Samen hebben wij de scherven opgeruimd en de slingers
opgehangen.
In de jaren zestig werd de oude school uitgebreid met een nieuw gedeelte
Oktober 2008
9