Einde van het tijdperk 'Slagerij Kuilboer' Het achterste gedeelte van een slage rij leende zich zeer goed voor het in richten van een slachthuis en voorin, naast de woonkamer, kon een winkel worden gemaakt. Op die manier werd het nieuwe pand volledig ingericht als slagerij, al moest men zich van de winkel vergeleken met de moderne tijd ook weer niet te veel voorstellen, want het grootste gedeelte van het vlees moest worden uitgevent. Het vlees moest met de hondenkar bij de klanten worden gebracht. Van een transportfiets was in het begin nog geen sprake en de hondenkar was dus het aangewezen vervoersmid del voor zulk werk. Later kwamen er transportfietsen voor in de plaats, waarmee de zoons en de knechten de straat werden opgestuurd. Een slager moest dus altijd "bestel lingen ophalen" en in de regel werd daarbij altijd weinig gesproken. Het ging meestal zo van: "Maar weer van 't zelfde?", waarop de huisvrouw dan antwoordde met "Ja". Dat was voor de slager voldoende. Een enkele keer, bijv. als de vrouw visite kreeg, kwam daar verandering in. Het gebeurde soms, dat de be- stellingophalende slager en de huis vrouw elkaar niet eens zagen. Bij de deur werd dan geroepen: "'t Zelfde maar weer Maartje?" en de vrouw riep dan "Ja" terug! De transportfiet sen waren uitgerust met een bagage drager op de voorvork voor het stuur en daarop ruste een grote rieten korf, waarin heel wat bestellingen konden worden opgeborgen. Maar vlees is zwaar en het was fysiek vaak een hele toer in de juiste koers te blijven. Het was een wet van Meden en Perzen dat de slager en de vleesbezorger ge kleed waren in een smetteloos witte slagerskiel. Voor moeder Kuilboer was het een behoor lijke opgave om steeds maar te zorgen voor kraakheldere witte jassen. Vooral in de twintiger jaren was dit niet altijd even ge makkelijk, want wasmachines of iets dergelijks waren er toen nog niet. Geloof maar dat er behoorlijk geboend moest worden op de kleren van de man en zonen om een goed resultaat te krijgen. Niettemin kweet de slagers vrouw zich goed van haar taak, want wat er ook is veran derd, bij vlees en vleeswaren was en is een goede hygiëne een eerste vereiste. De slagerij van Pieter Kuilboer aan de Spoorstraat. Pieter staat er voor met al zijn jongens. V.l.n.r. achteraan: Vader Pieter, oudste zoon Jan, Piet en Joop. Vooraan: Dirk, Cor en Peter. Aankoop eerste slagerij Op 10 juli 1907 kwam de slagerij van Cornelis Blauw aan de noordzijde van 'het nieuwe wegje' (nu Spoorstraat) in Oudkarspel in de openbare verkoop. Deze verkoop vond plaats in de herberg 't Huis de Brederode'. Koper van de slagerij werd Pieter Kuilboer uit Warmenhuizen, een landbouwer die dit geheel kocht voor zijn zoon Pieter Jr. De jonge Pieter was in 1882 geboren te Zijdewind en werkte op dat moment als slager in Hoorn. Hij had niet de financiële middelen om een complete slagerij te ko- Oktober 2007 5

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2007 | | pagina 6