r_- -
De kerken en de kerkgang van de Broekers; 2007
Momenteel telt het kerkver
band in Nederland ongeveer
130.000 leden, 280 kerken
zo'n 300 predikanten. De
vrijgemaakten beschouwen
zich als de wettige voortzet
ting van de Gereformeerde
kerk. Het was lang een ge
sloten blok, maar de laatste
vijf jaar komen ook hier gro
te veranderingen. Of je nu
in Maastricht, Roodeschool,
Den Helder of Axel kerkt,
dezelfde opzet van diensten
worden ook evangelischer.
De kerk van Broek telt plus
minus 275 leden, de mor
gendienst trekt rond de
tweehonderd kerkgangers
en een honderddertig in de
middag. Het is ook een ac
tieve gemeente met heel veel
jeugd, wat overigens ook lan
delijk geldt. De kerk in Broek kampt al jaren met ruimtege
brek. Uitbreiding is niet mogelijk in deze dichtbebouwde
dorpskern en men komt maar steeds niet met goede beslis
singen. Ten slotte nog iets over de Godsbeleving. Ze zijn
ondernemend van aard, de ligging is niet zwaarmoedig en
ze hebben een groot godsvertrouwen. Van de leden heeft
95% geen twijfels over hun behoud.
De Doopsgezinde kerk
De Doopsgezinde Kerk in Broek op Langedijk houdt de
datum van 30 november 1666 min of meer als officiële
oprichtingsdatum aan. Er zijn echter gegronde redenen
om aan te nemen dat het geen honderddertig jaar heeft
geduurd voordat volgelingen van de Friese prediker
Menno Simons vanaf Alkmaar naar de "Lange- en de
Koedijk" waren gekomen. In Alkmaar waren de 'ketterse
mennisten' al in het begin van de zestiende eeuw actief.
In het jaar 1531 worden aan de Ropjeskuil, toen nog de
Stropjeskuil, drie 'doperse ketters' met het zwaard ont
hoofd. De mennisten in heel Nederland hebben het aan
vankelijk zwaar te verduren.
Kloetende man
Ze werden vervolgd vanwege hun ketterse denken. Het
feit dat zij het zesde gebod: "Gij zult niet doodslaan"
letterlijk opvatten en consequent weigerden wapens te
dragen deed hen ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog
weinig goeds.Zij moesten daardoor hun diensten in
schuilkerken, die zij vermaningen noemen, houden. In
Langedijk, dat samen met Koedijk een doopsgezinde ge
meente vormt, ging men met de kloet naar een van de
vele eilandjes om daar heimelijke diensten te houden.
Het ontbrak de doopsgezinde kerk tot ver in de achttien
de eeuw aan daartoe opgeleide predikanten.
De kerkenraad heeft, gedwongen door de gevaarlijke
omstandigheden, weinig of geen notulen van de ver
gaderingen gemaakt. Omdat de oudste teruggevonden
geschriften over de doopsgezinden in Langedijk date
ren van 30 november 1666, wordt gemakshalve die da
tum als oprichtingsdatum gehanteerd. In de 'Mennonite
Encyclopedia' zijn echter al aanwijzingen te vinden dat
de mennisten al rond 1550 in Langedijk actief waren.
Toen in 1810 de staat de rente-uitkering tot een derde
verlaagde, zat de doopsgezinde kerk in heel Nederland
aan de grond. Veel vermaningen gingen dicht, maar de
Broekers hielden met twintig lidmaten het hoofd bo
ven water. Het kostte moeite en het onderhoud van het
houten kerkje met het rieten dak aan de Voorburggracht
leed er flink onder. Hoewel het aantal lidmaten tot 1858
bijna verdubbelde en er toen 35 doopsgezinden waren
ingeschreven bleef het een kleine gemeenschap. Maar
dit handjevol mensen wist in 1858 toch een nieuwe kerk
te realiseren. Op 29 juli van dat jaar legde J.A. Kroon er
de eerste steen voor. Het werd een piepklein kerkje, dat
destijds doelbewust aan het water werd gebouwd, want
nog altijd kwamen de Koedijkers kloetend naar de ver
maning in Broek op Langedijk.
Oktober 2007
53
hZT* -
M' II I .1--