Huizen aan de Langedijk Boerderijen Nu staan er niet veel stolpboerderijen meer in Lange dijk, maar ooit was dat anders. Bijna op elk perceel stond wel een boerderij en dan nog wel aan de huidige even kant van de Dorpsstraat. Daar waar de ruimte tussen de dorpsstraat en de Voorburggracht het toeliet, stond ook aan de 'lage kant' een boerderij. Dit kwam het meeste voor in Noord-Scharwoude en Oudkarspel. In Broek en Zuid-Scharwoude liep de straat vaak zo dicht langs het water dat er onvoldoende ruimte was. Het type boerderij in Langedijk was dat van een West-Friese stolpboerderij met voorhuis. Sommige exemplaren hadden een uitbouw aan de achterzijde, een 'steert' genaamd. De Langedijker stolp week af van de grotere stolpen in oostelijk West Friesland. Het piramidevormige dak was platter en de grote 'darsdeuren' ontbraken. Dit kwam doordat hier geen grote wagens hooi naar binnen hoefden te rijden. Hooi werd hier met een schuit over water aangevoerd. Een grote deur was hier dus overbodig. Deze stolpboerderij stond aan het zuideinde van Zuid- Scharwoude op de plek waar nu Dorpsstraat 248 (Beemster- boer) en 250 (Hoedjes) staan. Op de kadastrale kaart van 1825 staat de boerderij ingetekend met de naam van Jan de Graaf als eigenaar. De stolp moet gebouwd zijn in de 18e eeuw of zelfs nog wat eerder. Kort na 1900 werd deze boerderij, zoals zo velen in die tijd, gesloopt en vervangen door twee tuinderswoningen. Voor het linkse huis (nu 250) werd in 1902 de eerste steen gelegd door J.Balder. Later woonden hier Sieb en Jantje de Groot. Een enkele boerderij stond over het water van de Voor burggracht en was bereikbaar via een brug. Toch had Langedijk halverwege de 19e eeuw niet het aanzien van een plaats vergelijkbaar met Giethoorn. Afgezien van het Noordereiland (nu Molenkade) en Zuidereiland (nu Raadhuisbuurt) waren de 'eilanden' nog niet zichtbaar. Ruimtegebrek Vanaf 1850 vond er een geleidelijke verdichting van de bebouwing plaats. Langedijk was al grotendeels van een veeboerenstreek overgegaan op tuinbouw. De grote, vaak 17e eeuwse stolpen, moesten dus worden hergebruikt. Bewoning door meerdere gezinnen begon al voor te komen. Vaak woonde er een gezin in het oorspronkelijke voorhuis, één in de zogenaamde 'steert' en één in een deel van het vier kant van de stolp. De percelen gelegen aan de westkant van de Dorpsstraat behoorden vaak bij de boerderijen aan de oostkant. Hier door kreeg je een beeld van zogenaamde overtuinen. Dit principe is nog mooi te zien in plaatsen als Kolhorn en IJlst in Friesland. Door het in onbruik raken van de stol pen als veebedrijf, kwamen de stukjes grond tussen de straat en de sloot beschikbaar voor bebouwing op kleine schaal. Sommige van deze huisjes zijn nog herkenbaar in het straatbeeld, maar vooral in Zuid-Scharwoude zijn er veel tijdens de verkaveling gesloopt. Toen de stroken grond aan de westzijde van de Dorpsstraat waren volge bouwd, moet er iemand op het idee zijn gekomen om een akker te gaan bebouwen. Degene die daarachter ook een akker had, kreeg bij de bouw van zijn huis te maken met een voorbuurman die hem overpad moest verlenen. Een pad of eiland was geboren. Een goed voorbeeld van bouwen over de Voorburggracht. Rechts zien we huis en schuur van Van Nienes. Daarachter de Werfstraat, de Nederlanden en de Raadhuisbuurt. Links staat nu Dresspoint. Soms staan deze huizen in het verlengde achter elkaar -bijvoorbeeld het Zijperpad-, soms staan de huizen naast elkaar en vormen zo een straatje. Goede voorbeelden hiervan zijn de Kroonstraat in Oudkarspel en de Prinsen gracht te Zuid-Scharwoude. De Prinsengracht heeft haar naam te danken aan Dirk Prins die woonde in de bocht van de Voorburggracht. De bouw van het eiland was min of meer planmatig. Veel huizen werden gebouwd door timmerman/aannemer Piet Engeringh. Oude huizen Naast de stolpboerderijen, die veelal in de 17e eeuw wer den gebouwd, stonden er ook niet agrarische gebouwen in Langedijk. 54 Oktober 2006

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2006 | | pagina 55