L
I
yer <o
IbiaiiJiknemiM van <o
ranged
kh
He iMe
ILe
ker
ker
iijj
door Jan IJff
Inleiding
Aan de Langebalkweg wordt een groot kerkhof aangelegd.
Noodzakelijk omdat de oude dodenakkers bij de kerken
vol beginnen te raken. Lange tijd zag het er naar uit dat
cremeren het zou gaan winnen van begraven, maar de
oude vorm van teraardebestelling lijkt niet te verdwij
nen.
Begraven, het leggen in een graf, is een der oudste vor
men van dodenbezorging. Zo deden de oude Egyp-
tenaren al en zo is het nog bij de meeste Afrikaanse
en Amerikaanse volkeren, evenals bij de Christenen,
Joden en Moslims. In de eenvoudigste vorm is het de
dode bedekken met wat bladeren, gras of aarde. In een
hogere trap van beschaving veranderden deze vormen
iets. Er werd een graf gegraven of in de rots uitgehou
wen. De hunebedden zijn ook een vorm van graven en
ook de piramides en het mausoleum behoren daartoe.
Begraven in de kerk
In later tijden werden de mensen begraven in de kerk.
Hiervan zijn ook in de Langedijker dorpen nog veel
voorbeelden te vinden in de vorm van de vele graf
zerken in de vloeren van de kerken. In het jaar 1827
werd hieraan echter een einde gemaakt. Bij besluit van
Gedeputeerde Staten werd het begraven in de kerken
verboden. Men had evenwel wat tijdruimte, want dit
verbod ging in op 1 januari 1830. De dorpsraden had
den voldoende tijd om maatregelen te treffen, maar het
was wel even schrikken voor de bestuurders. Het laten
voldoen aan bepaalde eisen ging natuurlijk gepaard
met kosten en.u raadt het al, de dorpskas was vaak
leeg. Over het algemeen was iedereen het wel eens met
de maatregel. Men was tot het inzicht gekomen van de
toch wel onhygiënische toestand van het begraven in
de kerk.
Niet voor niets is in die tijd de uitdrukking 'rijke stin
kerds' ontstaan. Het waren meestal alleen de rijken
die in de kerk werden begraven. Stond een graf open
tijdens de kerkdienst, dan laat de rest zich raden. In
alle oude kerken in Langedijk bevinden zich nog vele
oude grafzerken, maar de stoffelijke resten eronder
zijn meestal geruimd. Vermeldenswaard is een zeer fraaie
grafsteen van Willem Dircz van Breeroo (Brederode) in de
kerk te Oudkarspel.
Kerkhoven
De raad van Oudkarspel nam op 12 september 1827 al
het besluit om tweehonderd gulden beschikbaar te stellen
voor de verhoging van het kerkhof. Voor diegene die een
familiegraf had in de kerk, had men een speciale regeling
getroffen. Dit familiegraf was in te ruilen voor een nieuw
graf op de begraafplaats. Er werden ook tarieven vastge
steld: zes gulden voor inkoop, voor het openen en sluiten
van een graf 2,60 en voor jaarlijks onderhoud één gulden.
Iedere eigenaar moest een paaltje van een voorgeschreven
model aan het voeteneinde van het graf plaatsen, voorzien
van een nummer.
Het graf van Willem Dircsz van Breeroo lag in de kerkvloer
van de kerk in Oudkarspel.
In Noord-Scharwoude vergaderde de raad op 18 februari
1829 over het begraafverbod in de kerk.
Ze stelde een reglement op om daarmee het begraven op
de algemene begraafplaats goed te doen verlopen. Ook
hier werden tarieven vastgesteld.
Zo moest voor het begraven om 12.00 uur drie gulden wor
den betaald. Om 14.00 uur was men twee gulden verschul
digd. Voor het gebruik van het sierkleed moest een bedrag
worden betaald variërend van 50 cent tot twee gulden. De
oude kerk verbrandde in 1934 (zie het artikel 'Verbrand, her
bouwd, verkocht' in dit nummer).
Bij de herbouw werden jammer genoeg alle oude grafste
nen opgeruimd.
Oktober 2006
45
a a
'/T