Moer en dochter"
De schutkolk van de oude sluis
De kolk mocht alleen gebruikt wor
den als dat echt nodig was. Een bij
komend nadeel was namelijk het
extra water dat telkens de polder
binnenkwam.
In een overzicht van de sluiswach
ter lezen we welke motorsche
pen geschut moesten worden met
behulp van de extra kolk:
De navolgende motorschuiten kun
nen gewenscht hun lengte niet in de
gewone of oorspronkelijke schutsluis
geschut worden en moet heen en terug
in de groote schutkolk geschut worden:
Namen van de eigenaars of schippers
der motorschuiten: Bertus Kamp, A.
Waiboer, G. Visser, P. Plugboer, B. Vroegop, L. Vroegop, T.
Kliffen, G. Kramer, C. Kooi, J. Kliffen, A.ten Bruggencate, W.
Kuiper, D. Dekker en de reserveschuit van J. Kliffen (hooi).
De navolgende motorschuiten moeten als zij uit den polder
gaan in de groote schutkolk geschut worden: Namen van de
eigenaars of schippers der motorschuiten: P. Metselaar, C. van
Schoorl, J. Plugboer, S. Bak en K. Kliffen."
Een schuit van tien tot beneden vijftien tonnen f -,15,-
Een schuit van vijf tot benede tien tonnen f -,12,5
Kleinere vaartuigen waarvoor beide deuren moeten geopend
worden f -,07,5
Vaartuigen waarvoor slechts een deur behoeft te worden
geopend f -,05 (Gedurende alle bovenstaande jaren ble
ven deze schutgelden gelijk)
De rechten tot inning van sluisgelden werden telkens
voor een bepaalde periode openbaar geveild en verpacht.
Een klein overzichtje van sluiswachters geeft mooi aan
dat de prijs van deze rechten tot inning per jaar nogal
uiteen liepen:
In het reglement en de voorwaarden, behorend bij deze
openbare veilingen, lezen we hoe deze forse bedragen
weer terugverdiend moesten worden:
"Ten aanzien van de heffing der schutgelden zal de pachter
gehouden zijn zich stiptelijk te gedragen naar het navolgend
tarief, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van den 25e October
1882, HM, luidende als volgt:
Er zal verschuldigd zijn voor het doorschutten van een schuit
van vijftien tonnen en meer inhouds grootte: f -,22,5
Een ander, nogal opvallend artikel uit deze voorwaarden,
behorend bij de verpachting van de inning van sluisgel-
den, luidde als volgt: "De pachter van de inning der sluisgel-
den zal gedurende dien tijd het regt van gebruik en bewoning
hebben van de sluiswachterswoning en het daarbij behorende
erf, doch onder uitdrukkelijke bepaling dat hij of één van zijn
gezin, geen beroep als tapper of slijter in sterke dranken zal
mogen uitoefenen. Ook dat hij of een van zijn gezin, aan per
sonen welke met hun vaartuig worden doorgeschut geen sterke
drank om niet zal mogen toedienen."
In 1921 werd de sluis grondig gerestaureerd. De produc
ten gingen toen naar Broekhorn, waar zij werden overge
laden op het inmiddels aangelegde spoor naar Alkmaar
en Amsterdam.
22
Oktober 2006
Van
Tot
Sluiswachter
Opmerkingen
1 april 1866
31 dec 1876
Jan Molles
f 520,- per jaar
1 jan 1868
31 dec 1870
Jan Molles
f 300,- per jaar
1 jan 1871
31 dec 1875
Jan Molles
f 300,- per jaar
1 jan 1876
31 dec 1881
Frans Blok
f 630,- per jaar
1 jan 1882
31 dec 1882
Frans Blok
f 630,- per jaar
1 jan 1883
31 dec 1883
Willem de Groot
f 910,- per jaar
1 jan 1884
31 dec 1887
Willem de Groot
f 1.120,- per jaar
1 jan 1888
31 dec 1892
Klaas Wagenaar
f 1.100,- per jaar
1 jan 1893
31 dec 1897
Gerrit Visser
f 1.450,- per jaar
1 mei 1898
31 dec 1899
Klaas Visser
f 1.100,- per jaar
1 mei 1905
30 apr1906
Klaas Visser
f 405,- per jaar