Schuitenmaker Gerrit Bakker
In het huishouden van Bakker was ook ruimte voor kost
gangers. We vinden namen als Jan Liefhebber uit Enk
huizen, Cornelis Sweep uit Warder en ook Dirk Goed uit
Oudkarspel. Dirk zou later zelfstandig schuitenmaker
worden in Zuid-Scharwoude, ter hoogte van de firma
Kramer.
Op een gegeven moment werd moeder Neeltje Bakker
Visser bij haar zoon en schoondochter in huis opgeno
men. Zij zou er tot haar dood in 1918 blijven.
Gerrit leefde in een tijd dat men praktisch dacht, getuige
het volgende voorval. 's Nachts rond drie uur werd er op
de deur geklopt: een klant, die om die tijd naar zijn land
ging om bloemkool te snijden, wekte hem.
"Wor 's wakker Ik moet ok an 't werk, dat den ken jij wel
an moin skuitje".
Luiheid was ook iets waar men een gruwelijke hekel aan
had. Op een dag moest hij hout halen in Hoorn. Om 4 uur
's morgens vertrok hij met de handkar, 's middags om
drie uur was hij weer terug. Toen moest 'ie nodig aan het
werk, want hij had de hele dag nog niks gedaan.
Portret van Gerrit Bakker, geschilderd door Jacob Luttge.
Op dit schilderij is niet te zien dat Gerrit een glazen oog had.
Gerrit en Cornelia zijn niet rijk geworden van de schui
tenmakerij. Een aardig voorbeeld van hun handelen
is het volgende. Van een klant in 't Waarland waren ze
nog behoorlijk wat geld tegoed aan een reparatie van
een schuitje. Eens per jaar kwam 'ie met de rekening en
kwam dan tevens het geld ophalen. Na veel moeite kon
de vrouw betalen, maar daarvoor moesten wel alle spaar
potten van de kinderen worden geleegd.
Weer thuisgekomen vertelde hij zijn vrouw, dat ze hele
maal de spaarpotten van de kinderen leeg moesten maken
om hem te betalen. Z'n vrouw zei: "Dat ken toch zo niet,
breng 't maar weer terug hoor!" En lopend bracht 'ie het
geld weer terug.
Het echtpaar Bakker kreeg, tot hun eigen verdriet, geen
kinderen. Zodoende werd er nooit een Bakker als opvol
ger voor de schuitenmakerij gevonden.
Willem Tiel
Op één van de schilderijen van Luttge staat achterin
tegen de werkbank de schuitenmakersknecht Willem Tiel
afgebeeld. Willem heeft jaren voor schuitenmaker Gerrit
Bakker gewerkt, was er in de kost en was min of meer een
dorpsfiguur. Willem Tiel had verrassende uitspraken. Zo
vond hij het bijzonder als hij mensen zag vissen. "Ik ver
zuip gien wurm, voor vier cent koop je een hering," zei hij
dan. Leren was volgens Willem niet goed voor mensen.
"Jare nei skool," zei hij dan," voor je 't wete hè-je een hêle
steert achter je an hangen. Niks waard, al dat geleer."
Van het maken van schuiten had hij veel verstand. Hele
maal lyrisch werd hij van een houten schuit, gemaakt
voor de firma Klinkert. "Dat is zo'n barre beste skuit,"
zei Willem, "die heb wossen kurve." Hij bedoelde dat
de kurven (spanten) gemaakt waren van kromgegroeide
(gewassen oftewel 'wossen') delen hout.
Het totale interieur van de schuitenmakerij werd
door Luttge uitgebeeld in olieverf. Vooraan is Gerrit Bakker
zichtbaar, achteraan tegen de werkbank is Willem Tiel.
Bronnen:
Gegevens uit het Regionaal Archief te Alkmaar.
Anekdotes, aangedragen door Dick v.d.Kommer, opgetekend
uit de mond van zijn schoonvader Jo Pluister, die vlak bij
Gerrit Bakker woonde.
Gegevens verteld door Jan IJff.
Oktober 2006
19