Belevenissen van een bakkersfamilie Trouwplannen Op 28 januari 1953 zijn Cor en ik getrouwd. Er was geen woning te krijgen en we dachten: als we nou een bakkerij kunnen kopen, dan hebben we ook een huis. We hebben overal rondgekeken, ook in Zaandam, Hilver sum en zelfs in Gelderland. Het maakte ons niet uit, waar we zouden wonen. In Oudkarspel zat bakker de Groot, zijn zoon had de bak kerij overgenomen, maar zijn vrouw kon niet wennen en na vijf jaar vertrokken ze naar Boskoop. Zodoende kwa men we in Oudkarspel terecht. De oude bakker de Groot hielp ons in het begin nog, zelf gingen hij en zijn vrouw in Zuid-Scharwoude wonen ten noorden van café 'De Roode Leeuw', daar hadden ze nog een filiaaltje van de bakkerij. Hun dochter trouwde later met Reijer van der Vliet. Ik herinner me nog de eerste dag in de winkel: ik stond er direct alleen voor, ik wist niks, maar ik dacht: dit zal ook wel lukken. Gré in de winkel, winter '53/'54 We begonnen in Oudkarspel in 1953, op een zaterdag. Er stond die dag heel veel wind en de volgende dag hoor den we, dat in Zeeland de dijken waren doorgebroken. De eerste dag hadden we hartstikke leuk verkocht, we waren helemaal uitverkocht. 's Avonds zaten we het geld te tellen, we waren zo blij Van blijdschap gooide ik het geld door de kamer. Een moeilijk begin Cor: Toch was het moeilijk in het begin, we hadden alleen oudere klanten. Als er nieuwe mensen kwamen wonen, vroeg ik of ik brood mocht leveren. De bakkerij die we overnamen van bakker de Groot, was erg oud en smerig. Als de klutsmachine draaide, stond het huis te trillen. De oven was geïsoleerd met zand, maar er zaten scheuren in en het zand liep er doorheen. Op zondag moesten we de oven alvast opstoken om hem warm genoeg te krijgen. In 1953 gebruikten we nog houtmot, dat konden we van Eecen krijgen. Jan Mulder bracht het en voor het vervoer moesten we dan een beetje betalen. Daarnaast gebruikten we steenkool. Ik kon geld lenen van een vroegere baas van mij en na driekwart jaar konden we daarom een andere oven kopen, de Econoom (hout gestookt), die kostte 3000 gul den. We konden er zestig broden in bakken. Ook de bakkerij werd verbouwd. En van lieverlee kregen we steeds meer klanten. Later kochten we een Matador (op gas), in deze oven zaten drie ovens boven elkaar en je kon er 120 broden in kwijt. Onze laatste oven was een Werner Phleider, die was roterend en verwarmde via buizen waar heet water door heen liep. Je kon er 200 broden in bakken. De oven ziet er uit als een kast en je kunt er een kar in rijden. Dat maakte het werk een stuk lichter. Want door het schieten van de broden in de oven, waarbij ik altijd boven mijn macht werkte,was mijn schouder ver sleten. Frank gebruikt deze laatste oven nog steeds. Samen in de bakkerij, 1958 Van transportfiets naar Opel-bestel Gré: De winkel was open van maandag tot zaterdag, van acht tot zes uur. Doordeweeks begon Cor om kwart over vier, op zaterdag om twee uur 's nachts. We schreven heel veel op, anderhalf blokje van vijftig velletjes per week, en we hadden ook een winkelboek (twintig procent werd in de winkel verkocht). Toch viel het betalen op rekening erg mee. Veel mensen betaalden één keer per week. Op vrijdag maakte ik de briefjes klaar, die de venters dan op zaterdag meenamen. Oktober 2006 11

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2006 | | pagina 12