1*
4
Burgemeester Arie Slot van Broek op Langedijk
De lantaarnopsteker
Vanaf 1880 bestond de straatverlichting uit olielampen.
Dirk Pasterkamp werd aangenomen als lantaarnopsteker
tegen een jaarwedde van fl 90,-. Deze Pasterkamp deed dit
al jaren iedere dag en was nooit vrij. De levering van olie
ging bij inschrijving, later ook de functie van lantaarnop
steker. Het was een arme tijd en er kwam al meer concur
rentie voor deze baan. Dirk Pasterkamp was daar niet blij
mee. Ook hij moest in zijn levensonderhoud voorzien.
Hij deed zijn beklag bij de burgemeester die vond dat deze
man het al die jaren naar volle tevredenheid had gedaan.
Hij adviseerde de lantaarnopsteker bij de volgende inschrij
ving zo laag mogelijk in te schrijven. Dit trok Pasterkamp
helemaal niet aan, maar Slot had
de oplossing voor diens probleem.
"Jij neemt de olie er af die jij nodig
hebt voor een heel jaar licht en ko
ken en geen gezeur meer."
De Spaanse griep
Het was in het jaar 1914 toen
Europa werd geteisterd door
de Spaanse griep. Een epidemie
waaraan miljoenen mensen zijn
gestorven. Ook in Broek waren
vele ernstig zieken en sterfgeval
len door deze griep.
Het was een zware tijd en men
probeerde zo goed en zo kwaad
het werk dat gedaan moest wor
den te doen. De kool moest wor
den binnengehaald en werd met
de schuit naar de veiling vervoerd.
Dit ging rustig en gaf geen onno
dig lawaai voor de zieken thuis.
Daarentegen kwamen de tuinders
uit Heerhugowaard met paard en
wagen en moesten door de smalle
dorpsstraat naar de veiling. Dit maakte een hels lawaai
omdat de wielen waren beslagen met ijzeren banden.
Burgemeester Slot gaf opdracht om over de klinkerstraat
stro uit te spreiden om zo het geluid van de ratelende wa
gens te dempen. Om de mensen weer wat moed te geven,
gaf hij het fanfarekorps 'Vriendenkring' (in 1893 opgericht
als voorloper van het nu bestaande korps Advendo) de
opdracht om tweemaal in de week door het dorp te gaan
met vrolijke muziek. Bij de ernstig zieken en stervenden
werd zachte koraalmuziek gespeeld.
Huizentoewijzing
Het volgende verhaal deed de ronde bij de toewijzing van
nieuwe woningen.
Deze verdeling vond plaats in de raadszaal. Op een ge
geven moment werd de naam van een familie genoemd
voor toewijzing.
Daar was Slot het absoluut niet mee eens en zei: "Nei hoor,
deuze mense niet. Dat is een bar kladdig woif."
Reizen
Burgemeester Slot hield van reizen. Dat was in begin 1900
niet zo gewoon als nu in onze tijd.
Hij reisde diverse malen naar Londen en bezocht Brussel,
Parijs, Berlijn, Rome en Venetië. Ook maakte hij graag een
uitstapje met zijn vrouw en vijf kleindochters naar Den
Haag of Amsterdam.
Het programma bestond uit lekker opsteken, gezellig eten
en drinken. Ook mochten de kleindochters winkelen en
werden er mooie dingen gekocht. Mijn moeder had daar
nog fijne herinneringen aan.
Zijn derde vrouw Grietje Balder overleefde hij nog twaalf
jaar. Ondanks het verlies zijn de laatste levensjaren niet
somber verlopen. Integendeel, samen met zijn huishoud
ster Neeltje de Niet uit Scheveningen had hij nog een
mooie en gezellige levensavond.
Op 1 januari 1926 toog Arie Slot met 't Broeker spoortje
naar Alkmaar. Van daaruit liep hij nog naar zijn dochter
Maartje in Heilo. Na een gezellige dag, waarin niets er op
wees dat hij niet goed was, overleed hij de volgende dag
op ruim 85-jarige leeftijd.
Wf,\
Arie Slot en Grietje Slot-Balder met hun vijf kleindochters. Staand v.l.n.r: Aaltje Slot
(trouwde Jan Paulus den Hartigh), Aagje Wagenaar (trouwde Klaas Glas), Wijntje
Wagenaar (trouwde Klaas Glas), Grietje Slot (trouwde Jacob Glas). Zittend: Grietje
Wagenaar (trouwde Gerrit Koedijk).
Oktober 2005
7