I
i uit d
Mane
.e
liDirancj
n <d
lie
door Cees Rutsen
Inleiding
De wereld wordt steeds gewelddadiger. Zinloos geweld,
extremisme en aanslagen zijn schering en inslag en de
saamhorigheid uit vroeger dagen is vandaag de dag ver
te zoeken. Amerikaanse toe
standen, waarvan men 50 jaar
geleden zei dat die bij ons niet
zouden plaatsvinden, zijn al
heel gewoon aan het worden.
Nu valt dit in een gemeen
schap als de Langedijk best
wel mee, maar toch, opoffe
ringsgezindheid, zoals dat een
60 jaar geleden werd getoond,
zul je niet zo gauw meer te
genkomen. Wie zal nog een
jaar lang iedere avond en ie
dere zaterdag bij een ander
voor niets aan het werk gaan?
Welnu, hierover gaat het vol
gende artikel.
Brand
't Was Zondagavond 17 febru
ari 1948, een uur of zeven en
een avond als zo velen in die
dagen. De Rooms Katholieke
kerk zat vol kerkgangers. De
dorpsjeugd stond na het eten
te 'beurzen' zoals dat heette,
bij Schouten aan de Dorpsstraat en in de gezinnen zou
de zondagavond als altijd doorgebracht worden met spel
letjes of bij de radio. Televisie was nog een onbekend ver
schijnsel.
Plotseling ging bij alle brandweerlieden van Zuid-
Scharwoude de telefoon. Brandbellen was voor het korps
nog een vrome wens en daarom werden de manschappen
opgeroepen per telefoon en door een melder voor dege
nen die geen telefoon hadden. "Uitslaande brand bij ons
medelid Cobus van der Zel".
Voor de toenmalige begrippen(men had nog geen auto,
dus de spuit moest lopende naar de brand worden ge
bracht) was men zeer snel ter plaatse en na een kwartier
kon met tien stralen water worden gegeven.
Het pand was één loeiende vuurzee. Van binnen was alles
met houten wanden ingedeeld en door het alle dagen sto
ken van de bakkersoven was alles kurkdroog. Bovendien
liep door het hele huis een lange gang wat als een schoor
steen werkte. Toen de ramen sprongen rolden de vlammen
over de weg tegen het houten voorschot van het huisje
van vrouw Poppes. Maar met hulp van de korpsen van
Oudkarspel en Noord-Scharwoude wist de brandweer de
naastgelegen panden van Mulder en Hendrik Metselaar
te behouden, hetzij na veel moeite.
Na verloop van tijd was er niet veel meer over dan een
rokende puinhoop, maar het nablussen duurde tot de vol-
Cobus zijn oven altijd met mot stookte en er nogal non
chalant mee omsprong. Blijkbaar had dit mot, dat altijd
bij de oven op een hoop lag, vlamgevat met alle gevolgen
van dien.
De oude bakkerij van Cobus
plaats van het hek linksvoor
gende morgen 7 uur. De oorzaak was gelegen in vt feit dat
van der Zel vóór de brand. Het pand staat links op de foto. Op de
is nu de ingang van de Lindenlaan.
Het vervolg
Reeds de volgende dag kwam Klaas Metselaar, ook met
selaar van beroep en lid van de brandweer van Zuid-
Scharwoude, tevens buurman van Cobus van der Zel met
het idee om de bakkerij van Cobus gezamenlijk met de
brandweer van Zuid-Scharwoude weer op te bouwen. Na
ampele besprekingen werd besloten om dat toch wat bre
der op te zetten en te vragen of de andere korpsen van
Langedijk mee wilden doen. Behalve het korps van Broek
op Langedijk zegden allen hun medewerking toe en na
enkele dagen werd er een vergadering belegd, waarbij
burgemeester Schelhaas als hoofd van de brandweer en
oppercommandant de Jong ook aanwezig waren.
De Jong, tevens gemeentearchitect, zegde toe een ont
werp te zullen maken en voor de nodige vergunningen te
zorgen. Voorts werden er die avond spijkers met koppen
geslagen, wat betreft de organisatie. Nu was het zo, dat
de brandweer zowat alle beroepen in haar gelederen had:
metselaars, timmerlieden, schilders, loodgieters, elektri
ciens en winkelbetimmering. Alleen, iemand moest de lei
ding hebben en dat werden Klaas Metselaar en Jan Rutsen.
De bedoeling was dat Cobus vóór de Sinterklaastijd weer
volop zou kunnen bakken. Met vereende krachten, waar
bij in oktober en november de hele brandweer de handen
uit de mouwen stak, lukte dat ook. Iedere avond werd
er gewerkt tot tien uur, half elf en ruim voor Sinterklaas
stond de bakkerij weer overeind.
40
Oktober 2005
LL O