Oude landkaarten l W CLAAS StfAA' ;i j Hoogh-he^^ De graveurs konden zich uitleven in de wapenschilden van de hoogheem raden. Een zeer bekende en heel veel geraadpleegde kaart is die van "Het Hoogheemraadschap van de uitwaterende slui zen in Kennemerland ende West-Friesland", uitgegeven in het jaar 1680. Een kaart die zo nauwkeurig is vervaardigd, dat het bestuur van het Hoogheemraadschap deze zeker honderdvijftig jaar heeft gebruikt. De aanleiding voor het laten vervaardigen van deze kaart was dat alle meren in Noord-Holland boven het IJ reeds waren droog gemalen en er geen veranderingen meer waren te verwachten. Een uitzondering hierop vormde het Koegras, dat nog een Waddenzee was. De prachtig uitgevoerde kaart, welke een afmeting heeft van 164 cm breed en 128 cm hoog, heeft echter een lange tijd van voorbereiding en metingen gevergd. De opdracht werd gegeven aan de als zeer kun dig bekend staande landmeter Jan Jansz. Dou, ook vaak Johannes genoemd. De eerste besprekingen daartoe von den plaats in Amsterdam en wel in maart 1660. Hij was landmeter in vaste dienst bij het Hoogheemraadschap Rijnland en tevens notaris te Leiden. Zijn verplichtingen die hij daar had en tevens de zeer gebrekkige meetinstru menten waarover hij beschikte, hebben ertoe bijgedragen dat hij met zijn metingen pas in 1677 gereedkwam. De graveurs konden hun artistieke aanleg bewijzen in de decoraties die op de kaart te zien zijn. Rond het wa pen van het Hoogheemraadschap werden figuren uit de Griekse mythologie aangebracht, die op zichzelf ook weer een heel verhaal vertellen. Het wapen Het wapen zelf bestaat uit drie stellen sluisdeuren met een dubbele adelaar met kroon, ontleend aan het wapen van Karel V die het Hoogheemraadschap in 1544 stichtte en waaraan de Hollandse leeuw op de borst van de ade laar is toegevoegd. Op de zinnebeeldige voorstelling zien we links de vrouw Aphrodite, godin van de schoonheid en liefde, met sluisdeuren op haar hoofd. Een staf, met daarin een oog, en een molen zijn het symbool van de waakzaamheid. Dit geldt ook voor de kraanvogel met een steen in zijn poot. Hoe is Dou te werk gegaan? Algemeen wordt aangeno men dat hij voor een goede grondslag de driehoeksme ting heeft toegepast. Hij construeerde driehoeken, waarbij de hoekpunten werden gevormd door duidelijk zicht bare punten in het terrein, hoofdzakelijk kerktorens.De meetinstrumenten die hem ter beschikking stonden, wa ren heel eenvoudig. Ze bestonden uit een lange metalen ketting, een passenteller (elke pas werd omgerekend in centimeters), een kompas en een hoekmeetinstrument. Voor het achterhalen van de na men van sloten, kleine polders enz. werd contact gelegd met mensen die plaatselijk goed be kend waren. Alles werd hierna in kaart gebracht. Toen al deze gege vens waren verzameld, kon men gaan zoeken naar goede graveurs die alle letters moesten overbren gen op de koperen drukplaten. Dit dwingt bewondering af als men weet dat elke letter in spie gelbeeld moest worden ingesne den in de koperen drukplaten, waarvan er zestien nodig waren voor deze grote kaart. De gra veurs konden zich uitleven in de wapenschilden van de dijkgra ven en de hoogheemraden die op oude kaarten nooit ontbreken. Het wapen met daar omheen de zinnebeel dige voorstellingen. Oktober 2005 33

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2005 | | pagina 34