Herinneringen aan de familie Nap
reparatie en verkoop van
huishoudelijk goed zijn
brood verdiend, met nu
en dan wat smidswerk.
In 1931 kwam de smederij
van Van Galen te koop. Dat
was de smederij van voor
heen Jan Visser, alwaar hij
als 15-jarige ooit is begon
nen en mijn vader heeft die
toen gekocht. Eén van de
belangrijkste dingen ver
geet ik nog, want toen hij
in Barsingerhorn werkte,
leerde hij op een of andere
dansavond mijn moeder,
Geertje Otsen, kennen.
De smederij van Jan Visser. Het pand is reeds vele jaren verbouwd en doet nu dienst als meubelzaak
van Kayer. Links staat een nog jonge Klaas Nap, daarnaast smid Jan Visser. Helemaal rechts staat
Willem van Dok, werkzaam bij de gasfabriek in Noord-Scharwoude.
Na zijn eerste leerjaren is hij op 18- of 19-jarige leeftijd
vertrokken naar Borculo in de Achterhoek waar hij enige
jaren heeft gewerkt. Met behulp van Duitse leerboeken en
het P.B.N.A. heeft hij daar zijn electropapieren behaald.
Daarna, de jaartallen weet ik niet, is hij in Barsingerhorn
terechtgekomen, in de smederij van het echtpaar Gorter.
Dit was een echtpaar zonder kinderen, waar hij ook bij in
de kost was en bijna als hun eigen kind werd behandeld.
In die tijd was de smid niet alleen smid, maar ook b.v. fiet
senmaker, elektricien, loodgieter, hoefsmid, kachelsmid,
enz. enz., maar ook kwam de dokter er om zijn
auto na te laten kijken en te repareren.
En die dokter vond het nodig dat mijn vader
zijn rijbewijs ging halen. Dus op een goeie dag
gingen ze naar Schagen waar er een exami
nator bij hun in de auto stapte. Ze reden een
rondje om de kerk, gingen een stukje achter
uit en zo had mijn vader al zijn rijbewijzen in
één keer in zijn zak. Niet alles ging natuurlijk
zo gemakkelijk. Want samen met Gert Hart is
hij ooit een zaak begonnen genaamd "Electro-
Technisch-Buro", en ze hadden ook samen een
reizende bioscoop, maar dat was geen financi
eel succes.
Ze woonde in Kolhorn,
dus niet zo ver van zijn
werk. Haar vader, Cornelis
Otsen, was visserman en
moest op de voormalige
Zuiderzee zijn brood ver
dienen met een Staverse-jol
waarmee ze hoofdzakelijk op ansjovis visten. Op 3 april
1925 trouwden ze in het gemeentehuis van Barsingerhorn
en kwamen in de al genoemde smederij op de Spoorstraat
in Oudkarspel te wonen. Dit is allang geen smederij meer,
want nadat Jan Posthumus er jarenlang in heeft gezeten, is
het een kapperszaak geworden. De geschiedenis herhaalt
zich een beetje, want toen mijn ouders daar zaten, was
de andere kant van het huis - het is een huis twee-onder
één-kap - ook een kapperszaak, namelijk de zaak van Cor
Langedijk met als jongste bediende Jan Beenken.
Eigen baas
In 1924 heeft hij de smederij van mevr. de
weduwe de Leeuw gekocht. De smederij
stond op het "Weggie", later omgedoopt in
"Spoorstraat", en was enkele jaren daarvoor
verbrand en °pnieuw °pgeb°uwd. Zeven De winkel aan de Spoorstraat.
jaar heeft hij daar hoofdzakelijk in de rijwiel-
30
Oktober 2005