Langedijker veldwachters.
Cornelis van der Molen Rijksveldwachter
De opvolger van Jongepier kwam in de Wieringerwaard
ter wereld op 14 oktober 1864. Zijn vrouw Henderica
Voorthuijsen zag vier jaar eerder in de Zijpe het levens
licht. Het gezin woonde achtereenvolgens in de Haarlem
mermeer, Haarlem en Alkmaar. In april 1906 verhuisde
men naar Noord-Scharwoude. Van Van der Molen bestaat
een foto uit 1914, genomen voor het gemeentehuis van
Zuid-Scharwoude. De Rijksveldwachter had toen nog
wel standplaats Langedijk, maar woonde sinds november
1909 in Broek.
Het gezin Van der Molen, met inmiddels drie kinderen,
verhuisde begin 1924 naar Heiloo.
Leuring Rijksveldwachter
Ook van Leuring is niet veel terug te vinden. Wat we we
ten is uit overlevering.
De veldwachter moest toezien op de juiste sluitingstijd
van de cafés in de gemeente. Wanneer de politieman in
de deuropening verscheen dan was dit voor kastelein en
bezoekers het sein om er binnen korte tijd een punt achter
te zetten. Natuurlijk probeerde men dit zo lang mogelijk
te rekken, maar meestal was de handhaver der wet on
vermurwbaar. Leuring liet zich in Café 'Het Bonte Paard'
(later Tivoli), toen hier een bruiloft een de gang was, toch
een keer overhalen om even aan te schuiven aan de tap
en een glaasje bier te nuttigen. Hierna volgden er nog een
paar en het eind van het liedje was dat de veldwachter
voorop ging in de polonaise en totaal vergeten was dat hij
gekomen was om de tent te sluiten.
Peter van der Mars Opperwachtmeester
Van der Mars werd op 24 april 1899 te Epe geboren. Hij
kwam op 13 juli 1937 vanuit Loenen naar Noord-Schar
woude. Als beroep staat vermeld: Opperwachtmeester
der Staatspolitie. Van der Mars was gehuwd met Aaltje
Kramer en het echtpaar had geen kinderen. Zij vertrokken
op 7 juni 1947 naar Weesp.
Dirk Jan Hendrik Joor Opperwachtmeester
Dirk Joor, Opperwachtmeester der Rijkspolitie, heeft hier
'gestaan' als politieman tijdens de oorlogsjaren. Geboren
op 24 november 1901 te Kampen, kwam hij rond 1938
naar Oudkarspel, waar hij zich vestigde aan de Spoor
straat. Hij was gehuwd met Dirkje Canten en had twee
zonen en twee dochters. Tijdens de bezettingsjaren was
Joor commandant van de ondergrondse verzetsbeweging
in Noord-Scharwoude en Oudkarspel. Hij vertrok op 9
april 1949 naar Kamerik.
Zuid-Scharwoude
Jan Stammes gemeenteveldwachter
In de jaren '20 van de 19e eeuw staat Stammes te boek als
'dorpsdienaar', een toenmalige aanduiding voor veld
wachter. Hij moet toen al op leeftijd zijn geweest. Hij over
leed op 29 april 1850 op de leeftijd van 88 jaar. Hij was
toen weduwnaar van Elisabeth Mens.
Klaas Joman gemeenteveldwachter
Joman staat tegelijk met Jan Stammes genoemd als veld
wachter of dorpsdienaar. Het lijkt er op dat Stammes be
gin '20 deze functie vervulde, Joman een jaar of twee en
vanaf 1825 weer Jan Stammes.
Dirk Blom gemeenteveldwachter
Blom is rond 1840 dorpsdienaar, hij is dan 28 jaar oud en
treedt op als getuige bij een overlijdensaangifte. In de
daaropvolgende jaren is hij nog vaak getuige maar dan
met het beroep van landbouwer of landman. Er valt niet
op te maken of hij nog als veldwachter in functie was.
Ariën Jongerling, gemeenteveldwachter
Een veldwachter met een lange staat van dienst is Ariën
Jongerling. Ariën werd in Zuid-Scharwoude geboren op 4
maart 1818 als zoon van Dirk Jongerling en Aaltje Ariëns
Blom. De eerste jaren van zijn arbeidzame leven was hij
landbouwer. Op 29 maart 1846 trouwde hij met Dieuwer-
tje Kok uit Barsingerhorn. Zijn tweede vrouw Aaltje de
Roo huwde hij in 1855. Hij komt het eerst in 1847 voor als
veldwachter op de leeftijd van 29 jaar. Het heeft er van dat
hij in het begin nog geen voltijds politie was, want bij een
aangifte in 1848 is hij landbouwer van beroep.
Het salaris van Ariën bedroeg f 75,- per jaar. Daarnaast
verdiende hij er wat bij, zoals het onderhoud op de be
graafplaats in Zuid-Scharwoude voor f 7,40 of het bijhou
den van de singel om het kerkhof met een loon van f 2,10
halverwege de jaren '50 van de 19e eeuw. In 1855 waren
er verkiezingen waarvoor de veldwachter extra diensten
verrichtte. Dit klusje, plus het bestellen van dienstbrieven
en rondbrengen van aanslagbiljetten leverde hem f 9,50
op. In hetzelfde jaar betaalde de gemeente hem f 0,13 voor
het rondbrengen van de Alkmaarsche Courant. Vlak voor
hij afzwaaide werd het salaris van de veldwachter ver
hoogd naar honderd gulden per jaar. Voor het laatst staat
hij genoemd in mei 1871, hij is dan 53 jaar.
Nog verscheidene jaren vinden we de oud-veldwachter
terug als nachtwacht voor een jaarsalaris van f 70, - in 1873
naar f 95,- in 1879. Er zat dus wel degelijk vooruitgang in.
Doodgraver was hij ook nog, hetgeen hem nog eens vijftig
gulden opleverde. Ariën overleed uiteindelijk op 27 juli
1888 in de leeftijd van zeventig jaar blijkens de aangifte
van zijn zoon Klaas die watermolenaar in Broek was.
Willem Wognum, gemeenteveldwachter
Willem volgde in juli 1871 veldwachter Jongerling op. Hij
profiteerde gelijk van het ophogen van de jaarwedde naar
honderd gulden. Helaas heeft hij er amper van geprofi
teerd want op 1 juli 1873 ontving Grietje Slesker, weduwe
van Willem Wognum de laatste f 25,- salaris. Willem was
namelijk op 20 mei van dat jaar op de jeugdige leeftijd van
38 jaar overleden.
Cornelis Kruk gemeenteveldwachter
Als opvolger van de jong overleden Willem Wognum
werd Cornelis Kruk aangesteld.
50
Oktober 2004