Langedijker veldwachters. Rijksveldwacht Echte rijkspolitie bestond feitelijk niet. Met name in het zuiden bestond het Wapen der Koninklijke Marechaussee. Hun hoofdtaak bestond uit het transporteren van gevan genen en het handhaven van de orde bij rechtszittingen. Nederland bestond op een zeker moment uit vijf distric ten, waarvan Noord-Holland en Utrecht samen één vorm den. Af en toe werden er directeuren benoemd en weer ontslagen, waarna procureurs-generaal bij de gerechtsho ven de leiding weer opgedragen kregen. Inspecteurs en commissarissen werden benoemd maar rond 1860 hield dit weer op. Gemeenten die toch een hogere politieamb tenaar wilden, moesten deze maar rekruteren uit de ge meentepolitie. Zodoende bestond het fenomeen van de onbezoldigde rijkspolitie. De Rijksveldwachters waren vanaf 1893 ingedeeld in ne gen districten die weer waren onderverdeeld in brigades. Het district Amsterdam was het 6e district en omvatte de arrondissementen Amsterdam, Alkmaar en Haarlem en verder elf brigades. Het huidige Langedijk viel, merk waardig in onze huidige opvattingen, onder twee ver schillende brigades. De brigade Alkmaar bestreek een breed gebied ruwweg begrensd door de driehoek De Rijp, Egmond, Schoorl. De dorpen Noord- en Zuid-Scharwou- de en Broek behoorden hierbij. Oudkarspel viel onder de brigade Schagen, een gebied waar ook o.a. Anna Paulow- na, de Zijpe en Wieringerwaard, de Niedorpen, Warmen- huizen en Harenkarspel onder vielen. Taak van de veldwachter Wat was nu precies de taak van een veldwachter? Bijna op alles wat maar denkbaar was bestond een 'keur' oftewel een politieverordening. Te denken valt aan het ophalen van huisvuil, het opsteken van de lantaarn, vervoer per beurtschip, het onderhoud van wegen door particulieren, sneeuwruimen, noem maar op. Veel dingen werden ge schouwd: wegenonderhoud, hooibroei, tot het verwijde ren van rupsen in sommige plaatsen. Op al deze zaken diende de veldwachter toezicht te houden. Naast zijn werk als boodschappenjongen voor de burgemeester en de gemeentesecretaris bleef er niet zo veel tijd over voor het echte politiewerk. Toch was de veldwachter prak tisch onmisbaar voor de bevolking. Vaak kende hij ieder een en wist hij wat er onder het volk leefde. Hierdoor kon hij vaak snel en ook vaker goed optreden. Toch maakte die persoonlijke betrokkenheid het uitoefenen van de politie functie ook wel eens moeilijk. In de 'Keur of politieverordening der banne Zuid-Schar- woude' uit 1936 vinden we een artikel waar de veldwach ter best op gelet zal hebben. Er staat namelijk bij artikel 6: Het is verboden te varen met motorbooten langs de Voor- of Achterburggracht. Van dit verbod kan het bestuur (burge meester en wethouders van Zuid-Scharwoude) schriftelijk ontheffing verleenen, onder daarbij nader te stellen voorwaar den. Nimmer zal men echter met motorbooten door genoemde grachten mogen varen met een grootere snelheid dan 2 (twee) K.M. per uur. Het is wel opvallend dat de politieverordening van de banne Oudkarspel uit 1925 ook een dergelijk artikel bevat. Alleen mocht je hier harder varen. In artikel 9 lezen we: Het is verboden met vaartuigen, door middel van een motor voortbewogen, in de Burggracht, voor zover eigendom van de Banne, te varen met een grootere snelheid dan drie Kilometer in het uur, in andere hoofdvaarten met een grootere snelheid van zes Kilometer in het uur. Artikel 13 regelt dan de boete: Iedere overtreding of nalatigheid wordt gestraft met een boete van ten hoogste vijfentwintig gulden. Voor die tijd was de boete toch wel een fors bedrag. De Algemeene Politieverordening der gemeente Broek op Langendijk uit 1926 regelde meer zaken dan die van de Banne. Artikel 6 meldt hier: Ter voorkoming van ongelukken worden, zoo noodig, beschonken personen tijdelijk door de politie in veilige bewaring gesteld. Artikel 10 was ook zo'n bepaling om te laten controleren door de handhaver der wet. Hier staat: Het is verbooden op de straten, pleinen en wegen: a. paarden te doen schrikken of pogingen daartoe aan te wenden; b. zonder verlof van den geleider op voer- of rijtuigen te klimmen of er aan te hangen. Artikel 17 is ook wel aardig om even te noemen: Het is verboden vermomd of onkenbaar gemaakt in het openbaar te verschijnen. Tot handhaving der openbare orde kunnen de overtreders van dit artikel onmiddellijk verwijderd worden. Tot slot artikel 24, onder het hoofdstuk 'Van herbergen en tapperijen': De logementhouders, herbergiers, tappers, koffie- en bierhuis houders zullen hunne inrichtingen des morgens niet mogen ope nen voor één uur vóór zonsopgang en zullen des avonds te 10 uren weder moeten sluiten, na welk uur het verboden is gelagen te zetten, te tappen, sterken drank of andere, hoe ook genaamde ververschingen te verkoopen of om niet weg te schenken. Langedijker veldwachters Er volgt nu een opsomming van gemeente- en rijksveld wachters per dorp, beginnende in Oudkarspel. Zoals ge zegd is gestreefd naar volledigheid, maar niet van alle wetsdienaars is een compleet overzicht te maken. Oudkarspel Jan Zomer Waarschijnlijk wordt hier de onderwijzer Jan Zomer be doeld. Dit is evenwel niet zeker. Misschien komen we hier nog eens uit. Jan Kuijper agent van policie (bijdrage van Jan Marsman Sr) Bekendmaking van de Gemeente Oudkarspel. De burgemeester van Oudkarspel, heeft goedgevonden: Tot dienaar van Policie in de gemeente Oudkarspel ter vervanging van Jan Zomer te benoemen en aan te stellen Jan Kuijper, slager en vleeschhouwer te deze gemeente op een tractement van Vijftig gulden in het jaar. En zal deeze in Originale aan hem worden uitgereikt tot aanstelling. 44 Oktober 2004

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2004 | | pagina 45