X
De geschiedenis van een huis en zijn bewoners.
de westkant kon worden gemaakt.
Iets dat voor een schilder erg prettig
is. Tegelijk werd een fundering van
betonplaten aangelegd die verbon
den werd met een nieuwe beschoei
ing langs de Voorburggracht. Het
werk werd uitgevoerd door de firma
Jan Rutsen en Zn.
Vanaf zijn lagere schooltijd had Jan
Oudendijk verschillende vakdiplo
ma's gehaald voor het schilders
vak. Omdat hij op 14-jarige leeftijd
knecht bij zijn vader werd, verloor
hij de middenstandsopleidingen uit
het oog. Vanwege het ontbreken van
vestigingspapieren werd Jan Ou
dendijk zodoende gedwongen zijn
zaak te beëindigen. Tot 1962 bleef
het schildersbedrijf hier nog bestaan,
waarna Jan in dienst trad bij de EZO
keukens, een onderdeel destijds van
Houthandel Eecen, in Oudkarspel.
De schilderszaak mocht van Jan in
wendig niet worden veranderd zo
dat bij zijn overlijden in 1979 veel
nog intact was.
het nummer 93. Later volgde omnummering naar Dorps
straat 245. Cor Oudendijk kreeg in 1944 een beroerte en lag
gedurende het einde van de Tweede
Wereldoorlog, in de beruchte hon
gerwinter, half verlamd op bed.
Toen hij in 1947 overleed werd auto
matisch zijn weduwe eigenaresse en
werd de schilderszaak voortgezet op
Fa.Wed.C.Oudendijk. Zoon Jan oe
fende hier ook dus het schildersvak
uit in dienst van zijn moeder. Toen
hij in 1947 trouwde met Catharina
(Trien) Groot uit Heerhugowaard
veranderde er aan de feitelijke si
tuatie niets. Het echtpaar 'trouwde
in' wegens de schaarse woonruimte
zo kort na de oorlog. Toen Jacoba
Oudendijk-Siewertsen in 1952 als
huishoudster naar Den Helder ver
huisde, waren Jan en Trien in feite
huurders van moeder.
De van oorsprong houten achter
gevel van het huis begon na bijna
tachtig jaar tekenen van verval te
vertonen. Vandaar dat in 1952 werd
besloten om de gehele achtergevel
in steen op te trekken. Hierdoor
verloor het huis wel een bepaalde
karakteristieke uitstraling. Voordeel
was wel dat nu een groot raam aan
Coba Oudendijk-Siewertsen en Trien Oudendijk-Groot aan het 'zuidkantje'
in begin jaren '50. De ramen behoorden bij de schilderswerkplaats.
Het kleinere tuimelraam werd het 'gasraampie' genoemd omdat daar
een provisorische kookplek was gecreëerd met daaronder een kolenhok.
Het raampje was altijd 'los' om de bakker gelegenheid te geven
er het brood neer te leggen.
In die tijd stond het huis bekend als B 124, daarvóór was
Foto genomen vanaf het Postkantoorpad eind jaren '50.,Links is nog de houten boet
te zien van Betje Leering-van 't Hof. Ons bewuste huis heeft hier al de
opnieuw opgemetselde achtergevel.(foto wijlen Flip Kout Azn).
Oktober 2004
29