Theater TIVOLI:
CINEMA PARADI
mijn
door Egbert Barten
Welke Langedijker filmliefhebber kent de inmiddels klas
sieke Italiaanse film NUOVO CINEMA PARADISO van
regisseur Giuseppe Tornatore uit 1988? In die prachtige
poëtische film gaat het om de kleine Toto (Salvatore) die
in zijn kleine Siciliaanse bergdorpje liefde opvat voor de
film en de bioscoop. Hij weet het leven binnen te dringen
van de zonderlinge Alfredo, de oudere operateur van de
Cinema Paradiso van het dorp. De kleine opdonder Toto
leert al snel zelf films te draaien en via Alfredo en de Ci
nema Paradiso krijgt hij de films en hun geschiedenis op
een presenteerblaadje aangereikt. Bij een grote brand (de
film is nog brandbaar en vliegt bij projectie in de fik) redt
Toto het leven van de gewonde Alfredo maar brandt de
bioscoop geheel uit. Dankzij een gift van een door een
loterij rijk geworden dorpsgenoot wordt de Cinema Pa-
radiso weer opgebouwd en neemt Toto
het roer van de projectie over van de bij de
brand blind geworden Alfredo. Na een on
gelukkige liefde verlaat Toto op advies van
Alfredo zijn dorp. Toto gaat naar Rome en
wordt daar een beroemd filmregisseur. Nog
eenmaal zal de oudere (inmiddels weer
Salvatore genoemde) Toto terugkeren naar
het dorp van zijn jeugd om Alfredo te be
graven. De Nuovo Cinema Paradiso is na
een kortstondig bestaan als pornotheater in
verval geraakt en gesloten en wordt nog in
de week van Alfredo's begrafenis door de
slopersbal onder handen genomen. Maar
Alfredo heeft Toto een cadeautje nagelaten.
Hij heeft alle stukjes film die hij op last van
de dorpspastor uit de films moest verwij
deren voor Toto aan elkaar geplakt. Terug
in Rome bezoekt Salvatore nog eenmaal de films van zijn
jeugd; een samensmelting van filmkussen, een ode aan de
liefde, de liefde voor de film en aan het leven en de tijd die
allebei onherroepelijk voorbij gaan.
Waarom dit lange exposé over een Italiaanse film in een
Langedijker historisch blad? Omdat de parallellen tussen
de film Nuovo Cinema Paradiso en mijn eigen liefde voor
Theater Tivoli en de films die er draaiden opmerkelijk
zijn. Ook ik kwam als jong broekie vaak bij Theo Sintenie
in de bioscoop om foto's en affiches te schooien. Ik ben in
die tijd trouwens nooit in de projectiecabine geweest want
van die technische kant van de film begreep ik toen niet
zoveel. Maar wel heb ik vele onvergetelijke uren doorge
bracht in het duister van het zo aangename theater, dat
toen ik ging puberen een van de weinige bioscopen was
waar je bier kon bestellen.
Net als Toto ging ik ook al vroeg weg van het dorp
van mijn jeugd, al was het zeker niet zo dat ik er
nooit meer terug kwam en al werd ik ook zeker
geen filmregisseur. Gezien mijn toenmalige aver
sie van filmtechniek mag het niet verwonderlijk
zijn dat ik meer aan de 'soft ware' kant van de film
ging zitten: ik ging geen films maken maar er wel
heel veel zien, over lezen en later onderzoek naar
doen. Ik werd (film)historicus en gedenk nu mijn
eigen Cinema Paradiso - die een minstens zo inte
ressante geschiedenis heeft als de Italiaanse - op
de enige manier waarop ik dat goed kan: ik schrijf
haar geschiedenis.
De brand in de oude bioscoop. Filmfoto uit NUOVO
CINEMA PARADISO.
(Foto's Still Photo, Zandvoort)
Oktober 2004
DEEL 1: Spinnenwebben en vocht
19