Di en en zei en in <o lepsmeeir ei le Het gouden dameshorloge. Na weer een bezoek kwam mijn moeder thuis met het gouden dameshorloge. Moeder Aaltje was vernoemd naar haar grootmoeder Aaltje Vroegop en Anne vond dat het horloge weer bij een Aaltje behoorde te zijn. En zo kreeg mijn moeder dit mooie erfstuk in haar bezit. Na haar overlijden kreeg haar dochter Alie den Hartigh het gouden hanghorloge. Dus wéér een Aaltje! Aaltje den Hartigh-Slot Op de foto is te zien dat een hanghorloge voor dames werd gedragen aan een lange ketting. Het horloge zat in een speciaal zakje van de jurk. door Cor Oudendijk Door het artikel over 'De Nuweweg' in ons vorige num mer, belde de heer Piet Greuter op met de mededeling dat hij nog wel wat wist over de geïsoleerde Diepsmeer. Piet Greuter uit Noord-Scharwoude, geboren in 1923 te Koedijk, groeide op in de Diepsmeer. Op zijn derde jaar 'emigreerde' de familie Greuter-Mooij naar deze binnen- polder van het Geestmerambacht. Vader Greuter, oor spronkelijk afkomstig uit Purmerend, volgde Klaas Bram- mer op als machinist van het gemaal in de Diepsmeer. In die tijd een aantrekkelijke baan omdat wonen in het ma chinistenhuis vrij wonen en vrij licht betekende. Piet Greuter herinnert zich heel goed hoe geïsoleerd wo nen het was in de polder waar geen wegen naartoe leid den. De Diepsmeer werd bevolkt door de families Greu- ter, Brammer, Bekker, Quax, Rijkes, Kroon (later Spruit en Klomp), Prins, De Wit, IJfs, Ruiter en Hessing. De familie Brammer vervoerde eerst met een gewoon schuitje, later met de 'metór', Diepsmeerders naar Langedijk. Het betrof veelal kerkbezoek, want de meeste 'Meerkatten' waren Katholiek. De post voor de bewoners van de polder werd vaak afgegeven bij Pannekeet, de kastelein van café 'De Vriendschap'. Ook bakker Kuin fungeerde vaak als post- adres. De bakker had namelijk ook een motorschuit om brood weg te brengen, die de welluidende bijnaam van 'Diepsmeer Express' had. Ofschoon een heel tijdje gericht op Langedijk, is er een pe riode geweest dat de kinderen niet daar maar in Warmen- huizen naar school gingen. De school daar had te weinig leerlingen en de groep kinderen uit de Diepsmeer wilde men wel hebben. Schipper van de schoolschuit was Kees Roozendaal, wonende achter café Mosch in Warmenhui- zen. Helemaal bij de huizen kon Roozendaal niet komen. De kinderen moesten om half acht eerst lopend dwars door de Diepsmeer naar boer Ruiter. Daar lag de schuit, die Roozendaal speciaal had voorzien van een soort over kapping. Zoals gezegd waren de meeste kinderen Rooms Katholiek en gingen zij allemaal naar de R.K. school in Warmenhui- zen. De families IJfs en Klomp waren evenwel niet ka tholiek en deze leerplichtigen gingen naar de Openbare school toe. Ze maakten echter ook gebruik van de schuit van Roozendaal. 12 Oktober 2004

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2004 | | pagina 13