k
.De preekstoel in de
ikerik
Tan
door Paul den Hartigh
Inleiding
De Ned. Hervormde kerk in Broek is waarschijnlijk één
van de oudste gebouwen van de Langedijk. In het jaar
1100 stond hier al een kerk met een spitstorentje. In die
tijd werd daar nog de Rooms Katholieke godsdienst
beleden. Na de Reformatie, halverwege de 16e eeuw, ging
heel Broek over tot het protestantisme, dus ook het
kerkgebouw.
De preekstoel
De mooie eikenhouten preekstoel, met daarboven het
klankbord, staat in het midden van de kerk aan de zuid
kant. Op de voorzijde ervan is een guirlande van
bladeren gebeeldhouwd. Daarop komen de namen voor
van de gevers, te weten: Mr. RBongert en F.Seegers,
MDCIX (1609).
De preekstoel in de Ned. Herv. Kerk.
Tijdens de inval van de Engelsen en Russen in 1799 werd
de kerk door de Franse soldaten als paardenstal gebruikt.
In die periode werd de preekstoel aan de zijkant door een
sabelhouw beschadigd.
Weer enige tijd later werd het preekgestoelte bedekt met
een dikke laag gele verf, zodat er van het mooie eiken
hout niets meer te zien was. Dit geschiedde in 1802. In
heel Nederland werd toen namelijk een extra heffing op
eikenhout gelegd omdat de toenmalige Franse overheer
sing op alle mogelijke manieren aan geld moest zien te
komen voor hun dure oorlogsvoering. Om deze belasting
te ontduiken heeft men in Nederland heel wat eikenhout
met een dikke verflaag bedekt. Zo ook in Broek want de
kerk was arm en men kon amper het hoofd boven water
houden. Tevens wilde men, naar alle waarschijnlijkheid,
aan deze overheerser geen extra belasting betalen.
De preekstoel bleef ruim honderd jaar in de verf staan.
Generaties lang ging men ter kerke en wist niet dat er
onder die verflaag mooi eikenhout zat. In die tijd was
men (en nu nog) meer met geloofszekerheden van het
leven bezig en niet zo met uiterlijkheden.
Jan den Hartigh
Omstreeks 1908 werd er door de Kerkenraad een besluit
genomen om de kerk van binnen te schilderen, inclusief
de preekstoel. In die tijd vestigde zich een nieuwe
schilder in het dorp. Het was Jan den Hartigh, geboren in
1875 in de Hoeksche Waard (ZH) en grootvader van de
schrijver van dit stuk, die de opdracht kreeg het werk te
verrichten.
Even iets over Jan den Hartigh. Zijn ouders Paulus den
Hartigh en Bastiaantje Schelling kochten in 1889 een
boerderij, gelegen aan de Middenweg te Heerhugo-
waard. Zoon Jan had geen zin in het boerenlandleven. Hij
had een artistieke inslag en wilde schilder worden. Jan
kreeg toestemming van zijn ouders en mocht een
opleiding aan de Hogere vakschool voor schilders in Den
Haag volgen, waar hij als meesterschilder afstudeerde.
Opa Jan was een allround schilder. In zijn studietijd
woonde Jan bij zijn oom en tante met de welluidende
naam Tinco Andringa van Hylchama Vlieg in Oud-
Beijerland. Deze oom was van beroep fotograaf. Ook van
Jan maakte hij verscheidene foto's
Jan trouwde in 1897 met het mooiste meisje uit Oud-
Beijerland, Ingena van der Schoor. Tot 1907 woonde het
stel in de Hoeksche Waard en verhuisde in hetzelfde jaar
naar Broek op Langedijk. Hij erfde het erfdeel van zijn
moeder en daarvan werd in 1910 een woonhui annex
schilderswerkplaats gebouwd aan de Dorpsstraat,
toentertijd nummer 505, hoek Spieringbuurt (nu
Havenplein) in Broek.
42
Oktober 2003