.HI is ton
L
auto
risciae
tenuLgljliJk
iDwsvervoer iL^aiigeolijk
door Herman Rijsioijk
Inleiding
Na het openen van de eerste spoorlijn boven het
Noordzeekanaal, de lijn Alkmaar - Den Helder in 1865,
ontstond er een sterke behoefte in het gehele gebied van
de Kop van Noord-Holland tot het exploiteren van nieuw
aan te leggen spoorlijnen.
Op vele plaatsen waren er groepen belanghebbenden die,
in samenwerking met de vele veelal private exploitatie
maatschappijen, probeerden tot het realiseren van hun
plannen te komen.
In de periode van 1865 tot 1915 zijn er 25 railver
bindingen in exploitatie genomen, van spoorlijnen, lokale
spoorlijnen, paardentramlijnen, stoomtramlijnen tot
lokale goederenspoorlijnen.
Succesrijk waren vele beslist niet wat blijkt uit het feit dat
tussen 1884 en 1972, er 17 van deze railverbindingen, in
verband met negatieve exploitaties zijn beëindigd.
Een in het begin sterk onderschatte concurrent, het auto-
busvervoer, blijkt één van de belangrijkste veroorzakers
te zijn geweest van deze opvallende ontwikkeling. De
geschiedenis van het autobusvervoer is veel jonger dan
die van het railvervoer, maar was als concurrent van dat
railvervoer bijna onverslaanbaar.
Het nadeel van het railvervoer was de strakheid van het
vervoer tussen vaste halteplaatsen en strakke vertrek- en
aankomsttijden in verband met doorgaande aansluitin
gen, wat ook toen al niet aansloot bij de behoefte van de
passagiers gebruikers.
De autobus was veel flexibeler met betrekking tot keuze
van route, ruimere in- en uitstapplaatsen en betere
aansluiting op de vraag.
Na het beëindigen van de Eerste Wereldoorlog werden de
blikken gericht op het weer opbouwen van de samen
leving. Op basis van de industriële ontwikkelingen,
noodzakelijk voor de ondersteuning van de strijdende
partijen, werd deze capaciteit nu ingezet om de bestaan
de industrieën weer hun normale productieprocessen te
laten opstarten.
Mede door de toenemende vraag naar de automobiel
werd hier voor het eerst de 'industriële productie' (eerste
aanzet lopende band) aangepakt wat resulteerde in
massale produktie van een standaardmodel tegen accep
tabele prijzen. Denk aan de aan Henry Ford toegedachte
uitspraak; "Je kunt de T-Ford kopen in alle kleuren als het
maar zwart is".
De productie van de T-Ford (T betekende Tiny Lizzy -
'blikken Liesje') werd opgestart in 1908 en bleef 20 jaar
zonder wezenlijke veranderingen in productie.
1910:181.000 auto's verkocht, prijs 850 dollar, 1924 prijs al
gezakt naar 290 dollar.
In het buitenland werden rond 1895 de eerste autobussen
in gebruik genomen, vooral in de hoofdsteden van
landen als Duitsland, Engeland en Frankrijk.
Zo rond de periode 1910 - 1920 deed de autobus zijn
eerste schuchtere intrede in Nederland en ook in de kop
van Noord Holland.
In 1913 werd door de Automobiel Maatschappij Verweij
en Lugard uit Den Haag de N.V. Auto Omnibusdienst
"West Friesland" in Andijk opgericht voor passagiers
vervoer tussen Andijk - Enkhuizen en tussen Andijk -
Wervershoof en Hoogkarspel. Er was toen nog echt spra
ke van primitief vervoer; er werd gereden op massieve
banden met minimale vering over zeer slechte wegen,
houten bank in de lengterichting tegen de wand
geplaatst. De chauffeur zat, dik ingepakt in een zware
leren jas en laarzen min of meer in de buitenlucht.
Na de zware storm en overstromingen in 1916 is het
bedrijf opgeheven.
Vanaf 1920 worden er op vele plaatsen in de kop van
Noord Holland door ondernemers pioniers autobus
diensten opgestart. Naast het noodzakelijke kapitaal voor
de aanschaf van een, voor die tijd, dure autobus (kosten
chassis fl. 1.050,-, kosten carrosserie: fl. 1.350,-) was er
slechts toestemming nodig van de gemeentebesturen
waar de buslijn doorheen reed. De gemeentebesturen
waren hier niet moeilijk in, het kostte hen niets en zij stel
den alleen eisen t.a.v. maximale snelheid binnen de
'bebouwde kom' en de eventuele vaste halteplaatsen.
Er is moeilijk een overzicht te maken van het aantal
bedrijfjes uit de beginperiode. Het was een 'cowboy'-tijd
en ondanks de door de regering in 1921 ingevoerde Wet
op het Handelsregister, werd hier ook toen ai, ondanks
dreigingen, flink de hand mee gelicht.
Gedogen was toen al een niet onbekend verschijnsel.
Langedijk en de autobus
In de Nieuwe Langedijker Courant (hierna te noemen De
Courant) van 12 januari 1922 wordt gemeld dat de
omnibus van G. Hoogeboom is vervangen door een 14
persoons Ford autobus, waarvan het chassis is geleverd
door de heer J.Spanjaard uit Oudkarspel en de carrosserie
is gebouwd door de heer Boonacker, wagenmaker te
Oudkarspel. Er wordt tevens gemeld dat men nog moet
gewennen dat het nu niet meer mogelijk is om op iedere
plek in te stappen - 'zoo is 't ook in de stad - en er wordt
verwezen naar de in dezelfde krant afgedrukte 'eerste'
dienstregeling met de vertrektijden en de halteplaatsen in
Oudkarspel, Noord-Scharwoude, Zuid-Scharwoude en
Broek op Langedijk.
De concurrentie zit echter niet stil en op 25 maart 1922
wordt via de Courant gemeld dat de ondertekenaars van
de advertentie, P. Raven, J. Tuinman en P. Kok Jbzn, De
Oktober 2003
35