7 2»
1.80
7
Een rit naar het station Heerhugowaard in 1962
Op de Langebalk had je een mooi uitzicht naar alle
kanten. Bij helder weer kon je de Dionysiuskerk in
Heerhugowaard boven de bomen uitzien. Na de grote
betonnen brug ging je met een vaart naar beneden en
maakte je een grote haarspeldbocht naar rechts. Voor je
zag je de smalle kronkelige Hasselaarsweg naar
Heerhugowaard-Noord. Van deze bocht, die in de loop
der jaren flink is veranderd, maakte Jan Kout uit Zuid-
Scharwoude veertig jaar geleden een foto.
De haarspeldbocht bij de Langebalk met aan de paal
nog de verwijzing naar de camping van Rem Komen.
Er reed nog wel veel minder verkeer dan nu, maar bij de
Westerweg moest je toch al flink uitkijken met overste
ken. Hier viel mij altijd het grote grindhok op dat tussen
rijbaan en fietspad stond. Ik denk dat dit van
Rijkswaterstaat was. Langs de Westerweg, of 'de Doik'
zoals we zeiden, woonden Van Kleef en Blokker. Dat wist
ik, maar verderop werd het moeilijker omdat je in
Heerhugowaard terechtkwam. Wel wist ik dat iets verder
Kostelijk woonde, want met hun kinderen Jaap en Nanda
zat ik op school. Je kon als kind niet vermoeden dat al
deze huizen later zouden verdwijnen en plaatsmaken
voor industrie. Sommige huizen hadden een naam. 'De
Ster' en 'Sonnevanck' vond ik een mooie naam, maar
'Kavelotje' snapte ik niet. Sonnevanck staat er trouwens
nog steeds en hoort nu bij Mijts Caravans.
Als station Heerhugowaard-Broek op Langendijk (het
station met de langste naam) in zicht kwam, zag je rechts
de molen van Zwaantje over het water staan. De maalde
rij 'De Goede Verwachting' doemde ook al rechts op aan
de Westdijk. Links waren de eerste contouren zichtbaar
van industrieterrein De Zandhorst. Een broodfabriek en
de ACCA-drukkerij waren zo'n beetje de eerste bedrij
ven. Bij de Basseweg, zoals mijn moeder het steevast bleef
noemen, staken we de Westerweg weer over en stalden
onze fietsen bij Kroone, die het stationskoffiehuis beheer
de. Ik meen dat het stallen een dubbeltje kostte. Het sta
tion was in mijn ogen een wat vervallen gebouw met
ernaast een spoorhuis. Opvallend vond ik altijd een
apparaat dat aan de buitenkant van het station hing en
dat met tussenpozen luid begon te bellen. Volgens mij
kwam er dan gauw een trein aan. Het spoorkaartje zag er
in die tijd anders uit dan tegen
woordig. Om een of andere duiste
re reden heb ik ze altijd bewaard.
Het kaartje was tevens perronkaart
je en werd vaak ingenomen als je
van je reis terugkwam. Naar Hoorn
reed nog geen elektrische trein,
maar een rode of groene diesel met
een opvallende 'snor' van voren.
Het dieseltje naar Hoorn werd door
ons altijd 'het sukkeltje' genoemd,
waarom weet ik niet. In mijn bele
ving maakte een diesel veel herrie
en stonk het altijd vreselijk, maar
het had toch wel wat. Ik kan mij nu
amper meer voorstellen dat je rondom het station alleen
maar land zag. Het plekje had trouwens toch iets aparts
en dat had te maken met de telefoonaansluiting.
Heerhugowaard had nog geen afgebakend gebied
voor het netnummer 02264. Slechts het gebied ten
noorden van de Stationsweg behoorde hiertoe.
Wilde je naar het station bellen dan moest je het ken
getal Oterleek (02266) bellen. Het stationskoffiehuis
echter viel onder 02267, het nummer van Broek. Het
tegenover gelegen oude kaasfabriekje hoorde even
wel weer bij Heerhugowaard. Zoek het maar uit.
Na een dagje Hoorn werd de fiets bij Kroone weer
opgehaald en reden we meestal via de Westdijk via
Broek weer naar huis. Door de Dorpsstraat natuur
lijk, want andere wegen waren er niet.
Een foto van de huizen die aan de Westerweg stonden
waar nu de Zandhorst staat.
2. tel
Hwd
Hn
rft n
Oktober 2003
13
O
00
O
H «rti u c ord- B
HOORN
TER
UG
-
HEEN