H/em
sommetje uiié
■JAC OUS 3
ÓBDA.XC'
door Cor Oudendijk
In ons vorige nummer moesten wij helaas berichten over
het heengaan van de heer J.P.Geus uit Capelle aan den
IJssel. De heer Geus was nauw verbonden met Koedijk,
waar hij was geboren, het Geestmerambacht en
Langedijk. Na zijn heengaan kregen wij bericht van zijn
dochter die ons meedeelde dat haar vader ons iets had
nagelaten. Naast enkele mappen met veel aantekeningen
betrof het een polychrome kommetje uit 1806. Hieronder
volgt een beknopte historie van het betrokken kommetje
en de eigenaar Jan Jacobsz Opdam. De reden dat de heer
Geus vond dat het hier hoorde is dat de familie Opdam,
die is uitgestorven, grote banden had met Langedijk.
De aanleiding
In 1983 ontving de Stichting Westfriese Families een oud
schaaltje als geschenk. Hierop stond te lezen: Jan Jacobsz
Opdam, Oud 14 jaar 1806. Het was bekend dat de betrok
ken familie Opdam was uitgestorven. Men had toen het
originele idee om het schaaltje te schenken aan diegene
die de meest complete stamboom van de familie Opdam
kon produceren. Er kwamen twee reacties, één van
mevrouw G.A.Erkamp-Opdam uit Heiloo en de ander
van de heer Geus. Deze laatste was volgens de redactie er
het best in geslaagd om een goed beeld te schetsen van de
familie Opdam. Hij ontving toen het kleinood en heeft
het altijd zuinig bewaard, zodat het nu nog onbeschadigd
in 't Regthuis is te bewonderen.
Het bewuste kommetje met
daarop de naam van Jan Jacobsz Opdam.
De familie Opdam
Bij de naam Opdam is de eerste gedachte dat de oor
sprong in Obdam zou liggen. Het is evenwel ook moge
lijk dat de basis in Graft ligt. In het verpondingregister
(belasting) uit 1732 van Graft staat ene Arjan Opdam,
wonende aan de hoge zijde 'Op de Dam'. Deze Arjan of
Arijaan Sijmonsz Opdam is wel de broer van een regel
rechte voorouder van onze Jan Jacobsz van het schaaltje.
Het zou te ver voeren om de gehele stamboom hier te
gaan opvoeren. Hiervoor verwijzen wij naar 'Westfriese
Families' 25e jaargang no. 4 (december 1984). Wel willen
we het verband tussen het schaaltje en Langedijk onder
de aandacht brengen.
Ruwweg zijn er drie takken Opdam door mevrouw
Erkamp en de heer Geus gevonden, die alle aan elkaar
verwant zijn. We hebben het dan over een tak uit Noord-
Scharwoude, één uit Graft en één uit Broek.
Onze reis begint in de archieven bij Willem Simonsz
Opdam die overleed op 4 juni 1728 te Noord-
Scharwoude. Zijn vrouw was Griet Aarjens Schotvanger,
wier vader Aryaan Ootjersz een voorvader van de latere
familie Ootjers was. De naam Schotvanger (belasting
gaarder) verviel later weer. Willem Opdam behoorde niet
tot de allerarmsten.
De twee kinderen van Willem en Griet die voor nakome
lingen zorgden waren Sijmon en Pieter. De andere vijf
overleden jong of zetten de naam Opdam niet voort.
Jongste zoon Pieter Willemsz Opdam werd in Noord-
Scharwoude gedoopt op 23 januari 1718. Zijn eerste
vrouw Grietje Pieters Kaas overleed op 14 december 1759
in het kraambed. Het echtpaar woonde toen in Broek
waar Pieter te boek staat als landbouwer. Door het
overlijden van moeder kregen alle vier kinderen in 1764
hun erfdeel. Pieter hertrouwde op dat moment namelijk
met Trijntje Koning uit Noord-Scharwoude.
De vierde zoon uit het eerste huwelijk van Pieter
Willemsz Opdam was Jacob Pietersz Opdam, geboren in
Broek op 11 augustus 1758. Jacob had van zijn moeders
erfdeel in 1764 een obligatie van ƒ475,- gekregen en een
paar akkers. Hij trouwde rond 1785 met Dieuwertje Jans
Breet uit Sint Maartensbrug. Jacob was koopman maar
ook landbouwer van beroep.
Het gezin van Jacob en Dieuwertje bestond uit drie
kinderen. Grietje, de oudste en geboren in 1786 te Broek,
verhuisde naar Petten. Zij trouwde daar namelijk met
Cornelis Kronenburg, dijkwerker aan de Hondsbossche.
Tweede kind Pieter verhuisde na zijn huwelijk naar Oost
Zaandam waar hij groenteverkoper was. Het echtpaar
overleed kinderloos.
Derde kind was Jan Jacobsz Opdam, geboren te Broek
omstreeks 1791. Van hem is het kommetje bewaard
gebleven dat hij in 1806 kreeg op 14-jarige leeftijd. Jan
trouwde niet maar zien we later in Petten, de woonplaats
van zijn zuster, terug als venter. Toen hij op 30 september
1828 daar overleed stond hij te boek als "inlands kra
mer", een term voor kruidenier. Omdat Jan niet gehuwd
was, kwam het kommetje in andere handen. Na lange
omzwervingen belandde het in de familie Destree te Sint-
Pancras. Dokter Destree was daar destijds een gezien
mens als huisdokter. De nazaten van dokter Destree
schonken het aan Westfriese families met de wens dat het
terecht zou komen bij een nazaat van degene aan wie het
kommetje had toebehoord. Mevrouw Erkamp en de heer
Geus ontdekten echter dat er geen Opdams van deze
familie meer in leven waren. Zodoende dat de heer Geus
het uiteindelijk in zijn bezit kreeg. Zoals gezegd kreeg de
Stichting Langedijker Verleden het nu weer van
mevrouw Riekie van Hecke-Geus, op verzoek van wijlen
haar vader. Wij zullen het zeer zuinig bewaren en tonen
aan alle bezoekers van 't Regthuis.
40
Oktober 2002