runonnia Kers kerstij cl door Cor Oudendijk Moeder Trien Oudendijk-Groot en Ma Schoenmaker-Goudsblom aan het ragen en vegen. Skoön en op stel De mensen waren voorheen vaak schoner op het huis dan op zichzelf. Ramen lappen, straatje vegen en schrobben, vloeren aanvegen (vaak nog met stoffer en blik), meubels in de wrijfwas, alles afstoffen en aflappen, het gebeurde bijna dagelijks. Je zou denken, dan komt het niet aan smerig worden toe. Toch moest in het voorjaar alles nog eens grondig worden overgedaan. Huisvrouwen werden massaal onrustig en wilden zo snel mogelijk beginnen en ook graag als één van de eersten Bij het doorkijken van oude foto's kwam ik er een paar tegen die laten zien dat mijn moeder tijdens haar leven veel werk heeft gedaan. Vegen en poetsen waren dage lijks terugkerende bezigheden. Eén van die klussen was de jaarlijks terugkerende schoonmaak in het voorjaar. Welke vrouw doet dat nu nog? Alles overhoop halen, kas ten leeg, bedden buiten en elk hoekje en gaatje uitsoppen. Toch was het nog niet zo gek lang terug een jaarlijks terugkomend ritueel. Als je bedenkt dat de hulpmiddelen toen aanmerkelijk minder waren, dan is er door onze moeders en grootmoeders onnoemelijk veel werk verzet, elk jaar weer. We laten de schoonmaak nog even de revue passeren. klaar zijn. In ieder geval vóór de Paas. "Ben jij al skoön en op stel?" was dan de vraag. Klassiek is het antwoord van de vrouw die alles klaar had, maar nog de onderkooi onder de bedstee moest doen. Zij antwoordde: "Nei moid, ik moet alliendig m'n hol nag tere!" Met teren werd een glanzende teerlak bedoeld die in West Friesland werd aangeduid als 'blikmanus' of 'blakwan- nes'. Het betrof hier een verbastering van het Engelse black varnish. De zolder Men werkte vanzelfsprekend van boven naar beneden. De zolder, vaak nog niet met dakhout beschoten, kwam het eerst aan de beurt om stofvrij gemaakt te worden. De hanebalken werden geraagd en alles wat op zolder stond werd van zijn plaats gehaald. Daar kon men van alles aantreffen. Kisten en dozen met spullen die nooit meer gebruikt werden, maar ja '"t had geld kost" en je wist maar nooit of 't nog eens van pas kwam. Oude tijdschrif ten kwamen tevoorschijn, vaak aangevreten door de zil vervisjes. De kinderkleertjes lagen in oude dozen met kamferschubben of - ballen. Kleine stukjes overgebleven Sunlightzeep verjoegen ook de vlugge beestjes nog wel en anders werden restjes tabak bewaard om tussen de op te bergen spullen te strooien. Naast opa's oude viool, de restjes behang en het speelgoed kon je van alles aantref fen. Illustratief is het verhaal van een zuinige vrouw wier man altijd een pet droeg. Elk jaar kreeg hij met zijn ver jaardag een nieuwe pet. De oude verhuisde naar een doos op zolder. Uiteindelijk bevatte de doos een kleine veertig petten. Met schoonmakerstijd werd de doos naar bene den gebracht, alle oude petten eruit gehaald, uitgeklopt en naast elkaar met een knijper aan de waslijn gehangen. Na een dag luchten gingen alle hoofddeksels met wat kamfer weer in de doos onder het dak. Tot de volgende schoonmaak. De houten zolder werd flink met sop geboend. Ook bleekwater, of in die tijd bleekpoeder, schuwde men niet, dan "luchtte het zo lekker fris". Dat hierdoor het zolder hout uitgebleekt en dood werd, dat deerde niet. Als het maar schoon en fris was. Het boenen met water was vaak nog niet van gevaar ontbloot. De elektrische leidingen placht men op de zoldervloer te bevestigen. Vaak lagen de oude draden bloot en kwam de stroomdraad tegen de ijzeren buizen aan, met gevolg dat men een flinke optater kon krijgen. Als men niet meer in de bedstee sliep dan moesten de ledikanten schoongemaakt worden. Lakens werden gewassen, dekens en matrassen werden gelucht. Tafels en stoelen werden buiten geplaatst met daarop al het bed dengoed. Vaak sliep de hele familie op de open zolder. Een zekere luxe was het als er provisorische kamertjes waren gemaakt van lattenwerk en karton. Oktober 2002 19

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2002 | | pagina 21