.Het Broeker liaventje komclercL
jjaar terug
door Klaas ten Bruggencate
Als je op de weg rijdt zie je veel
grote vrachtauto's gaan met allerlei
artikelen, waaronder ook groenten.
Het laadvermogen van deze
wagens is plusminus 30 ton. Deze
groenten van de tuinders ging vroe
ger, wel of niet via de veiling, met
een zeilboot naar de grote steden.
Deze boten hadden een laadvermo
gen van maximaal 20 ton. De schip
pers toentertijd hadden het voor
deel dat de meeste vaarten richting
deze steden Noord-Zuid gingen,
dus met westenwind, die wij in
Nederland veel hebben, konden ze
vaak aan de wind zeilen. Maar met
zuidelijke wind hadden ze proble
men omdat de ringsloot te smal was
om te laveren.
Hierop werd handig ingespeeld
door een paar boeren met paarden
op het traject Alkmaar. Dat waren in
Broek op Langedijk K. van de Molen,
de Broeker sluis woonde.
Jaagpaarden aan 't ijsbreken langs de Hoornsevaart bij Alkmaar.
die recht tegenover In Alkmaar, bij de Zeswielen, woonde een zekere boer
Helder. Deze boeren boden zich dan aan om met hun
paard de boot aan een lijn naar de plaats van bestemming
te trekken. Dit was één van de twee mogelijkheden. De
andere manier was om zelf aan een lijn de schuit voort te
trekken. Was men eenmaal bij de "Zeswielen" dan moest
men met de vaarboom (in Langedijk noemt men dit een
kloet) de Karnemelksloot doorvaren naar het
Stevensbruggetje en door de Friese brug tot de aanleg
plaats van de Alkmaar Pakketboten. Die boten lagen bij 't
Zeglis. Was het zuidenwind dan was er de mogelijkheid
om aan zo'n boot vast te maken en gesleept te worden
naar Amsterdam. Het was wel goed dat men toen niet per
uur werkte.
Dat de nering in die tijd ook nijdig was bleek wel uit het
verhaal dat mijn vader mij vertelde. In de winter van 1902
lag er veel ijs dat het varen belemmerde. Er was niet meer
door te komen. Een beproefde manier was om met een
motorboot, waarvoor paarden waren gespannen, het ijs
te breken. Er werd gezocht wie het goedkoopste was met
het inzetten van de paarden. Dit bleek boer Helder uit
Alkmaar te zijn. Men had al een zogenaamde sloft (vaar
geul in het ijs) gehakt vanaf de Broeker veiling tot aan de
Broeker sluis. Helder kwam met zijn paarden om de klus
te klaren. Dit was zeer tot ongenoegen van Klaas van de
Molen, die ook nog eigenaar was van het water wat wij
nu het Haventje noemen. Van der Molen liet, om de zaak
dwars te zitten, door zijn knechten een groot dorskleed
op het ijs leggen en ze gingen bonen dorsen. Er werd veel
gepraat en later misschien wel gescholden. De politie
Klaas van der Molen (1840-1919). werd erbij gehaald.
Oktober 2002
13