m
De eerste Indische Nederlanders in Langedijk
Betty bij haar moeder op de arm, daaronder v.l.n.r.: Esther,
Erna, Wies en George, opname uit 1946
Voor hen liep een echtpaar. Opeens kwam er iemand met
een geweer en die meneer van dat echtpaar werd zo
neergeknald.
Naar Nederland
Mijn moeder zei: "Wij vertrekken." (zij en de kinderen).
Ze heeft haar bedrijfje verkocht. Mijn vader kon zijn werk
niet meer uitoefenen. Hij moest kiezen: daar blijven en
Indonesiër worden, of naar Nederland gaan. Echt kiezen
kon echter niet, je werd toch gezien als een verrader. Dus
moest hij wel mee, terwijl hij niet wilde.
Zo waren er heel veel gezinnen die weg moesten.
In februari 1952 zijn we op de boot gestapt, George was
toen 14 en in 1951 was Hans geboren. Ik kan me nog her
inneren, dat we aardappelen te eten kregen en bloem
kool, en een sinaasappel, omdat de Koningin jarig was.
De boot heette de 'Willem Ruis' en de reis duurde twee
maanden.
In Hoek van Holland werden we opgevangen en naar
Bergen naar het Oranjehotel aan de Breelaan gebracht.
We hebben daar bijna een jaar gewoond. Alles hebben we
zelf bekostigd (ook de bootreis).
Bergen
De kinderen gingen naar school bij de Ursulinen op de
Loudelsweg. Na een jaar zei men van de gemeente
Bergen, dat we nog een jaar moesten wachten, er werden
3 vrijstaande huizen gebouwd aan een zijweg van de
Oude Bergerweg, voor 3 of 4 duizend gulden... M'n moe
der wilde echter niet nog een jaar in het hotel blijven, er
was totaal geen privacy. Toen zeiden ze, dat er in
Langedijk ook nog huizen werden gebouwd, daar moch
ten ze gaan kijken. Mijn vader vond het zó klein, maar
mijn moeder zei"We zien later wel, als we maar vast iets
voor onszelf hebben." We werden begeleid door een
gemeente-ambtenaresse uit Bergen.
Langedijk
De ambtenaresse uit Bergen heeft ons in Langedijk een
beetje de weg gewezen.
Het huis in de Mauritsstraat was helemaal ingericht door
de gemeente, maar we moesten het wel terugbetalen.
Wies, Erna en Betty in 1951 voor het huis in de Mauritsstraat
In 1953 kregen we ook kleren, want vanuit Indië had mijn
moeder alleen handbagage meegenomen. We hebben kle
ren gekregen vanwege de watersnoodramp in Zeeland,
ze hadden daar nog van over. Ergens in Broek op
Langedijk konden we het ophalen. Mijn vader heeft twee
jaar niet gewerkt, hij had zijn pensioen. Er waren hier
vlakbij echter nog veel akkers, en ze vroegen hem wei
eens om te helpen met aardappels rooien. Op een dag
kwam er een ambtenaar vertellen, dat er werk was bij
houthandel Eecen. Dat heeft hij toen maar gedaan, er
waren inmiddels zeven kinderen. Maar hij had het heel
erg moeilijk, de overgang van Indonesië naar hier was zo
groot. Maar hij heeft zich er bij neergelegd. Bij Eecen was
hij schuurder bij de Ezo-keukens. In 1954 is Martha nog
geboren.
Foto uit 1956. Boven v.l.n.r.: Wies, Erna, George, Esther en
Rob. Daaronder: Betty, pappie, Hans, mammie en Martha
Oktober 2001
13