De Pavon Verder verloop Het was nu 1943 en hij woonde weer in de pastorie. De Atlantic Wall werd door de Duitsers gebouwd en dat gebeurde door arbeiders uit de bezette landen. Deze arbeiders werden de nieuwe parochianen van Hemmes. Een van deze arbeiders, die steun gaf aan zijn maten, werd gevangen gezet. Nadat hij vrij kwam ging hij op zoek naar de Duitse officier die hem dat geflikt had. Hij was gewapend met een mes, liep op de officier toe, stak hem in zijn buik en wilde vluchten. Er was slechts één getuige, pastoor Kuilboer die zich in een schuur bevond waar arbeiders verstopt waren. Hij bracht de arbeider naar het kerkhof. Er was daar een oude grafkelder met een zerk die in drie stukken gebroken was. De pastoor wentelde die om en verborg de arbeider. Hij zou hem meerdere weken zijn eten brengen. Maar de Duitsers waren woedend en bij terug keer zag de pastoor in zijn parochie twaalf arbeiders op een rij vast gebonden. De enige misdaad die deze mannen hadden gedaan was, dat ze gezien waren met de bewuste arbei der in een café. Ze werden door de Duitsers gegeseld, maar bij het vallen van de avond toen de Duitsers weg gingen, dook pastoor Kuilboer in het donker op en bevrijdde hen. Zij waren gekneusd en gewond en konden bijna niet op hun benen staan. De wonden werden ver zorgd en ook kregen ze te eten. Iedereen wist dat deze mannen morgen dood geschoten zouden worden. Zij moesten in veiligheid worden gebracht, maar hoe? "Ik zal jullie wel weg brengen", zei pastoor Kuilboer. Het waren drie Belgen, drie Hollanders en zes Fransen. De uitgeput te mannen waren na een paar uur wat uitgerust, toen tegen vier uur de pastoor hen kwam opzoeken, in een blauwe japon. Het groepje ging snel langs een voetpad dwars door de akkers richting Marck. Bij het aanbreken van de dag zouden ze de vrachtwagens van Todt zien die hen zouden oppikken. "Die houden jullie aan alsof je verlof hebt en deze man nen nemen jullie dan verder mee", was hen gezegd. Om acht uur ging de pastoor, die nu zijn toog had aangetrok ken, weer weg en, alsof er niets aan de hand was, ging hij de H. Mis opdragen. Één uit dankbaarheid op de goede afloop. Wat later heeft hij die ene arbeider van het kerkhof op dezelfde manier laten verdwijnen, nadat hij het moord wapen, dat de Duitsers zochten, had verborgen. Maanden later werden Hemmes en Fort-Vert door de Duitsers geëvacueerd, Jan trok met zijn laatste parochia nen terug in Marck. Pastoor Jan Kuilboer hield niet van publiciteit maar een Franse krant genaamd 'La Voix du Nord' heeft een pagi na aan hem gewijd en ze noemde deze man: LE DON CAMILLO DE LA RESISTANCE CALAISIENNE De Don Camillo van het verzet in Calais). Bronnen: - Diverse geschriften over Jan Kuilboer, in bezit van de schrijfster Oktober 2000 39

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2000 | | pagina 41