Een situatieschets van S.S.Pavon. De ruimen zijn goed te onderscheiden
Het schip telde drie ruimen: voor-, achter- en een kleiner
middenruim. In de onderste ruimen lagen balen kapok
en de tussenruimen lagen geheel vol met mannen. Bewe
ging was bijna niet mogelijk en toiletten ontbraken. Als
luchtkokers fungeerden de laad- en losopeningen naar
het bovendek. Niemand mocht zich aan dek bevinden en
het was ten strengste verboden om te roken, vanwege de
kapok. De reis zou maar kort duren, want het einddoel
was Cherbourg. Tegen 21.00 uur begon er beweging in
het tij te komen en het schip kon uitlopen, na nog door
een sluis te gaan, waarvan een der deuren bomschade
had opgelopen en moeilijk te openen was.
De Pavon werd geëscorteerd door de chasseurs (jagers) 9,
10 en 41 deze laatste was beschadigd en voer op één
motor). De schepen waren ook in de Zeeuwse wateren
geweest en de chasseur 11 voer voor het eerst uit. Het
waren kleine houten schepen van 130 ton, 37m lang en
5m breed, bewapend met een kanon en mitrailleur. Zij
deden dienst als duikbootjager, mijnenveger en patrouil
leschip. De bemanning telde 2 officieren en 23 man. Ook
de marinetankboot de Niger en escorte voeren hierachter
uit.(deze laatste zou gelijktijdig worden getroffen met de
Pavon).
De aanval
Na een uur werd de Pavon aangevallen en midscheeps
getroffen in het middenruim. De balen kapok begonnen te
branden waardoor er zich veel rook ontwikkelde. Deze
balen hadden de bom wel gesmoord zodat er geen scher
ven uitspatten. Ook werden de luiken, tussen het midden-
en het onderruim weggeslagen waardoor de daarop ver
blijvende 50 a 60 man in het onderruim terecht kwamen. Er
ontstond paniek en iedereen wilde gelijk naar boven, wat
evenwel niet kon. De gezagvoerder had inmiddels het
schip wat gedraaid en aan de grond gezet bij Oye la Plage,
niet ver van Gravelines en iets boven Calais.
Ondertussen was dokter Devulder kapelaan Kuilboer
komen halen en met een ploeg mensen in vrachtwagens
en alles wat rijden kon naar het schip gereden. Met aal
moezenier Lam, die ook op het schip gezeten had, gaven
ze de doden de laatste Heilige Sacramenten, ongeacht of
ze katholiek of protestant waren, of een ander geloof had
den. Je had daar geen tijd voor en er was paniek. Door het
springen met of zonder touw naar de 5 a 6 meter lager
gelegen chasseurs braken er bij velen ledematen. Velen
vielen in het water en één van de chasseurs had zoveel
mensen aan boord dat ze dreigde te zinken of te kapsei
zen. Het schip gold als eerste zorg voor de dokter, de aal
moezenier en de kapelaan. De Duitsers bleven maar van
bovenaf schieten waardoor iedereen naar de kant van het
schip moest vanwaar de Duitsers kwamen.
Je had daar grote borden waar ze tegen aan schoten, die
kogels ketsten dan terug. Het was verschrikkelijk, vele
keren hebben de mannen die nacht zo gezeten.
Oktober 2000
37
ONDERDEEL UT. 6
SCWETS/KAACT Mr t*
SITUATIESCHETS £.9. „PAVON
E ni jttins.
Stoom- ihflttrdicli - vrtchltchip,
«n«ttnd**MB Bruto r« g i i t r I on.
2*15 notto
Gtbovwdtn tS 10.
L on j t 11 0,24 n
ftrttd t« 16,15 m
A'tA t
Vo o nét - cnt/f h 'uin