O ll t Ter een oae .rits hieer. eic me niet zul Jke neer. Ee ;en nu ;eTO. ij door Jan IJ ff en Cor Oudendijk Hoe was dat mogelijk? Hoe kon het toch dat een heel dorp als Zuid-Scharwoude als een zogenaamde Ambachtsheerlijkheid zomaar aan de meest biedende particulier werd ver kocht? Ambachtsheerlijkheden dateren uit de Middeleeuwen. De Hollandse graven hadden van de Keizer stukken land in bezit gekregen. Wanneer een edelman zich op één of andere manier verdienste lijk had gemaakt dan kreeg hij van de Graaf een stuk land. Dit noemde men een Heerlijkheid, het gebied dus van een Heer. De Heer had veel rechten, bijvoor beeld het recht om een schout te benoe men. Ook de inkomsten van de Heerlijk heid waren voor hem. Door allerlei omstandigheden, hoofdzakelijk door geldgebrek, namen de Staten van Hol land en Westfriesland het beheer van deze bezittingen over en verkochten deze daarop weer aan particulieren. De tijden zijn in veel opzichten veranderd vergeleken met vroeger. Gelukkig maar, want stel je voor dat voor zo'n kleine 20.000 gulden een heel dorp te koop was. Dat je daarbij ook nog het recht had om belastingen te heffen van alle inwoners. Wat zou dat een vreemde situatie ople veren en protesten uitlokken. Er zouden tegenwoordig veel mensen zijn die wel zo'n dorpje zouden willen kopen. Maar, zoals gezegd, gelukkig gaat dat nu niet meer. Toch is het nog maar een paar honderd jaar geleden dat zoiets wel kon. In het jaar 1730, op 29 november werd het dorp Zuid-Scharwoude gekocht door Jacobus Mispelblom Beyer uit Rotter dam, voor de somma van 19.100 gulden. gehouden in het omvangrijke bezit van heerlijkheden. Zo verkochten zij in 1722 de in hun bezit zijnde tienden in Kennemerland en Westfriesland. In december 1721 werd een resolutie aangenomen die regelde dat in de jaren daarna diverse heerlijkheden werden verkocht. Zo vond tussen 1722 en 1740 de verkoop plaats van zeventien heerlijkheden in West-Friesland, waarvan de meeste aan de westkant. Winkel, Oude- en Nieuwe Niedorp, Oudorp, Oterleek en Broek op Langedijk werden eigen dom van de regenten, zodat zij daarmee een beetje eigen De inkomsten bestonden uit een belas- tingvorm welke het tiendenstelsel werd genoemd. Dit hield in dat een tiende deel van de geoogste gewassen moesten wor den afgestaan aan de Heer. Het daarbij gevolgde systeem was aldus. Na het bin nenhalen van de oogst werden er elf par tijen samengesteld. Loting moest aanwij zen welk deel ten goed kwam aan de eigenaar van de Heerlijkheid. Sinds 1580 hadden de Staten van Holland en Westfriesland regelmatig uitverkoop Een portret van Jacobus Mispelblom Beyer (1696-1757), le heer Van Zuid-Scharwoude. (foto Iconografisch Bureau te Den Haag) Oktober 2000 17

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2000 | | pagina 19