,Een priesterfeest in
t
door Cor Oudendijk
'De Langendijk haalt een priesterzoon in' staat er boven een
krantenknipsel. Mevrouw Slink-Kuilboer uit Noord-
Scharwoude verstrekte ons een poos geleden enkele foto's
en gegevens over een feest ter gelegenheid van haar
Heeroom Jan Kuilboer. Eén en ander speelde zich af op 16
en 17 juli 1938. Aan de hand van de beschikbare gegevens
een impressie.
In het gezin van slager Pieter Kuilboer en zijn vrouw Anna
van Diepen werd op 15 juli 1910 een zoon geboren die
Johannes Petrus werd genoemd. Deze zoon, die kortweg
Jan werd genoemd, was het tweede kind in het slagersge
zin. Dochter Bertha was al in het jaar daarvoor geboren. Na
Jan werden achtereenvolgens nog geboren Pieter Johannes
in 1912 (Piet), Johannes Cornelis in 1913 (Joop), Lucia
Sibertha in 1915 (Luus), Theodorus in 1919 (Dirk), Cornelis
Adrianus (Cor) in 1922 en als laatste Petrus Simon in 1925
die Peter wordt genoemd ter onderscheid van zijn oudere
broer Piet.
Het gezin Kuilboer op de foto 1927). We zien achtereenvolgens van links naar rechts:
Achter: 1.Bertha, 2.Luus, 3.Joop, 4.Piet, 5.Jan; vooraan:
l.Cor, 2.moeder Anna, 3.Peter, 4.vader Piet, 5.Dirk.
Monseigneur H.Dutoit wijdde op die dag naast Jan
Kuilboer nog 23 andere priesters.
Voor niet-Katholieken is een inwijding een moeilijk uit te
leggen geheel, ofschoon ook veel katholieken niet alles zul
len weten. Het is daarom wellicht aardig om in het kort hier
wat over te vertellen.
De eerste wijding die men ontvangt is het aanbrengen van
de tonsuur, oftewel de kruinschering, om meer van de
wereld te worden gescheiden.
Dan volgt de mindere wijding waarvan er vier zijn: het
Ostariaat, ofwel kerkportier; het Lectoraat, ofwel lezer van
de H.Schrift; het Escorcisteraat, de duivelverdrijver; als laat
ste Acoliet, medehelper van de priester om het H.Misoffer
op te dragen (misdienaar). Daarna volgt het Subdiakenaat.
Als Subdiaken is men opgenomen in de rij van de geestelij
ke stand. Men moet dan de gelofte van zuiverheid afleggen
en kan niet meer terugkeren in de wereld.
De gewone functie is de priester te helpen de H.Mis op te
dragen en het breviergebed te bidden.
Men mag dan de Heilige vaten aanra
ken maar nog niet de Heilige Hostie.
In het Diakenaat heeft men dan het
recht om de H.Hostie aan te raken en
het Evangelie en het publieke gebed te
lezen.
Als laatste komt dan het priesterschap
of de wijding. De kleding (een witte
albe) wordt eerst opgelegd, een teken
van zuiverheid. Een stool (niet te ver
warren met een vrouwelijke stola), han
gend vanaf de schouders tot de knieën,
is het teken van macht dat men bij de
wijding ontvangt en symboliseert de
last van het ambt dat op de schouders
rust.
Het kazuifel wordt als het teken van het
kruis op de schouders gelegd. Nadat de
handen gezalfd zijn heeft men de macht
gekregen om het H.Misoffer op te dra
gen en te consacreren. Ook kan de
priester dan het Doopsel, de commu
nie, het huwelijk en het H.Oliesel toe
dienen.
Priester worden
Jan Kuilboer trad niet in de voetsporen van zijn vader, die
in 1907 een slagerij had gekocht van Cornelis Blauw aan de
Spoorstraat in Oudkarspel. Jans broers zouden vader wel
volgen. Piet en Dirk zetten de slagerij aan de Spoorstraat
voort, Joop kocht de slagerij van Piet IJff en verhuisde naar
Zuid-Scharwoude. Diens zoon Peter runt daar nog steeds
een slagerij. Nee, Jan was voorbestemd om priester te wor
den. Hij ging hiervoor eerst naar het klein seminarie in
Boulogne sur Mer en later naar het groot seminarie in Arras
(Atrecht) in Frankrijk. Op 10 juli 1938 werd hij, na twaalf
studiejaren, tot priester gewijd in de kathedraal 'St Vaart'
van Arras, beter bij ons bekend als Atrecht in noord
Frankrijk.
Oktober 1999
De macht om te vergeven wordt gegeven door de handop
legging van de bisschop.
Toen Jan Kuilboer al deze rituelen had ondergaan was hij
dus op 10 juli volwaardig priester geworden.
Het feest aldaar werd bijgewoond door een delegatie fami
lie en vrienden uit Langedijk en Harenkarspel.
Met een dienstbus van de HABO, bestuurd door Cor Glas,
reed de delegatie naar Frankrijk waar het feest van Jan
Kuilboer werd gecombineerd met een bezoek aan Abbé Jan
Boekei, een vriend van de neomist en kapelaan te Lieven in
het Bisdom Arras.
37