Van poepe - en eense witte Ikoo. door Dirk Barten Het winkeltje van Jacob Jong (rechts) kort na de eeuwwisseling. (Nu Dorpsstraat 636) Bijna 100 jaar geleden kwam Jacob Jong, een visser uit Schellingwoude, net getrouwd met Neeltje de Vries naar Noord-Scharwoude. Jacob had besloten zijn netten op een andere stek uit te zetten. Per 1 juni 1899 nam hij de kruidenierswinkel, waarin ook nog wat groentezaad werd verkocht, over van Piet de Wit. Eigenlijk had Jacob Jong meer interesse voor de zaadhan- del dan voor de kruidenierswinkel, maar ja, dat was de basis voor een bescheiden inkomen, waarvoor zeer lange dagen moest worden gewerkt. Op maandagmorgen om 7 uur ging de winkel open en pas laat op de avond werd hij gesloten. Zes dagen in de week, vijftien uur per dag was de winkel open. Zondag was de dag voor de kerkgang, twee diensten en daar tus senin leidde hij de zondagsschool. Hij produceerde er wat zaad van en ontdekte dat zo'n type kool het bij de Langedijker tuinders 'goed deed'. Jacob was inmiddels al zo in Langedijk ingeburgerd dat hij het soort Langedijker vroege witte noemde. De tuinders doopten het echter om in poepewitte. Poep (afgeleid van het Duitse Bube;red) was nu eenmaal de Langedijker naam voor iets of iemand uit Duitsland vandaan. Het meest bekend waren de lappiespoepen, de Duitse marskramers die met manufacturen ventten. Het verhaal gaat dat een dienstbode, die een klant in de winkel bediende, in opperste verwarring bij Jacob kwam en zei: "Nou hew'k een klant die een ons poepemigge wul." (poepemigge is de Westfriese naam voor paarden vliegen). Poepewitte De Langedijker tuinders kochten bij Jong de groenteza den die ze zelf niet konden produceren. Soms, als ze een misoogst hadden, kwamen ze ook wel bij hem kijken of hij nog zaad van Langedijker sluitkoolrassen voorradig had. Na enkele jaren, om precies te zijn in 1904, vond Jacob zijn eerste klant in Duitsland. Hij ging op reis naar Duitsland en kwam onderweg een soort kool tegen dat in Langedijk nog onbekend was. Het was een vroeg type kool witte kool dat niet snel barstte. Brinkman Een andere bekende Langedijker uit Noord-Scharwoude had ook al een wittekoolras uit het buitenland meegeno men. Burgemeester Brinkman, die van 1883 tot 1894 de leiding had van de Vereenigde Noord-Hollandsche Conservenfabriek, nam deze fabriek over van de Duitsers Grelinger en Jansen, die er weinig van gemaakt hadden. Naast het locale product, de zuurkool, begon Brinkman op bescheiden schaal in blik te produceren. Oktober 1999 31

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 1999 | | pagina 33