Hoe lang de grutterij daarna nog heeft bestaan is door de heer Geus niet verder onderzocht, maar A J. van der Aa schrijft in 1847 in zijn Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden over Noord- Scharwoude o.a.: 'Ook heeft men er eenen wind- korenmolen en eenen grutmolen door paarden be wogen'. Dat geeft aan dat de gorterij toen nog in gebruik was. De rosmolen. Niet iedereen kan zich een voorstelling maken bij een rosmolen. Het is gevoeglijk bekend dat een wind molen wordt aangedreven door windkracht en een watermolen door waterkracht. Welnu, een rosmolen werd aangedreven door een ros, een paard dus. De draaiende horizontale beweging van de wieken wordt bij een windmolen overgebracht op twee kop pels molenstenen. Deze stenen rollen op het maaibed, het doodsbed geheten en bestaand uit een liggende steen. De kracht bestaat bij een rosmolen uit een in het rond lopend paard, maar het principe is feitelijk hetzelfde. Het is en was voor zo'n paard natuurlijk geen pretje ofschoon de zwaarte van het werk voor een paard in een rosmolen minder werd geacht dan werk op het land. Vaak werd voor dit werk ook een blind paard gebruikt. We hebben Jaap Hartog uit Assendelft, molenkenner bij uitstek en tekenaar in o.a. Skroivendevort, gevraagd hoe een rosmolen er uit zag. De schematische voorstelling verklaart meer dan 1000 woorden. Wie een echte rosmolen wil aanschouwen zou eens een bezoekje moeten brengen aan 'Erve Kots' in Lievelde, zuidelijk van Groenlo. Gort. Gort was tot plusminus 1950 bekend voedsel. Toege voegd aan karnemelksepap leverde het de bekende gortepap die met een lepel stroop voor menigeen als een delicatesse gold. Maar wat is nu eigenlijk gort? Wel, gort is niets anders dan gepelde gerst. Halverwege de 17e eeuw werd te Koog aan de Zaan de eerste pelmolen gebouwd. De consumptie van ge pelde gerst nam toe doordat dit in grote hoeveelhe den werd meegenomen op de Oostindiëvaarders. In de 19e eeuw begon de vraag naar gort al te vermin deren omdat welgestelden de voorkeur begonnen te geven aan rijst. Het gortpellen werd geleidelijk aan al overgenomen door fabrieken zodat er door molenaars en gorters niet meer geconcurreerd kon worden. Het opheffen van de gorterij Noord-Scharwoude zal ook mede hierdoor gekomen zijn. Maar ook de industriële fabricage is zo langzamerhand gestaakt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bloeide gort nog even op maar momenteel schijnt er alleen in Groningen nog een fa briek te bestaan. Het principe van de rosmolen. Is bij tarwe malen de bedoeling dat de korrels worden fijngemalen, bij gort moet de korrel blijven bestaan en alleen de buitenkant eraf worden geslepen. Het pellen gebeurde in een zogenaamde pelkuip, een dubbelwandige kuip gemaakt van duims lindenhout. In de kuip draaide de pelsteen. Aan de binnenkant was de pelkuip bekleed met blik, waarin om de ongeveer 7 mm met een blikpen gaatjes waren geslagen. De scherpe kant van deze gaatjes was naar de steen toe gericht en juist zover daarvan verwijderd dat een gerst korrel er net niet tussendoor kon zonder geraakt te worden. Het procédé moest meestal zes keer worden uitgevoerd voordat men de juiste gort had. Tijdens deze zes ronden bleef er elke keer een product over, zoals relmeel wat smerig was, pelmeel dat voor veevoer werd gebruikt en uiteindelijk het parelmeel.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 1998 | | pagina 8