u
"Mijne heren," sprak dominee Staal, "het lijkt mij
het beste dat wij met koppels van twee langs de hui
zen gaan lopen. Het geeft meer vertrouwen dan dat
er één persoon om geld komt vragen. Ik heb een in
deling van het dorp gemaakt en stel voor om daar
gelijk twee personen aan te koppelen."
Alle aanwezigen vonden dit een goed plan. Hierop
las dominee een indeling van elf koppels voor.
"Ik stel voor om Wagenaar en Swager het gedeelte
van de sluis tot aan slager Van Zoonen te laten doen.
Kroon en Keizer had ik in gedachten vanaf de Achter
straat tot aan het huis van het café van Bood. Ver
volgens het stuk van Bood tot C.v.d.Oord, dat mooi
gedaan kan worden door P.de Geus en Schuitemaker.
Ik denk dat Kliffen en K.Opperdoes dan het stuk
vanaf Van der Oord tot en met de 1e en 2e Lage
Hoekstraat kunnen doen."
Tot zover waren er geen bezwaren, zodat met een
gerust hart de rest van de lijst kon worden bespro
ken. Klaas van Nienes en S.Opperdoes kregen het stuk
vanaf de Lage Hoekstraten tot en met de Langestraat.
Dominee Staal wilde graag zelf van de Langestraat
tot C.Meyer lopen. Hij deed dit in gezelschap van Arie
Groot.
"Voor het volgende stuk mis ik nog één persoon,"
zei dominee.
"Leit moin dat maar doen," zei Wagenaar, "ik heb
wel toid."
"Prachtig," zei dominee opgetogen, "wilt u dat dan
samen doen met Klaas de Geus? Dan blijven nog over
de stukken van de Raad-huisbuurt tot het Wester
pad en vanaf het Westerpad tot aan het eind van de
gemeente."
Het bleek dat de koppels Schrieken en Langedijk en
Heeman en Barten deze stukken respectievelijk wil
den lopen. Nadat de gemeente toestemming had ge
geven om met lijsten te collecteren kon de geld
inzameling beginnen.
De voorbereiding.
"Mijne heren," sprak dominee een poosje later, toen
het comité weer bij elkaar kwam, "ik kan u de ver
heugende mededeling doen dat de inzameling een
bedrag heeft opgeleverd van 332 gulden en 45 cent.
Samen met het batig saldo van vier jaar geleden heb
ben we dus bijna 350 gulden om te besteden."
Toen kwam het probleem waarde kinderen naartoe
zouden gaan. Na wat heen en weer gepraat werd
besloten dat de laagste klassen een rijtoer via Schoorl,
Bergen en Alkmaar zouden maken. De hoogste klas
sen zouden dan een bezoek kunnen brengen aan
Artis in Amsterdam. Overigens waren dit geen unieke
uitjes, want vele jaren later waren het klimduin in
Schoorl en Artis nog steeds populair.
Voor de laagste klassen, verreweg de grootste groep
kinderen, zou zoveel mogelijk eten worden meege
nomen. Er moesten broodjes, boter en beleg wor
den gekocht. Hier kwam de gedwongen winkel
nering om de hoek kijken. Bakker Nijman (later Kuin)
mocht 145 broodjes leveren, evenals zijn collega
Beers. Dan kon Winkel de resterende broodjes en de
krentenbroodjes verzorgen.
"Moete d'r gien korsies mee?" vroeg één der aanwezi
gen, "die vind ik zelf ok zo lekker, zien."
"Ja, vanzelf," zei een ander, "die van bakker Bouwens
benne de lekkerste."
Besloten werd om bij Bouwens de meeste korstjes te
bestellen, maar bakker Purmer moest ook niet worden
vergeten. Uiteindelijk mochten ook Spaan en Meijer
korstjes leveren, maar omdat er al genoeg van waren
kreeg Meijer ook een deel van de broodjes. Zo werd
bij elke leverancier tussen de 3 en 4 gulden besteed.
De slagers gaven minder problemen. Zowel slager
Schrieken (nu Klaver) als Van Zoonen op de Spoorstraat
mochten elk4,5 pond boterhamworst leveren. Voorde
boter ging men naar J.Grootjes, P.van Dijk en de koop
man E.Waal. Elk zou 4 kop boter leveren.
"Denke jullie nag an de weduwe Jonker?" vroeg ie
mand, "die zit 'r ok voor."
Ja, dat was zo, nou dan moest elk maar drie kop boter
leveren dan was het eerlijk verdeeld.
"Boi Zoip en Swager kenne we Beukelaartjes kope, die
kè-je zo lekker dope in een kom sukkelamelk," stelde
een ander voor. Men was het er mee eens en Swager
en Zijp konden elk 4 pond van deze lekkere biskwietjes
leveren. Verder werden er nog totaal tien pond bruids
suikers besteld bij Kraakman en de weduwe Deutekom.
Tot slot mochten Klaas Bood, Jacob Moeijes en de we
duwe Kuiper elk nog 50 repen chocola leveren.
Het schoolreisje van de laagste klassen.
Voor de rijtoer van de laagste klassen had men rijtui
gen nodig. Er zouden tussen de 95 en 100 kinderen
meegaan. Niets werd aan het toeval overgelaten voor
het geval er iets mocht gebeuren. Per drie kinderen
ging er één begeleider mee, wat het totaal op 35 be
geleiders bracht. Voorts zouden nog eens acht dames
de horde kinderen 'bemoederen'.
Het organiserend comité toog naar Herman Wolfs
winkel, een bekend verhuurder van rijtuigen.
"Tja," zei Wolfswinkel, toen hij hoorde om hoeveel kin
deren het ging, "zoveel rijtuigen heb ik niet beschik
baar. Hoogstens drie kun je er krijgen. Als ik jullie was
dan keek ik nog even bij Klaas de Boer in Zuid-Schar-
wou." Hoeveel ging dat kosten, vroeg het comité.
"Vijftien gulden per rijtuig per dag, inclusief koetsier,"
zei Wolfswinkel, "Klaas de Boer in de Koog rekent het
zelfde." Dus toog het comité naar de stalhouderij van
Klaas de Boer. Die krabde zich ook eens achter zijn oor
maar uiteindelijk werd de oplossing gevonden. Zij kon
den twee rijtuigen huren en daarnaast de brik gebrui
ken. Dat spaarde ook nog weer een paard uit want
een rijtuig werd getrokken door twee paarden en de
brik maar door één. Huur van de brik kostte acht gul
den per dag maar dan moest men wel zelf de wagen
mennen.
Open brik
2e helft 19e eeuw