de schuit en het personeel. Zo stond er in beschreven
dat de schipper altijd 'nugter en bekwaam' moest
zijn en zich altijd bescheiden moest gedragen. Verder
dat hij moest hebben 'een goede, sterke en overdekte
schuit, die hij ordentelijk moest onderhouden, in
zoverre dat door lekkage geen hinder aan passagiers
of bederf aan goederen kon worden toegebracht.'
Hij moest in dienst hebben een ook al weer 'nugter
en bekwaam persoon', die in staat was hem bij ziekte
te vervangen.
Personen mochten kleine pakjes, mandjes en derge
lijke meenemen als ze geen beletsel waren in de
schuit en behoefden daarvoor niet te betalen. Maar
voor koffers en grotere sluitmanden en zakken met
zaad enz. moest worden betaald volgens de lijst van
vaarlonen. Heel nauwkeurig was er in die lijst aange
geven wat de vrachtprijs was. Het was een heel lange
lijst waarin niets werd vergeten. Om de hele lijst te
publiceren zou eentonig worden, maar voor de
curiositeit volgen hier enkele voorbeelden:
Voor een passagier 5 stuivers (retour)
Voor een kalf 6 stuivers
Voor een nuchter kalf 2 stuivers
Voor een vet varken 4 stuivers
Vooreen mager varken 3 stuivers
Voor een mand eieren 1 stuiver
Voor een vat bier 4 stuivers
Voor een brief 2 stuivers
(bestellen inbegrepen)
Wie had het recht deze veerschipper te benoemen?
Niemand minder dan de Staten van Holland en West
Friesland bemoeiden zich er mee. Zo werd in 1787
aangesteld als veerschipper Bartholomeus Balder,
nadat door de vroedschap een brief van
recommandatie was gezonden aan de Staten van
Holland. Men kende toen het woord 'lobbyen' nog
niet, maar het bestond al heel lang.
We keren tot slot nog even terug naar Klaas, die zo
vroeg aan boord stapte van de veerschuit. In Alkmaar
stapte hij welgemoed van boord aan het Waagplein.
Nadat hij de eieren goed had verkocht, bracht hij
een bezoek aan zijn zuster. Zij betaalde ook goed
voor de erwten en de bonen. Op de goede afloop
kocht hij nog een pot brandewijn met boontjes
(boerenjongens) en ving de reis naar Langedijk weer
aan.
Thuisgekomen vertelde Klaas, onder het genot van
een glaasje, zijn belevenissen van die dag.
Klaas liep over het waagplein naar zijn zuster.