Korenmolenaars en Gorters te Noord-Scharwoude
Eerst konden wij niet uitvissen waar in Zuid-
Scharwoude de firma Niestadt een filiaal moest
hebben gehad. We gingen een beetje zitten
speculeren. De zoon van de oprichter Niestadt heette
Wilhelm Heinrich Niestadt, geboren in 1879 te Sint
Maartensbrug. Hij trouwde in 1903 met Maaike van
Rijswijk uit Anna Paulowna. Maaike was een dochter
van de schoenmaker Lubertus van Rijswijk en Maartje
Kistemaker. Nu woonde destijds in Zuid-Scharwoude
de timmerman Bertus van Rijswijk, gehuwd met
Maartje Berkhout ,een dochter van de schilder Pieter
Berkhout. Het zou heel goed mogelijk zijn dat het
foto-atelier geen op zichzelf staande winkel was,
maar dat men op de kiek ging in iemands achter
kamer. Bertus (of eigenlijk Lubertus) van Rijswijk was
een broer van genoemde Maaike Niestadt-van
Rijswijk. Hij kan er best de hand in gehad hebben
dat er een filiaal in Zuid-Scharwoude werd geopend.
De heer Jan Marsman uit Noord-Scharwoude bracht
uitkomst. Bij een bezoek aan zijn vader, die tegen de
100 loopt, liet hij het mogelijke bestaan van het foto
atelier van Niestadt terloops vallen. Wat bleek, vader
was als jochie van een jaar of vijf door Niestadt op
de kiek gezet. Dit moet in 1903 zijn geweest. Hij wist
ook de plaats nog waar het portret was gemaakt,
een boetje staande tussen café De Roode Leeuw en
de latere winkel van Jacob de Bakker. Het schuurtje
is nog niet zo lang geleden gesloopt.
Vermeldenswaard is nog dat het atelier ook op
zondag geopend was.
Zo zien we maar weer dat een schijnbaar onoplosbaar
raadsel toch nog kan worden opgelost.
(door J.P.Geus, Capelle aid IJssel).
In Noord-Scharwoude bestaat ook nu nog de Molen
kade. Het betreft en voormalig eiland ten westen van
het dorp waarop tot 1919de Langedijker korenmolen
heeft gestaan. In vroeger jaren stond op het oostelijk
deel van dat zelfde eiland ook nog een gorterij en
het water tussen dat eiland en de Dorpsstraat was
daardoor ook wel bekend als het Gortersdiepje.
In 1981 heeft de heer H.Schoorl over de korenmolen
en de daarbij staande gorterij reeds een artikel
geschreven in het jaarboek van het Historisch Genoot
schap Oud West-Friesland. Beide maalderijen, de één
met windkracht en de ander met paardenkracht,
waren tijdelijk eigendom van de familie Schoorl. Het
artikel eindigt nadat deze familie de gebouwen in
1732 had verkocht en naar elders is vertrokken.
Het hiernavolgende verslag betreft het tijdvak van
de eigenaren die daarna de bedrijven hebben
voortgezet. Het gaat vooral om de families Sijpheer
en De Geus, welke tot de geslachten van mijn
voorouders hebben behoord.
De gorterij, ook wel grutterij.
Jan Cornelisz Gorter verkocht op 17 mei 1732 een
woonhuis, gorterij en schuur, gelegen aan de West-
Burgsloot (Gortersdiepje/Voorburggracht red.) te
Noord-Scharwoude, voor 2000,- aan Jacob Jansz
Sijpheer. het gortersgereedschap en de paarden
werden afzonderlijk verkocht. Jacob Sijpheer kwam
uit De Rijp en was aldaar onder huwelijkse voorwaar
den getrouwd op 27 juni 1730 met Guurtje Dirks Bent.
Het gezin kwam na aankoop naar Noord-Scharwoude
om aldaar het gruttersvak uit te oefenen. Jacob
Sijpheer overleed op 24 mei 1755 en werd in de kerk
van Noord-Scharwoude begraven. Zijn weduwe,
Guurtje Bent, zette het gruttersbedrijf voort. Zij had
een gezin met tien kinderen waarvan de oudste, een
dochter, toen 24 jaar oud was.
Haar oudste zoon Dirk, geboren circa 1733, was later
secretaris van Noord-Scharwoude.
Uit een codicil van 20 mei 1780 blijkt dat hij tevens
boer was. Hij bezat land, koeien en schapen, maar
tevens een houtschuur met timmergereedschap en
spijkers en ijzerwaren in de winkel. Hij trouwde op
9 mei 1753 met Trijntje Ootjers Outcarspel. Zij
overleed op 1 maart 1775. Dirk hertrouwde daarna
op 10 september 1776 met Antje Jans van Twuyver,
weduwe van Claas Cornelisz Molenaar, laatstelijk
korenmolenaarte Noord-Scharwoude. Dit echtpaar
komt verder nog ter sprake bij de behandeling van
de korenmolen.
De zoons Jacob en Jan zullen Guurtje Bent verder
in de grutterij wel hebben geholpen. Zij heeft op
17 februari 1770 nog een testament gemaakt en
daarbij deze zoons extra bedacht. Ze bepaalde dat
haar zoon Jan Sijpheer 'de grutterij met het huis,
schuur en erf, daar zij nu in woont, na haar over
lijden in eigendom zal verkrijgen voor 5000,- met
het recht om op het erf 'Het Cos' een wagenhuis
met berging te bouwen tot berging van een wagen
en chees.' Voor de grutterij-inventaris, bestaande
uit paarden, wagen, chees, tuigen, schuitje, krui
wagen en de laden, maten, zakken, kuipen en zeven
en wat verder toebehoorde moest nog eens 1000,-
worden betaald.
Haar zoon Jacob kreeg vooraf voor zijn trouwe
dienst 1000,- en twee stukjes weiland. Hij mocht
ook het huis 'Het Cos' met erf en tuin tegen taxatie
waarde overnemen. Het huis met de naam 'Het Cos'
stond schuin tegenover de gorterij aan de huidige
Dorpsstraat. Als Jan vóór zijn moeder zou komen
te overlijden zou dit prélegaat komen te vervallen
en kreeg Jacob in plaats daarvan de grutterij.
Guurtje Bent overleed op 14 maart 1770 en werd
bij haar man in de kerk te Noord-Scharwoude
begraven.