Kolhorn.
Na de teleurstelling in Wognum vertrok Jan Vis naar de
gemeente Barsingerhorn. Vanaf 1 juli woonde en werkte
hij in Kolhorn als hulponderwijzer aan de Openbare
Lagere School. Per augustus van dat jaar kwam de baan
van hoofdonderwijzer in Barsingerhorn vacant. Ook hier
solliciteerde Jan naar maar ook hier viste hij achter het
net. Kennelijk mocht hij overal vervangen maar ondanks
zijn hoofdacte werd hij niet aangesteld tot hoofd van
een school. Dat hij als mens zeer geliefd was blijkt
regelmatig uit diverse brieven en aanbevelingen.
In de gemeente Barsingerhorn heeft hij na de zoveel
ste afwijzing niet lang meer vertoefd. Er gloorde iets in
het westen en wel in Oudkarspel.
Oudkarspel.
Per 19 november 1859 werd Jan Vis benoemd tot
hoofdonderwijzer te Oudkarspel.
Toen Jan Vis zich vanuit Kolhorn in Oudkarspel vestigde
was het net Oudejaarsdag 1859. Hij trouwde op 21 juni
1860 met Catharina Maria Dekker, in 1838 geboren te
Nieuwendam als dochter van Klaas Dekker en Neeltje
Langebaard. Het jonge paar vestigde zich direct in
Oudkarspel.
In totaal kregen Jan en Catharina acht kinderen, Corne
lia Geertruida in 1861, Catharina Lamberta in 1865,
Klazina Sara in 1865, Klaas in 1867, Wilhelmina Lucia in
1869, Cornelis in 1871, Jan in 1875 en als laatste Willem
in 1878. Alle kinderen staan in het Bevolkingsregister
ingeschreven als Doopsgezind, evenals hun moeder.
Vader Jan was Nederlands Hervormd. De gehele familie
Vis is trouwens Doopsgezind gebleven. Van alle kinderen
overleed Klazina reeds na een half jaar en Catharina in
1890 op 26-jarige leeftijd.
Jan Vis was ook muzikaal. Dat was dan ook kennelijk
de reden dat hij in 1874, met goedvinden van Gedepu
teerde Staten van Noord-Holland, werd benoemd tot
organist van de Hervormde kerk in Oudkarspel. Hiermee
verviel zijn rol als voorzanger die hij toen al sinds 1860
vervulde. Er bestaat nog een zilveren dirigeerstok die
Jan Vis in 1870 kreeg overhandigd. Hierop staat een
inscriptie die nog niet is ontcijferd.
Op een oude foto van 1903 zit Jan Vis vooraan bij het
gezelschap 'Orpheus' te Oudkarspel. Deze ope
rettevereniging heeft bestaan van 1880 tot 1908 en kan
als de voorloper worden gezien van de nu nog
bestaande operettevereniging 'Caecilia'.
Het salaris van een onderwijzer was in die tijd karig
zodat elk extraatje meegenomen was. Meester Vis vroeg
niet voor niets jaarlijks om een gratificatie aan het
gemeentebestuur. Die werd hem meestal wel verleend
maartoteen blijvende salarisverhoging kwam het niet.
Het gemeentebestuur wilde graag de vaststelling van
het salaris in eigen hand houden. Omdat er een
schaarste was aan onderwijzend personeel moesten ze
noodgedwongen de salarissen verhogen. Door al dit
gesteggel was het een komen en gaan van leerkrachten.
Meester Vis zal in zichzelf wel eens een verwensing
geslaakt hebben.
Ook op andere fronten hield het gemeentebestuur de
hand op de knip. De school, die in 1863 gebouwd was,
bleek te klein voor het aantal leerlingen. Het schoolhuis
was bouwvallig, zodoende dat de burgemeester
voorstelde om dat af te breken en op die plek de school
uit te breiden. Maar dat ging zomaar niet. Eerst moest
onderzocht worden of de woning echt zo slecht was.
Dat bleek wel zo te zijn, want er was al tien jaar niets
aan onderhoud gedaan. Na lang vijven en zessen werd
voor een zo laag mogelijk bedrag (ƒ6048,-) een nieuw
schoolhuis gebouwd, op dezelfde plaats. Van
uitbreiding der school kwam dus niets terecht.
Leed is Jan Vis niet bespaard gebleven. Hierboven is al
gemeld dat hij twee kinderen verloor. Zoon Klaas, een
veelbelovend onderwijzer, stierf in 1886. Ruim twee jaar
later ontviel hem zijn vrouw Catharina toen zij nauwe
lijks 50 jaar was. De jongste kinderen Jan en Willem
waren bij het overlijden van hun moeder respectievelijk
12 en 9 jaar oud. Het zal voor de hoofdonderwijzer
moeilijk zijn geweest een gezin met nog een paar jonge
kinderen draaiende te houden. Hij kreeg hulp van zijn
schoonzuster Agatha Dekker uit Nieuwendam. Naar
verluidt waren de kinderen Vis dol op hun tante/tweede
moeder.
Niet alleen zijn eigen kinderen en de schoolkinderen
vonden Jan Vis een prima kerel. Naar het schijnt
verstrekte hij een soort billijke hypotheek aan de minder
draagkrachtigen. Daarmee werden dan de wat kleinere
huisjes gekocht die op de eilanden in Oudkarspel
verrezen. Volgens zeggen kregen de woninkjes de
bijnaam 'de Vishuisjes'. Om welke huizen het hier gaat
hebben we niet kunnen uitvissen. Wellicht dat er nog
mensen zijn die dit ooit gehoord hebben.
ij1 luaujI".'W"11i.'M1"mJa i;
•qtogaauf
ALKMAAR
Oude Gracftt 201,
Jan Vis in vol ornaat. Door zijn lange baard werd hij
door de kinderen 'Opa Daantje' genoemd.