Hij ging zich nu maar toeleggen
op het rondbrengen van diverse
tijdschriften en reclamefolders.
Door dit werk kwam hij in alle
dorpen van Langedijk. ledereen
kende Engel. Ook, en vooral de
kinderen. 'Opa, opa, snoepie', rie
pen ze. "Ik zeg altijd," zei Engel,
"al ben ik niet getrouwd, ik heb
wel een hoop kleinkinderen. Ze
krijgen altijd een pepermuntje van
me. Als iemand wil trouwen moet
hij dat zelf weten, maar ik hou van
vrijheid, blijheid. Met buren be
moei ik me ook niet veel. Alleen
goeiemorgen en goeiedag, maar
verder niet. Ze willen al gauw kof
fie drinken en dan overal mee
bemoeien. Ik voel me zo het lek
kerst."
Engel was een fanatiek verzame
laar. Behalve de artikelen die hij
zelf bezorgde, had hij abonne
menten op de landelijke en regio
nale kranten. Panorama, Margriet,
Viva en Nieuwe Revu rolden regel
matig bij hem in de bus. Uit al die
bladen en kranten wilde hij alles
verzamelen wat hem interesseer
de, zoals artikelen over monumen
ten, milieu, opvoeding en noem
maar op. Als Engel 's avonds thuis
artikelen wilde sorteren, geraakte
hij zo verdiept in z'n lectuur, dat
er van sorteren niets terecht kwam.
Wat is dan gemakkelijker dan, leg
maar neer dat stapeltje, dat komt
dan later wel. Zo werd dat stapel
tje een stapel. Eerst de kast vol,
toen maar op de grond en toen
de keuken maar in. Stapels, meters
hoog, tot aan de zolder. Het werd
steeds erger.
De kachel kon niet meer worden gestookt en het gas
niet meer branden. De verhalen namen Engel steeds
weer mee op reis en van opruimen kwam niets te
recht. Hij gunde zich niet eens de tijd meer om iets
warms te eten. "Ik heb eens gelezen dat warm eten
helemaal niet goed is voor een mens," zei Engel,"ik
ben dus op de goeie weg." Brood met honing en
appelstroop en dergelijke hielden hem op de been.
Het moet eerlijk gezegd worden, Engel zag er gezond
uit en hij was nooit ziek.
Kleine smalle gangetjes voerden door het huis, tussen
de stapels van metershoge pakken kranten. Een gang
voerde naar de trap, een ladderachtig model. Op de
zolder was het niet anders. Overal metershoge
krantenwallen. Hier en daar op de stapels lagen half
opgegeten broodjes en stonden wat kuipjes pudding,
sommigen ook half leeg. Het gevolg hiervan kon niet
uitblijven, muizen en ratten. Engel verzuchtte eens:
"Ik weet niet of het me ooit zal lukken om dit
allemaal te selecteren. Op dit moment schat ik dat
er zo'n drie ton papier ligt."
Tweemaal had het gemeentebestuur moeten ingrij
pen, zeer tot ongenoegen van Engel. Een grote
vrachtwagen vol papier werd afgevoerd. Al gauw
daarna kwam Engel weer in dezelfde problemen,
zodat een derde keer volgde. Jammer, een goed,
maar wat bijzonder mens zag zijn idealen nooit
verwezenlijkt.
De laatste tijd van zijn leven verbleef hij in het
bejaardencentrum 'Buitenzorg'. Niet lang echter.
Zo'n vrijbuiter moet je niet verplanten. Engel van
Loenen overleed op 6 januari 1988 en met hem ging
een bekend dorpsfiguur heen.
Engeltje van Loenen, zoals zo vele Langedijkers hem nog zullen herinneren,
(foto Jan Beenken)