Feesten en jubilea.
Burgemeesters, dominees en onderwijzers waren graag
geziene bestuursleden van 't Nut. Burgemeester/notaris
J.W.C.Kroon werd eind 1893 vice-voorzitter. Hij werd al
gauw afgelost door Ds Melchers die op zijn beurt het
stokje weer overgaf aan S.Rodenhuis, de onderwijzer.
Toen deze laatste vertrok in 1900 werd meester Bouke
de Vries weer als vice praesus benoemd.
De jubilea werden goed in de gaten gehouden. Reeds
in oktober 1896 werd al weer extra geld ingezameld
om een jaar later het 25-jarig bestaan te vieren. Op 23
oktober 1897 wordt gewag gemaakt van deze
feestelijke bijeenkomst. Zo'n honderd mensen kwamen
in De Roode Leeuw bij elkaar.
Een bijzonder jubileum was er op 30 september 1905.
S.Zeeman was vijfentwintig jaar secretaris van 't Nut.
Hij werd hiervoor gehuldigd en ontving een driedelig
boekwerk van de 'Geschiedenis der XVII Nederlanden'
en een zilveren lepel met inscriptie. Het boek zal wel
over Nederland in de 17e eeuw gegaan hebben. Toen
J.Ham ruim zes jaar later zijn zilveren jubileum als
voorzitter vierde kreeg hij vijf boeken over 'De Geschie
denis der Menschheid' en een gouden bril cadeau.
Verschil met de secretaris moet er zijn, nietwaar?
Ook het 40-jarig bestaan ging niet ongemerkt voorbij.
Kennelijk was alles wel duurder geworden want de
contributie voor 1911 werd verdubbeld, ook voor
nieuwe leden. Toen een jaar later het feest werd gevierd
werd apart melding gemaakt van het feit dat Dirk
Jongerling al vanaf de oprichting lid was. Er waren veel
felicitaties binnengekomen, o.a. van de fanfare 'Kunst
na Arbeid', dokter C.Rootlieb (de voormalige huisarts)
te Bloemendaal en mejuffrouw B.C.Hombrink uit
Apeldoorn. De laatste was een zuster van de eerste
voorzitter Hombrink.
Er werd in bloemrijke taal teruggekeken op de voorbij
gegane periode. Geen superlatieven werden achter
wege gelaten om de loftrompet te steken. Men kon in
Zuid-Scharwoude recht trots zijn op zo'n gezelschap.
Het feestprogramma bestond uit zang, voordrachten
en korte blijspelen. Eén en ander werd afgewisseld met
algemeen gezang en gezellige kout, lezen we in de
boeken. 'Hierna werd om ongeveer 8 uur zondagmor
gen door de voorzitter het feest gesloten'. Of ze toen
ook wisten wat feesten was.
Nu moet men niet denken dat er alleen maar gefeest
werd. Naast de elke keer terugkomende lezingen over
actuele onderwerpen, richtte men ook vaak de aandacht
op maatschappelijke problemen. We lezen regelmatig
dat het Nut zich richtte tot de gemeenteraad. De
gezondheidszorg in kleinere gemeenten, de staatspensi-
onering, de drankbestrijding en de terugdringing van
cholera en tyfus werden vaak vanuit het Nut aange
zwengeld of ondersteund. Voorzitter Grabowsky vroeg
als onderwijzer aandacht voor het probleem van de
rokende jeugd. Hij pleitte ervoor dat het Nut erin zou
voorgaan om dit kwaad terug te dringen. Ook leefde
men mee met evenementen die in het dorp werden
gehouden. In de vergadering van 21 februari 1914 werd
trots het kruis getoond voor het concours van de
jubilerende fanfare 'Kunst na Arbeid'. Voor het concours
van 1920 vroeg K.n.A. zelf aan het Nut om een medaille.
Het verzoek werd gehonoreerd. Bij de grote watersnood
in februari 1916 schonk het Nut ƒ100,-
J.Ham, het hoofd der school, nam op 22 maart 1916
afscheid als voorzitter na een lange periode van 28 jaar.
Hij werd feestelijk uitgeluid en direct door Grabowsky,
de nieuwe hoofdonderwijzer, als voorzitter opgevolgd.
Deze periode wordt in de notulen sterk beïnvloed door
de Eerste Wereldoorlog. Bij het sluiten van de vrede in
1918 toont Nut en Genoegen een sterke pacifistische
inslag.
In 1919 ondersteunde het Nut het verzoek van de bond
van onderwijzers om in Langedijk te komen tot op
richting van een MULO-school.
Meester Grabowsky was vanaf 1919 vaak afwezig en
werd, ondanks dat hij officieel nog de leiding had, door
de schilder Piet Berkhout opgevolgd als voorzitter. Eind
1920 vertrok Grabowsky definitief naar Weesp.
50-jarig bestaan.
In 1922 diende zich opnieuw een jubileum aan, het 50-
jarig bestaan. Door het verschuiven van de kermisdatum
vond men 14 september niet meer zo geschikt om te
feestvieren. Half november leek beter. Zo werd besloten
om zaterdag 25 november aan te houden. De Lange-
dijker Courant verhaalde uitvoerig van dit feest dat, hoe
kan het ook anders, eindigde om 7 uur op zondag
ochtend. Het moest ook wel zo lang duren want het
programma bestond uit maar liefst 30 onderdelen.
Zangstukjes, voordrachten, blijspelen en in de pauze een
tombola zonder nieten. Zelfs het modernste op gebied
van amusement, de bioscoop ontbrak niet.
Een heel groot aandeel in die jaren had Cor Groot, een
man die met toneel, voordrachten en zang ieders
bewondering oogstte. Hij wordt dan ook apart ge
noemd in het verslag van de secretaris. Door het uit
bundig feestvieren was er wel een tekort ontstaan van
ruim 84 gulden, leder lid moest meehelpen dit gat te
dichten door f 1,25 bij te dragen.
Na al dat feesten moest er ook weer gedacht worden
aan de medemens. Er zou een circulaire worden rond
gestuurd waarin de mensen werden opgewekt om geld
of goederen af te staan voor Het Roode Kruis. Hiermee
zouden de noodlijdende Duitschers kunnen worden
geholpen. In oktober 1924 constateerde men dat het
grafmonument van de familie Hombrink in sterk
verwaarloosde toestand verkeerde. Omdat de familie
bijna was uitgestorven werd voorgesteld de opknap
beurt door Nut en Genoegen te laten financieren. Dit
werd met algemene stemmen aangenomen. P. Zeeman
verklaarde een paar weken later dat het monument van
Hombrink nu op het graf van z'n zuster stond. De mede
deling werd betwijfeld, maar iets later werd bevestigd
dat bij het ruimen van graven Hombrinks steen op dat
van zijn tante was geplaatst.
S.Zeeman legde na 44 jaar zijn secretariaatswerk
zaamheden neer. Wanneer we nu nog de notulen
boeken doorlezen dan moet hij ettelijke uren hebben
zitten schrijven. Niet alleen de bestuurs-besluiten
werden door hem opgeschreven maar ook alle lezin
gen werden inhoudelijk verteld, een heidens werk.