Einde tijdperk Hombrink.
Heel kort na het feest, in mei 1885, overleed mevrouw
Hombrink-de Vries, de echtgenote van meester
Hombrink de voorzitter van het Nut. Nog geen half
jaar later, om precies te zijn op 13 oktober, overleed
Hombrink zelf. Bij de beide teraardebestellingen
waren bijna alle leden tegenwoordig terwijl bij
Hombrink zelf uit het gezelschap van het Nut zes
slippendragers van het lijkkleed werden benoemd.
M.Poppes droeg tijdens de plechtigheid het vaandel.
Men vond dat het echtpaar Hombrink zoveel voor
de gemeenschap had gedaan dat het gerecht
vaardigd was een grafmonument voor hen op te
richten. Men begon geld in te zamelen en slaagde
erin om reeds op 11 juni 1886 het gedenkteken te
onthullen. Dit monument, een afgeknotte zuil, staat
nog steeds op de begraafplaats in Zuid-Scharwoude
en symboliseert het in de bloei afgebroken leven van
het echtpaar Hombrink. Willem Wijnand Herman
Hombrink was in 1838 geboren in het graafschap
Bentheim in Hannover. Ruim dertien jaar had hij 'Nut
en Genoegen' geleid en daarvóór de rederijkers
kamer 'Onderling Genoegen'.
"Perikelen" rond 1890.
Na het overlijden van Hombrink werd Overduin tot
voorzitter gekozen,later opgevolgd door J.Ham. Deze
'president', zoals hij toen nog werd genoemd, maakte
op 18 oktober 1890 bekend dat de Maatschappij tot
Nut van het Algemeen had voorgesteld om 'Nut en
Genoegen' om te vormen tot een officieel Nutsdepar-
tement. In de vergadering kwam men er niet uit en
men verschoof de beslissing naar 8 november.
Kennelijk had men ertoen goed over nagedacht want
met algemene stemmen werd besloten om niet toe
te treden tot het landelijke Nut. Als reden werden
financiële bezwaren aangevoerd. Of men krap bij kas
zat is niet duidelijk. Het jaar werd afgesloten met
een batig saldo van 115,28, wat voor die tijd toch
nog een redelijk bedrag was.
In december van dat jaar werd besloten om nieuw
jaarsgiften in te zamelen voor de armen. De balans
voor 1890 gaf aan dat er 17 gewone vergaderingen
waren geweest met totaal 330 leden en twee
buitengewone vergaderingen met 88 dames en 59
leden. Klaarblijkelijk waren er meer dames dan leden.
In maart 1891 discussieerde men over de vraag of
men al dan niet sympathie moest laten blijken bij de
komst van de nieuwe burgemeester per 1 april van
dat jaar. Of men iets tegen deze man had is niet
geheel duidelijk. Misschien was men nog gewend aan
H.van Twuyver die ook deel had uitgemaakt van het
Nut. In ieder geval besloot men toch om voor J.R.Kist
de vlaggen uit te steken en de nieuw benoemde te
complimenteren door het bestuur. Nog geen twee
dagen later kwam men in een bijzondere vergadering
weer bijeen. Men vond toch dat het niet de taak van
'Nut en genoegen' was om feestelijkheden te maken
voor een nieuwe burgemeester. Dat moest de
burgerij maar doen. Na vele voors en tegens was de
meerderheid tegen feesten. Wel werd de heer Kist
Een foto van het nog steeds bestaande
grafmonument van Hombrink op de begraafplaats
in Zuid-Scharwoude.
welkom geheten, en wat bleek, hij wilde nog graag
meewerken in het belang van de vereniging.
Nog was het probleem van de nieuwe burgemeester
niet ten einde. De edelachtbare heer Kist was pas in
het huwelijk getreden in Den Haag. Moest men daar
nu een feest voor houden of niet? Gelukkig gaf de
burgemeester zelf de oplossing, alsjeblieft geen feest.