De tappersaffaire van Jan Wahlen, ofwel een herberg
in Noord-Scharwoude.
Kermissen in vroeger tijden worden vaak beschreven als gezellige buurtfeesten. Vooral in de kleinere dorpen.
Veel familie kwam ter ere van de kermis op bezoek en behalve het kermisfeest waren het ook vaak familie
bijeenkomsten. Toch worden de gebeurtenissen van vroeger wel eens wat verheerlijkt en niet altijd was alles
koek en ei. Dat ondervond ook Jan Wahlen.
De tappersaffaire.
Deze Jan Wahlen had een herberg, of zoals het in de
oude stukken staat beschreven "een tappersaffaire".
Per slot speelt dit verhaal in het jaar 1835. De tapperij
van Jan moet hebben gestaan even ten noorden van
de Molenkade of zoals in die tijd genoemd "het
Noordereiland". Heel lang heeftop deze plaats een
herberg gestaan onder de naam Café Centrum, maar
in de vijftiger jaren werd het na verbouwing Radio
Vlug. Thans in 1996 is het geheel omgebouwd tot
lunchroom van bakker Jonker.
naamd, had bepaald een wat kwade dronk over zich.
Op een zeker moment komen dan, na wat drank, de
meningsverschillen naar boven. Aanvankelijk ge
beurde er niets. Nadat hij wat jenever had gedron
ken ging Abraham weer weg naar de kroeg van Pieter
Kooijman. Ook daar dronk hij wat jenever en keerde
vervolgens terug naar de tapperij van zijn broer.
Schulden.
Jan had zijn broer Abraham in de laatste weken al
een paar maal gemaand om de schuld die hij bij hem
Aquarel van de Dorpsstraat te Noord-Scharwoude met links de Gruttersbrug naar het Noordereiland,
oftewel naar de Molenkade. In het midden het café dat later 't Centrum heette.
Kermis.
Maar laten we terugkeren naar 1835 en om precies
te zijn, naar 6 september. Dat was de eerste kermis
dag in Noord-Scharwoude in die tijd. Jan had, om de
feestvreugde wat te vergroten, een muzikant in
dienst genomen, Arien Kossen genaamd. Die was
behalve muzikant ook klokkenmaker en woonde op
de hoek van de Dorpsstraat en de Kerkelaan.
Alles liep prima. Er werd goed verkocht en Jan kon
met genoegen kijken naar de klanten die zich ver
maakten bij de muziek van Ariën Kossen. Het ging
goed totin de loop van de middag de broer van
Jan Wahlen binnen kwam. Deze broer, Abraham ge
had, groot acht gulden, wat in die tijd zo ongeveer
een heel weekloon was, nu maar eens af te betalen.
Hij begon hierover te ruzieën wat uitliep op vechten
en krabben. Dit was nog duidelijk te zien want Jan
zijn kop zat nog vol met bloed en was behoorlijk
beschadigd. Abraham was een veel sterkere kerel van
34 jaar oud en Jan moest al gauw om hulp roepen.
Gelukkig was de veldwachter ook in de herberg en
men zou denken, dan is zo'n vechtpartij wel gauw
beslecht. Vergeet het maar gauw. Van de veldwach
ter, Jan Stammes, moest je niet teveel verwachten.
Hij was 75 jaar oud en hoewel hij gewapend was met
een stok, stelde het niet veel voor. Toen hij zich met