De Twuyverweg. Eeuwenlang had Langedijk twee verbindingen met de buitenwereld. In 't noorden was dat de Ambachts- dijk en de enige weg naar het zuiden liep langs de Twuyverweg. Deze weg bestond reeds in de Middel eeuwen en behoorde aan de grafelijkheid. Tot 1722 werd hij beheerd door een te Alkmaar gevestigde rentmeester. Alkmaar had die weg van de Domei nen (grafelijkheidsdomeinen, later domeinen van het land) in pacht en zorgde voor het onderhoud, waar toe de stad volgens de pachtvoorwaarden verplicht was. De stad betaalde tot en met 1723 aan Domei nen jaarlijks een recognitie (bedrag dat gevorderd of betaald wordt ter erkenning van een recht) van zes gulden. In 1724 is de Twuyverweg, die vóór 1724 telkens voor 7 jaren aan Alkmaar in pacht (erfpacht) werd gege ven, publiek geveild en op 14 maart 1724 door Alkmaar gekocht voor zes gulden. Verkocht werd namelijk de 'ettinge' van de Weijverweg, Uijtwegslag, Zuijderuijtworpslag, item Monnickenweg (etting is het recht van beweiden, grasgewas), (over deze wat vreemd aandoende perceelsbenamingen hebben wij aanvullende informatie ontvangen van de heer Geus uit Capelle aan den IJssel; dit is opgenomen aan het eind van dit artikel) Hoewel Alkmaar in de jaren dat het de weg pachtte deze ook onderhield, was de stad slechts eigenaresse geworden van de etting, maar was het twijfelachtig of daarmee ook het eigendom van de weg en de onderhoudsplicht op Alkmaar waren overgegaan. In de veilingcondities van 1724 was niets bepaald over lasten aan het eigendomsrecht van de etting verbon den. Toch zou dit vermeende eigendomsrecht aan het begin van deze eeuw tot eindeloze discussies en ruzies gaan leiden in de Langedijker gemeenteraden. Eeuwenlang was de Twuyverweg een zandpad van 3 a 3 1/2 meter breed geweest met brede grasbermen, die verhuurd werden voor gras. In de herfst en win ter waren het onbegaanbare modderwegen, maar voor het weinige verkeer was dat niet zo'n probleem. Tenslotte had heel Nederland zulke wegen en ging het meeste vervoer per schuit. Meer verkeer. Toen er aan het einde van de vorige eeuw meer in dustrie kwam, was verharding van wegen gewenst en de grindwegen kwamen in zwang. Ook de Twuyverweg werd zo'n weg. Dat ging goed tot er auto's kwamen want binnen de kortste keren kwamen er grote kuilen in de slappe bodem. Dit werd zo erg dat de Verkeerscommissie van de Kamer van Koophandel en Fabrieken op de ledenvergadering van 3 oktober 1923 stelde, dat de Twuyverweg gevaarlijk was en verbetering behoefde. Op 21 november 1923 werd een vergadering uitge schreven tussen de gemeentebesturen van Alkmaar, Sint-Pancras en alle Langedijker gemeenten. Alleen Alkmaar en Sint-Pancras waren bereid om in een com missie zitting te nemen om te komen tot een plan tot verbetering van de weg. De burgemeester van Zuid- en Noord-Scharwoude, Jonkheer van Spengler en de burgemeester van Broek weigerden botweg iedere medewerking. Alkmaar zou kosteloos een plan maken en op 13 maart 1924 gaf de commissie haar denkbeeld om trent breedte, materiaal enz te kennen. Op 4 juni waren de tekening en de begroting klaar, kosten 90.000,-. De commissie verzocht toen het plan te be snoeien en gedacht werd aan een annuïteitslening over 40 jaar. Op 22 oktober van het zelfde jaar werd de begroting definitief gesteld op 78.000,-. De vraag was hoe dit te verdelen. Bij een lening over 40 jaar a 2% zou de annuïteit rond de 5200,- bedragen. Daar naast werd onderhoud op 800,- geschat, zodat de jaarlijkse kosten op 6000,- uitkwamen. De volgende verdeling werd opgesteld: Alkmaar 4000,-, Sint-Pancras en Broek ieder ƒ500,- en de drie andere gemeenten ieder 300,-. De Kamer van Koop handel droeg de ontbrekende honderd gulden bij. De Twuyverweg in 1896. De foto is genomen vanaf de Bovenweg in de richting van de molendie nog vaag op de achtergrond te zien is. Er is goed te zien hoe smal de weg was. Gevaarlijk. In een memorie van toelichting werd gesteld dat de sloten langs de weg zeer diep waren en de sterke golfslag grote gaten in de bermen had geslagen. De bussen waren 1.80 tot 2.20 meter breed en konden elkaar niet passeren zodat ze door de bermen moes ten rijden, wat groot gevaar voor het verkeer inhield. Indien niet tot verbetering werd overgegaan dan zou Sint-Pancras zich genoodzaakt zien de weg af te slui ten. De toen aanwezige heren van de commissie kon den geen toezegging doen aangezien zij nog niet met hun gemeentebesturen hadden overlegd.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 1996 | | pagina 14